Centraal-Afrikaanse Republiek
Hoewel de regering en de gewapende groepen in de Centraal-Afrikaanse Republiek in februari een vredesakkoord hebben ondertekend, is het geweld in veel delen van het land onverminderd blijven doorgaan.
Het aantal grootschalige aanvallen op burgers is afgenomen, maar duizenden mensen leven nog altijd in angst en worden blootgesteld aan afranselingen, verkrachtingen en moorden en hebben geen toegang tot gezondheidszorg en andere basisvoorzieningen. Op het einde van 2019 telde het land meer dan 687.000 intern ontheemden en het aantal mensen dat vanuit de Centraal-Afrikaanse Republiek naar een van de buurlanden is gevlucht was opgelopen tot 592.000.
De algemene onveiligheid heeft Artsen Zonder Grenzen meermaals gehinderd om medische zorg te geven en tegemoet te komen aan de dringende behoeften van kwetsbare mensen. Toch zijn we onze 12 projecten voor lokale en ontheemde gemeenschappen in zes prefecturen en in de hoofdstad Bangui blijven leiden. We leveren algemene en spoedeisende zorg, traumachirurgie, moederzorg en pediatrische zorg, helpen slachtoffers van seksueel geweld en behandelen mensen voor malaria, hiv/aids en tuberculose. Daarnaast hebben we een aantal noodinterventies gedaan en zijn we steun blijven geven aan Centraal-Afrikaanse vluchtelingen die in Ndu leven, in de Democratische Republiek Congo, aan de overkant van de rivier de Mbomou, recht tegenover de Centraal-Afrikaanse stad Bangassou.
De gezondheid van vrouwen beschermen

In Bangui hebben we vooral ingezet op het verbeteren van de seksuele en reproductieve gezondheidszorg. Zo willen we een daling teweegbrengen in het aantal zieken en doden als gevolg van zwangerschapscomplicaties en onveilige zwangerschapsbeëindigingen, in Bangui de belangrijkste doodsoorzaken bij vrouwen in kraamklinieken die Artsen Zonder Grenzen ondersteunt. In 2019 hebben onze teams in die stad in totaal 11.400 bevallingen begeleid. We hebben ook nieuwe gezondheidsfaciliteiten gesteund door er seksuele en reproductieve gezondheidsdiensten aan te bieden. We hielpen bij gezinsplanning om ongewenste zwangerschappen te voorkomen, bijvoorbeeld door condooms, contraceptieve implantaten en anticonceptiepillen te geven, vrouwen konden zich laten steriliseren en wie erom vroeg kon ook een op een veilige manier een abortus laten uitvoeren. Daarnaast moedigden we vergaderingen op hoog niveau aan om oplossingen uit te werken om de impact van ongewenste zwangerschappen en onveilige abortussen op de moedersterfte omlaag te halen.
Ondanks de wankele veiligheid en verschillende incidenten zijn we ook bij projecten in andere delen van de Centraal-Afrikaanse Republiek onze afdelingen voor moederzorg en spoedeisende zwangerschapschirurgie blijven leiden, o.a. in Batangafo, Kabo, Bossangoa en Bangassou.
Algemene gezondheidszorg en pediatrische activiteiten
Malaria blijft de belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen jonger dan vijf en de ziekte slaat vaak nog ongenadiger toe doordat de kinderen in slechte omstandigheden leven. In veel gevallen zijn ze ondervoed, hebben ze ontstekingen, mazelen of andere ziektes die voorkomen kunnen worden. De onveiligheid, geneesmiddelen die tijdelijk niet beschikbaar zijn, de grote afstand naar een gezondheidscentrum en de transportkosten, het zijn allemaal factoren die de zorgtoegang voor kinderen bemoeilijken en waardoor ze niet op tijd efficiënte medische zorg krijgen.
Onze teams zetten zich op alle niveaus in om die uitdagingen bij al onze projecten buiten Bangui aan te pakken.
We streven ernaar de zorg dichter bij de mensen thuis te brengen en daarom ondersteunen we lokale gezondheidswerkers om in hun dorpen in de buurt van Bambari patiënten met eenvoudige vormen van malaria te testen en te behandelen en diarree te bestrijden. We zetten ook teams in om zorg te verstrekken in moeilijk bereikbare gebieden en kampen met ontheemden, onder andere het kamp PK3 in Bria en de katholieke gemeenschap in Bangassou. In 2019 hebben onze teams meer dan 50.000 mensen geholpen, zowel ontheemden als lokale gemeenschappen in afgelegen gebieden zoals Nzako in de prefectuur Mbomou, waar de inwoners al drie jaar klem zitten door het onophoudelijke geweld.
Artsen Zonder Grenzen leverde geneesmiddelen en materiaal aan gezondheidscentra, leidde zorgpersoneel en technisch personeel op en steunde de spoedeisende hulp en pediatrische afdeling van verschillende ziekenhuizen zodat de ziekste kinderen gratis gespecialiseerde zorg kregen. In 2019 werden in totaal 31.300 kinderen jonger dan vijf opgenomen in ziekenhuizen die door Artsen Zonder Grenzen worden gerund of ondersteund.
Preventie is essentieel om levens te redden. Daarom hebben we ook geïnvesteerd in routinevaccinaties en grootschalige vaccinatiecampagnes. In de prefectuur Vakaga hebben onze teams kinderen gevaccineerd tegen difterie, tetanus, hepatitis B, kinkhoest, polio en mazelen. In Pombolo, in het district Ouango, hebben we twee vaccinatiecampagnes opgezet waarbij combinatievaccins werden toegediend.
Traumachirurgie en uitgebreide steun aan slachtoffers van seksueel geweld
Artsen Zonder Grenzen is de belangrijkste organisatie die slachtoffers van seksueel geweld ondersteunt met medische en psychosociale zorg. We hebben die specifieke slachtofferhulp stap voor stap ingevoerd in al onze programma’s in de Centraal-Afrikaanse Republiek. In Bangui kregen 3.230 slachtoffers van seksueel geweld medische en psychosociale bijstand in de polikliniek van het SICA-ziekenhuis, een chirurgisch traumaziekenhuis dat we in 2017 hebben gebouwd. Het ziekenhuis heeft 80 bedden, een afdeling spoedeisende hulp en twee operatiekamers, en biedt alle mogelijke zorg aan, ook postoperatieve zorg en kinesitherapie. Van de 9.810 traumapatiënten die we in 2019 in het ziekenhuis hebben behandeld, had 80 procent zijn trauma’s opgelopen bij verkeersongevallen, ongeveer 20 procent van de patiënten liep de letsels op door geweld, vooral door kogel- en steekwonden.
We hebben ook een nieuw project gelanceerd, Tongolo – dat betekent ‘ster’ in het Sango. In vier gezondheidsfaciliteiten in Bangui bieden we uitgebreide hulp voor slachtoffers van seksueel geweld, de zorg is speciaal gericht op mannen, kinderen en jongeren.
Hiv/aids en tuberculose bestrijden
Een andere belangrijk pijler van onze activiteiten in de Centraal-Afrikaanse Republiek is hiv/aids, een van de belangrijkste doodsoorzaken bij volwassenen. Geen enkel ander land in Centraal-Afrika telt meer hiv/aidsgevallen. Onze teams doen er alles aan om een behandeling zo toegankelijk mogelijk maken in onze projecten in Carnot, Paoua, Boguila, Kabo, Batangafo en Bossangoa. We zijn met gelijkaardige activiteiten gestart in Bria en in oktober hebben we in Bangui een nieuw project gelanceerd waarmee we het aantal zieken en doden door hiv/aids en tuberculose willen terugdringen. Onze teams staan ook mee in voor de zorg, behandelingen en opleidingen in het universitair ziekenhuis en steunen gezondheidsstructuren van partners.
Er zijn voldoende financiële middelen beschikbaar, maar toch krijgt nog niet eens de helft van de 110.000 hiv/aidspatiënten een behandeling. In 2019 had de Centraal-Afrikaanse Republiek te kampen met een belangrijke onderbreking in de aanvoer van antiretrovirale geneesmiddelen en sprongen wij bij. We organiseerden spoedleveringen aan het ministerie van Volksgezondheid en aan medische faciliteiten, intussen bleven we natuurlijk onze vaste hiv/aidsprogramma’s bevoorraden. Zoals in Carnot, waar we 1.850 patiënten opvolgen. Bij 414 van hen, onder wie 27 kinderen, werd een behandeling met antiretrovirale middelen opgestart. 604 volwassen patiënten werden in Paoua opgenomen op de afdeling interne geneeskunde van ziekenhuizen die Artsen Zonder Grenzen ondersteunt, de meesten wegens vergevorderde hiv/aids en tuberculose.
Daarnaast hebben we samengewerkt met het ministerie van Volksgezondheid om meer lokale patiëntengroepen op te zetten, om zo de dagelijkste uitdagingen waar hiv/aidspatiënten mee geconfronteerd worden te verlichten en het makkelijker te maken om de behandeling vol te houden. Zo gaan de leden van de groep bijvoorbeeld om beurten de antiretrovirale middelen van de hele groep ophalen zodat patiënten minder vaak naar het gezondheidscentrum moeten. In Carnot alleen zijn er meer dan 60 patiëntengroepen. De groepen fungeren ook als een psychologisch opvangsysteem waar mensen openlijk over hun hiv/aidsbesmetting kunnen praten – in Zémio komen ze buiten samen, onder de mangobomen. Eén groep besloot samen kippen te kopen, niet alleen om ze te eten, als bron van proteïnen, maar ook om ze te verkopen. Zo creëerde de groep een inkomstenbron waarmee de patiënten de verplaatsingen naar de gezondheidscentra kunnen betalen.
Hulp bij uitbraken van geweld en epidemieën
We hebben gezondheidscentra gesteund in Alindao en Mingala, in de prefectuur Basse-Kotto, waar het geweld tussen gewapende groepen is blijven doorgaan, ondanks het vredesakkoord, en duizenden mensen moesten vluchten. Onze teams hebben duizenden mensen behandeld voor malaria en hebben kinderen en zwangere vrouwen gevaccineerd. We hebben ook getest op ondervoeding en medische voorraden geschonken aan gezondheidsfaciliteiten in Zémio en Djema.