Verhaal uit Malawi: Vastgezet op hun reis naar een nieuw leven
Veel Ethiopiërs dromen van een beter leven in Zuid-Afrika. Steeds meer vluchtelingen zien hun gevaarlijke reis echter stranden in Malawi, waar zij zich terugvinden in overbevolkte gevangenissen. Het verslag van Umberto Pellecchia, anthropoloog voor Artsen Zonder Grenzen die de gevangenen kon ontmoeten en interviewen.
De nachten zijn het ergst. De hitte, afkomstig van alle op elkaar gepropte lichamen, is dan zo verstikkend dat deze bijna tastbaar wordt. De mannen leven samengeperst op een betonnen floor, in een veel te kleine ruimte. Zo brengen ze vijftien uur per dag door, zittend in rijen, hun hoofden rustend op hun knieën of soms op de schouder van iemand die naast hen zit. Dit is de realiteit van het leven in gevangenis Maula, in de Malawische hoofdstad Lilongwe.
Maula werd ooit gebouwd om 800 gevangenen te herbergen. Nu barst het uit haar voegen met 2.650 gevangenen. Onder de wanhopige populatie bevinden zich ook 300 migranten uit Ethiopië. Zij werden opgepakt tijdens hun reis naar Zuid-Afrika, voor het reizen zonder papieren. Deze mannen illustreren ook een andere wereld, die van de migratie, die huis en haard achterlaten om geweld, onrechtvaardigheid of chronische armoede te ontvluchten. Zij dromen van een fatsoenlijk leven, in Zuid-Afrika in dit geval, maar zien hun droom nu vervliegen in een overbevolkte gevangenis.
Geen mensen meer
Het doel van mijn bezoek aan Maula is om de leefomstandigheden van buitenlandse gevangenen, die door de Malawische rechtbanken als migranten zijn aangemerkt, te onderzoeken. De vluchtelingen leven samen met ‘gewone’ gevangenen, waarvan sommigen lange straffen uitzitten voor gewelddadige misdrijven. ‘We zitten met 204 mannen in deze cel,’ zegt Thomas, een Malawische gevangene die wijst naar een bord aan de muur waarop dat cijfer geschreven staat. Thomas neemt me mee naar een groep Ethiopische jongeren, die samen in de zon zitten. Abeba, een van de jonge mannen, valt onmiddellijk met de deur in huis. ‘Wij zijn geen criminelen. Maar nu, in deze gevangenis, zijn wij zelfs geen mensen meer.’
De afgelopen jaren is het aantal buitenlanders – met name uit Ethiopië – dat vastgezet wordt in Malawi vanwege ongedocumenteerde toegang tot het land, behoorlijk toegenomen. Deze situatie is zorgelijk. Velen worden veroordeeld tot drie maanden gevangenschap, maar in werkelijkheid zitten zij veel langer vast. De wet vereist namelijk dat zij na hun gevangenschap teruggaan naar hun thuisland, maar bureaucratische obstakels verhinderen dat. Bovendien moeten de vluchtelingen zelf hun terugreis betalen, maar de meesten kunnen dat helemaal niet.
Anders
‘Mijn droom is om Zuid-Afrika te bereiken,’ zegt een andere jongeman. ‘Dat werk ik al jaren voor. Ik wist dat het moeilijk zou worden, maar ik dacht nooit dat ik hier terecht zou komen. Ik dacht dat alle Afrikanen broeders waren. Maar hier? Hier is het anders.’ Hij blijft daarna enige tijd peinzend voor zich uit staren, alsof hij zich nu pas echt beseft dat alles wat hij ooit geloofde niet waar blijkt te zijn.
Drie andere mannen buigen zich over een bord bonen. ‘Zie je dit? Ze zijn niet goed. De bonen zijn ongekookt en verrot. Maar we moeten dit wel eten.’ Gevangenen in Maula krijgen eenmaal per dag eten. Meestal krijgen zij een bord nsima – gemalen mais dat de maag vult, maar nauwelijks voedingsstoffen bevat. Bonen, zelfs ongekookt en rot, vormen een sporadische traktatie. Vorige maand nog moest ons team hier 18 mannen behandelen voor ondervoeding.
Niets
Is teruggaan een optie, vraag ik ze. ‘Waar wij vandaan komen, is niet genoeg land en werk voor iedereen,’ zegt Abeba. ‘Er zijn te veel mensen in de families, te veel monden om te voeden, maar te weinig middelen. Als ik Zuid-Afrika kan bereiken, kan ik na twee of drie jaar een huis kopen. Als ik twintig jaar werk in Ethiopië kan ik helemaal niets kopen.’ Een andere man valt hem bij. ‘Als je een baan wilt in Ethiopië, moet je bij een familie horen die land heeft. Mijn familie heeft niets.’
Voor velen was het verlaten van hun thuisland dan ook geen keuze, zeggen ze. Het was hun laatste hoop op overleven. En de route naar Zuid-Afrika wordt door vele Ethiopiërs gezien als een reis naar het licht. Emmanuel, een andere jongeman in het gezelschap, tovert een gescheurde portemonnee uit zijn broekzak. Hij vouwt de portemonnee open en laat zien wat erin zit. Geen geld, geen foto’s, maar een velletje papier met drie telefoonnummers erop. Zijn talisman, noemt hij het. ‘Dit zijn de nummers van mijn vrienden, die Zuid-Afrika hebben gehaald.’
In Malawi biedt Artsen zonder Grenzen sinds 2014 hiv- en tbc-zorg in meerdere gevangenissen. De leefomstandigheden in de gevangenissen zijn zeer slecht en de medische teams die werken in de gevangenisklinieken merkten op dat vele buitenlandse gevangenen, de meeste uit Ethiopië, in slechte gezondheid waren. Waar veel Malawische gevangenen namelijk kunnen rekenen op steun van hun familie, hebben de buitenlandse vluchtelingen geen contacten die hen aan extra voedsel of hulpgoederen kan helpen. Onder de groep buitenlandse vluchtelingen heerst veelvuldig malaria, ondervoeding en longontsteking. Onlangs ging een groep Ethiopiërs in hongerstaking uit protest tegen de omstandigheden waaronder zij vastgezet zijn.