Gezocht: gezondheidsmedewerkers op het platteland in Malawi
Een beursprogramma van Artsen Zonder Grenzen stimuleert medische capaciteit in achtergestelde gebieden. “Ik heb er altijd van gedroomd om gezondheidswerker te worden,” zegt Chimwemwe Naluso. “En ik ben heel blij dat die droom nu werkelijkheid is geworden.”
Chimwemwe is een van de 40 jonge Malawiërs die een beurs van Artsen Zonder Grenzen (AZG) kregen voor een medische opleiding in Thyolo, een plattelandsdistrict in het zuiden van het land, waar AZG al meer dan 15 jaar actief is. AZG startte het beursprogramma in 2010 in samenwerking met het ministerie van Volksgezondheid om op innovatieve wijze het hoofd te bieden aan een van de grootste uitdagingen waarmee het land op het gebied van gezondheidszorg te kampen heeft: een kritiek gebrek aan gezondheidswerkers.
Hoogste aantal hiv-besmettingen
Malawi is een van de minst ontwikkelde landen van onze planeet en behoort tot de top 10 van landen met het hoogste aantal hiv-besmettingen ter wereld. Naar schatting krijgen 960.000 mensen (of 10,6 % van de volwassen bevolking) met de ziekte te maken. Hoewel Malawi de laatste jaren vooruitgang heeft geboekt in de strijd tegen hiv, staat gemiddeld 65 % van de belangrijkste functies voor gezondheidswerkers open. Een gigantische barrière voor de zorgverstrekking aan hiv-patiënten en voor de gezondheidszorg in het algemeen. Op het platteland is de situatie bijzonder ernstig: hoewel meer dan 80 % van de Malawische bevolking daar woont, zijn er minder dan 30 % van de verpleegkundigen en andere gezondheidswerkers in die streken aanwezig.
De voornaamste reden van dat tekort is de lage input van nationale onderwijsinstellingen. Aan het Malawi Medical College studeren jaarlijks amper een zestigtal artsen af, voor een bevolking van ongeveer 15 miljoen mensen. Wegens financiële problemen studeerden in 2012 bovendien slechts 392 studenten af aan het Malawi College of Health Sciences, het laagste aantal in vijf jaar.
Personeelstekort in gezondheidszorg
Een andere reden van het personeelstekort is dat het Malawische gezondheidssysteem grote moeite heeft om het weinige personeel ook werkelijk te houden. “Mensen, daar heeft het ministerie van Volksgezondheid de grootste nood aan. En vooral aan personeel dat bereid is om op het platteland te werken, waar het grootste deel van de bevolking woont en zich de meeste gezondheidsproblemen voordoen,” aldus Feline Kaliati, districtsverantwoordelijke voor verpleegkunde in Thyolo.
De harde leef- en werkomstandigheden – die extra onder druk staan door het hoge aantal patiënten – ontmoedigen de weinige, beschikbare gezondheidswerkers om hun beroep op het platteland uit te oefenen. Chimwemwe legt uit: “Vaak is er niet eens water of elektriciteit. De meeste gezondheidswerkers trekken er dus niet graag naartoe. De meeste plaatsen zijn moeilijk te bereiken en er is geen communicatienetwerk, waardoor ze volledig geïsoleerd leven en werken. Je kan er niet eens een ziekenwagen bellen. De gezondheidswerkers moeten vaak ver stappen om toegang te krijgen tot een telefoonnetwerk, en ondertussen moeten ze patiënten aan hun lot overlaten.”
Gezondheidszorg in deze afgelegen gebieden is voor het medisch personeel een hele uitdaging, maar het is net daar dat de behoefte het grootst is. Een gezondheidswerker op het platteland in Thyolo ontvangt meer dan 200 patiënten per dag, terwijl een verpleegkundige vijf tot zes bevallingen per dag moet verzorgen, met een minimum aan middelen en bijstand. Daarom heeft AZG de behoeften geëvalueerd om te weten welke types van gezondheidswerkers het meest nodig zijn en welke plaatsen in het district Thyolo het ergst getroffen zijn door het gebrek aan medisch personeel.
Beursprogramma
Als antwoord op de resultaten van die evaluatie startte AZG met het Malamulo-beursprogramma. Het initiatief werd in het leven geroepen om de lokale capaciteit in onderbedeelde gebieden op lange termijn te verhogen. De 30 beursstudenten zijn allemaal mid-level gezondheidswerkers. Onder hen zijn 13 verpleegsters-vroedvrouwen, 10 medisch assistenten, vijf ‘clinical officers’ (een tussenniveau in de opleiding tot dokter) en twee laboratoriumtechnici. AZG staat in voor hun schoolgeld, kost en inwoon, maandelijks zakgeld en een set medische instrumenten. Als tegenprestatie moeten ze een bindende overeenkomst ondertekenen en vijf jaar voor het ministerie van Volksgezondheid werken in de gebieden waar ze werden gerekruteerd.
“We rekruteren studenten vanuit de gemeenschappen die de meeste hulp nodig hebben en bouwen zo verder op hun spontane motivatie om hun eigen mensen te kunnen helpen,” zegt Rodd Gerstenhaber, AZG-landcoördinator in Malawi. “Velen onder hen hebben zelf ondervonden wat het betekent om een dokter of verpleegkundige nodig te hebben en er geen te vinden. Daarnaast is deze unieke carrièrekans voor de meeste een enorme drijfveer.”
En op lange termijn?
Het is nog te vroeg om te weten of alle beursstudenten op lange termijn op het platteland zullen blijven werken. Bovendien is het een enorme uitdaging om andere actoren en schenkers in de gezondheidssector aan te moedigen tot langetermijnstrategieën om gezondheidspersoneel aan te trekken en te houden, en om te investeren in steun aan de Malawische onderwijsinstellingen. Veel scholen leveren immers dagelijks een strijd, omdat ze met minimale financiële middelen moeten proberen te overleven.
Chimwemwe, een van de eerste studenten in het programma, studeerde in december 2012 na twee jaar als medisch assistent aan het Malamulo College af. Hij loopt momenteel stage in het districtsziekenhuis van Thyolo District Hospital, voor hij in september naar een gezondheidscentrum in Thyolo wordt gestuurd. “Vijf jaar is snel voorbij,” zegt Chimwemwe. “Het hangt er allemaal van af hoe gemotiveerd en leergierig je bent. Als kind droomde ik ervan een beroep in de medische sector te hebben. Die droom is nu werkelijkheid geworden. Dankzij deze beurs zal mijn gemeenschap het beter hebben, want ik zal de mensen ter plaatse kunnen helpen,” zegt hij trots. “Als ongeschoold ziekenbegeleider bood ik de patiënten steun, maar nu zal ik ze ook echt kunnen behandelen.”