Tien jaar van geweld en ontheemding in het noordoosten van Nigeria
Dinsdag 20 augustus 2019
In 2009 begon in het noordoosten van Nigeria een opstand van gewapende oppositiegroepen tegen het Nigeriaanse leger. Tien jaar later is het conflict nog lang niet voorbij. De mensen worden door het geweld nog steeds uit hun huizen verdreven. Veel ontheemde gezinnen leven nu in kampen die door de staatsautoriteiten worden beheerd of die informeel naast de lokale gemeenschappen zijn opgezet. De meeste ontheemden zijn vrouwen en kinderen. Om te overleven, zijn ze sterk afhankelijk van humanitaire hulp. Naar schatting 1,8 miljoen mensen zijn intussen ontheemd in de noordoostelijke deelstaten Borno, Adamawa en Yobe.
Sinds 2009 is de toenemende onveiligheid het leven van de mensen in gedwongen ontheemding in Borno blijven ontwrichten. Onze teams zijn in 2014 beginnen reageren op deze crisis, maar de bredere humanitaire respons kwam traag op gang. In 2016 hebben we in Bama, in Borno, aan de alarmbel getrokken omdat onze teams ernstige ondervoeding begonnen zien onder de bevolking.
Hoewel de humanitaire hulp de afgelopen jaren is toegenomen, zijn de lacunes in de steun aan ontheemde gemeenschappen niet terdege aangepakt. Veel gebieden in Borno zijn vandaag nog steeds zeer onveilig, wat het verlenen van hulp moeilijk maakt. Humanitaire hulpverleners kunnen alleen werken in zogenaamde "garnizoensteden", enclaves die door het Nigeriaanse leger worden gecontroleerd, en kunnen geen toegang krijgen tot andere gebieden die buiten de militaire controle vallen. Maar zelfs binnen de garnizoenssteden blijven de behoeften van de mensen pertinent. Dit heeft sommige mensen gedwongen de relatieve veiligheid van de kampen te verlaten, waardoor ze hun leven op het spel moeten zetten om buiten de veiligheidszone voedsel en brandhout te zoeken.
Al 8 maand zonder toilet
In de formele kampen ondermijnen beperkingen in bewegingsvrijheid de mogelijkheden van de mensen om bijvoorbeeld gewassen te verbouwen, waardoor ze voor hun overleven sterk afhankelijk zijn van humanitaire hulp. In de informele kampen zitten de mensen op kleine stukjes land gepropt, met weinig infrastructuur of humanitaire steun om in hun basisbehoeften te voorzien. Veel gezinnen slapen in kleine hutjes van plastic of kapotte kleding en stof, die zelfs niet bestand zijn tegen korte regenbuien.
"Sinds we acht maanden geleden in dit kamp zijn aangekomen, hebben we geen toiletten meer die we kunnen gebruiken. We doen onze behoefte noodgedwongen in de open lucht, meestal achter een struik", zegt de 40-jarige Lami Mustapha. Ze leeft met haar 8 kinderen in een informeel kamp in Maiduguri, de hoofdstad van de deelstaat Borno. Rabi Musa, een 50-jarige moeder van 10 kinderen, vertelde ons ook dat haar leven in het informele kamp allesbehalve makkelijk is geweest: "We moeten allemaal bedelen, ook mijn kinderen, en ondergeschikte banen zoeken om te overleven. We krijgen hier maar geen hulp.”
"In de afgelopen zes jaar werd ik drie keer gedwongen om te verhuizen, met mijn 5 kinderen. De eerste twee keer was ik op de vlucht voor gewelddadige aanvallen, de derde keer voor het leven in het kamp", stelt de 30-jarige Yakura Kolo duidelijk.
Voedingsprogramma’s in Maidiguri
In Maiduguri verdubbelde de bevolking door een instroom van ontheemden uit de hele regio van één naar twee miljoen mensen. Hoewel een groot deel van de humanitaire hulp hier geconcentreerd is, zijn de behoeften enorm en beschikken de gezondheidsdiensten nog steeds niet over voldoende middelen.
Onze teams voeren het grootste therapeutische voedingsprogramma uit in het Fori-district van Maiduguri. We zorgen er voor ernstig ondervoede kinderen met medische complicaties. Elke maand worden er tot 300 kinderen opgenomen. In mei en juni 2019 zagen we het aantal ondervoede patiënten toenemen. Mensen hadden niet genoeg voedsel tijdens de zogenaamde 'hongerkloof', de periode tussen de oogsten door. We konden niet iedereen toelaten omdat het voedselcentrum zijn volledige capaciteit had bereikt. In het Gwange-district hebben we in 2019 meer dan 3.000 kinderen met mazelen opgenomen en behandeld. Buiten Maiduguri bieden we hoognodige medische zorg in de steden Pulka, Gwoza en Ngala, we behandelen er ondervoeding, bieden er kraamzorg en geestelijke gezondheidszorg.
"In de kampen hier komen gemiddeld meer dan 750 mensen per maand aan. Meer dan 60.000 ontheemden leven nu op minder dan een vierkante kilometer land. We hebben moeite om een groeiende instroom van patiënten op te vangen", zegt Ewenn Chenard, onze projectcoördinator in Ngala.
Projecten voor malaria en cholera
Met de komst van het regenseizoen zal de gezondheid van de ontheemden naar verwachting verslechteren. Het aantal malariapatiënten zal waarschijnlijk toenemen en mensen die geen preventieve behandeling hebben gekregen, zijn bijzonder kwetsbaar. We zijn begonnen met de behandeling van malariapatiënten in onze klinieken in Maiduguri en verhoogden het aantal bedden van 80 naar 210. De meeste van deze patiënten worden nu behandeld in een ziekenhuis in Maiduguri. Bovendien houden we in Banki, Bama, Rann, Ngala en Pulka een seizoensgebonden campagne voor malariapreventie en delen we hoge doses malariamedicijnen uit aan kinderen tussen de 3 en 59 maanden oud.
In heel Borno hebben de overstroming tijdens het regenseizoen een verslechtering van de sanitaire voorzieningen veroorzaakt. Een gebrek aan schoon of drinkbaar water vergroot, vooral bij kinderen, de kans op wateroverdraagbare ziekten zoals cholera. We hebben choleracentra opgezet, met 100 bedden in Maiduguri en 60 bedden in Ngala, om snel te kunnen reageren op een mogelijke uitbraak van cholera.
Artsen Zonder Grenzen in het noordoosten van Nigeria
Onze teams werken al sinds 1996 in het noordoosten van Nigeria. We bieden momenteel medische hulp in Gwoza, Maiduguri, Ngala en Pulka, in de deelstaat Borno. Op epidemieën of andere crises reageren we met noodinterventies.