Zuid-Soedanese vluchtelingen in Oeganda – AZG drijft inspanningen op
De toestroom aan vluchtelingen in Oeganda houdt aan. Dagelijks steken zowat 300 Zuid-Soedanezen de grens over om te ontsnappen aan de onveiligheid en het voedseltekort in eigen land.
Sinds in Zuid-Soedan in december vorig jaar het conflict losbarstte tussen enerzijds het leger dat trouw is aan president Salva Kiir en anderzijds de rebellen die ex-vicepresident Riek Machar steunen, zochten al meer dan 66.000 Zuid-Soedanezen hun toevlucht in het district Adjumani in het noorden van Oeganda.
Bij aankomst worden de vluchtelingen ondergebracht in het overbezette transitcentrum van Nyumanzi. Daar verblijven momenteel 10.000 vluchtelingen, terwijl er in feite slechts plaats is voor 3.700 personen. De vluchtelingen moeten er wachten tot ze worden overgebracht naar een permanent kamp. De Oegandese autoriteiten richten een nieuw kamp in, waar de vluchtelingen materiaal zullen krijgen om een hut te bouwen en waar hen een klein lapje grond wordt toegewezen om gewassen te telen. Maar geschikte terreinen vinden, vergt tijd.
Medische consultaties, vaccinaties en opsporing van ondervoeding
Om de toestroom aan vluchtelingen in het transitcentrum het hoofd te bieden, heeft Artsen Zonder Grenzen haar capaciteit vergroot, om meer medische consultaties te kunnen houden, routinevaccinaties toe te dienen (mazelen, polio …) en ondervoeding bij kinderen op te sporen.
Een van de gevallen van ondervoeding, zo vertelt Chiara Baruzzi, dokter bij Artsen Zonder Grenzen, was een baby van drie maanden, die in maart arriveerde met zijn grootmoeder. Het gezin van dit jongetje was in Zuid-Soedan aangevallen en de vader en moeder waren gedood. “De grootmoeder vertelde me dat haar kleinzoon amper zes dagen oud was toen ze ermee op de vlucht sloeg. Ze stapte, hield her en der halt en kwam na bijna drie maanden in Oeganda aan. Het enige wat ze de zuigeling had kunnen geven, was suikerwater en geitenmelk.” Meteen na de eerste consultatie werd het kind in het ziekenhuis opgenomen voor een intensieve nutritionele behandeling.
Opvang van zwangere vrouwen
In het gezondheidscentrum van Ayilo werden ook observatiebedden geplaatst en zwangere vrouwen worden er opgevangen voor gewone bevallingen. Bij bevallingen met complicaties gaan ze beter naar Dzaipi, waar Artsen Zonder Grenzen een opname-eenheid en een consultatiebureau heeft ingericht. Nog niet gehospitaliseerde patiënten en kinderen die aan ernstige ondervoeding lijden en nood hebben aan een intensieve behandeling, worden naar dit ziekenhuis met 40 bedden overgebracht.
Artsen Zonder Grenzen is nagenoeg de enige aanbieder van medische hulp in deze vluchtelingenkampen en moet dus voor heel wat activiteiten instaan. Tussen begin januari, toen de projecten van start gingen, en begin april, hield de organisatie in totaal 20.092 consultaties en begeleidde ze 251 bevallingen. De meest vastgestelde aandoeningen zijn malaria (23 % van de gevallen) en infecties aan de lagere luchtwegen, gevolgd door mazelen, meningitis en diarree. Nu het regenseizoen voor de deur staat, valt echter te vrezen dat het aantal gevallen van waterige diarree en van malaria sterk zal toenemen.