Sociale media

  • NL
Open the menu

Filipijnen: “Wel dakloos, maar niet radeloos”


Een maand nadat tyfoon Haiyan over de Filipijnen raasde, beginnen de inwoners aan de heropbouw van hun huizen en levens. Dat zegt Ibrahim Younis, noodhulpcoördinator van Artsen Zonder Grenzen. Hoewel de mensen in de steden intussen al geholpen worden, moeten veel gemeenschappen op het platteland het nog steeds met een minimum aan hulp stellen.

© Agus Morales/AZG
© Agus Morales/AZG

“De humanitaire hulp in de dorpen laat nog steeds te wensen over. De hulpverleners richten zich vooral op de kuststeden, zoals Tacloban, het epicentrum van de ramp. Buiten de verstedelijkte gebieden is de hulp nog altijd onvoldoende. Dat baart ons zorgen, omdat de situatie in afgelegen gebieden almaar ernstiger wordt. Het regenseizoen is immers nog aan de gang, de regen valt met bakken uit de lucht en dat brengt gezondheidsrisico’s met zich mee.”

“Naar medische parameters is de situatie nog niet alarmerend, maar we horen wel geruchten over ernstige ondervoeding en uitbraken van diarree in bepaalde gebieden. Die geruchten onderzoeken we nu, maar uit onze cijfers blijkt dat het aantal sterfgevallen niet hoger ligt dan voor de doortocht van de tyfoon. Maar zolang de mensen in afgelegen gebieden geen humanitaire hulp krijgen, blijft het gevaar voor de bevolking echter toenemen.”

Mobiele teams voor afgelegen dorpen

“Onze teams zijn op een aantal plaatsen actief en leiden onder andere ziekenhuizen en mobiele klinieken. Met die mobiele klinieken trekken ze naar afgelegen dorpen, waar ze primaire gezondheidszorg bieden aan mensen die tot dan toe weinig of geen hulp kregen. Erg zieke patiënten worden doorverwezen naar onze ziekenhuizen, bijvoorbeeld naar ons opblaasbaar ziekenhuis in de stad Tacloban.”

“We bieden ook steun aan gezondheidscentra die beschadigd raakten of de toestroom aan patiënten niet aankunnen. Waar nodig leveren we ook gratis geneesmiddelen en medisch materiaal. Onze psychosociale teams verstrekken geestelijke gezondheidszorg, terwijl onze watsan-experts drinkbaar water uitdelen aan de bevolking en de beschadigde gezondheidscentra.”

“In onze mobiele klinieken krijgen we veel patiënten met chronische ziekten over de vloer, zoals een hoge bloeddruk, diabetes of hartaandoeningen. Gezondheidscentra in afgelegen gebieden zijn afhankelijk van de bevoorrading met medicijnen uit Tacloban en andere steden. Die bevoorrading werd echter onderbroken, waardoor de medicijnen niet langer tot bij de patiënten raken. Wij zorgen er nu voor dat die mensen toch de nodige geneesmiddelen krijgen.”

Kwetsbare gemeenschappen

“Onze teams delen de meest noodzakelijke hulpgoederen uit, waaronder tenten of zeilen, hygiënekits, kookgerei, dekens en muskietennetten. De meeste hulpgoederen gaan naar afgelegen dorpen die volledig werden verwoest. Daar wonen vooral armere gezinnen die leven van de landbouw. Deze gemeenschappen beschikken niet over de veerkracht van de mensen in de steden en zijn veel kwetsbaarder.”

“Wanneer we naar de dorpen trekken, delen we hulpgoederen uit aan alle gezinnen. Aangezien heel wat huizen werden verwoest, delen we ook ‘reconstructiekits’ uit (met plastic zeilen, hamers, spijkers en ander gereedschap) waarmee de mensen een tijdelijk onderkomen kunnen optrekken, in afwachting van een permanente oplossing.”

Enorme uitdagingen

“Als je per boot de zwaar getroffen stad Ormoc nadert, lees je op een groot bord “Wel dakloos, maar niet radeloos”. Dat schetst een goed beeld van de veerkracht van de Filipino’s. Je moet weten dat natuurrampen hier schering en inslag zijn, al zaaide Haiyan meer vernieling dan verwacht.”

“De mensen hier staan voor een enorme uitdaging om de schade te herstellen die de tyfoon heeft aangericht. Het belooft een werk van lange adem te worden. Als medische noodhulporganisatie zullen we hier niet zo lang blijven, ongeveer drie tot zes maanden, al naargelang de noden van de bevolking. In vergelijking met andere landen waar we actief zijn, zijn de Filipijnen een relatief sterk ontwikkeld land. Het gezondheidssysteem werkt naar behoren en er is voldoende personeel om dat zo te houden. Onze taak hier is om tijdelijk de kloof te dichten, tot de lokale overheid de touwtjes terug in handen kan nemen.”