Sociale media

  • NL
Open the menu

AZG start werken voor nieuw vluchtelingenkamp in Duinkerke


De werkzaamheden voor een nieuw kamp voor de vluchtelingen Grande-Synthe, bij Duinkerke, beginnen vandaag. “Meer dan 2500 mensen zitten hier vandaag in de modder en de kou,” zegt André Jincq van Artsen Zonder Grenzen. “Het is hoog tijd dat zij een menswaardig onderkomen krijgen.”

vandaag verblijven 2500 mensen i, Grande-Synthe in de modder en de kou, in mensonwaardige omstandigheden. ©Martin Plaut/MSF
vandaag verblijven 2500 mensen i, Grande-Synthe in de modder en de kou, in mensonwaardige omstandigheden. ©Martin Plaut/MSF

Het nieuwe vluchtelingenkamp wordt niet opgezet door de Franse overheid. Artsen Zonder Grenzen zal de werken uitvoeren en betaalt alle kosten uit eigen zak. De gemeente Grande-Synthe steunt het nieuwe vluchtelingenkamp wel.

Aanslepend dossier

De burgemeester van Grande-Synthe vroeg Artsen Zonder Grenzen om hulp, omdat de overheid nooit antwoordde op zijn vragen, hoewel het aantal mensen hier maar bleef toenemen. Begin oktober waren ze met 800, vandaag met zo’n 2500. Uiteindelijk werd op 11 januari de knoop dan toch doorgehakt en kreeg Artsen Zonder Grenzen toestemming een nieuw kamp te bouwen.

Hoewel een oplossing hoogdringend nodig was, sleepte het dossier aan, omdat de overheid een aantal technische bezwaren had, zoals de brandveiligheid. Paradoxaal genoeg is dat risico bijzonder groot in het huidige kamp, waar mensen zich met houtvuurtjes en geïmproviseerde kacheltjes verwarmen. Op de medische consulten die Artsen Zonder Grenzen organiseert in het kamp, werden al heel wat mensen met brandwonden behandeld.

Verwarmde tenten

In het nieuwe kamp komen vijfhonderd verwarmde tenten, goed voor 2500 mensen, douches met warm water, en voldoende toiletten. Ook de medische consulten worden verdergezet. De vluchtelingen zullen er vrijwillig kunnen komen wonen, en vrij binnen en buiten lopen. “Dat zijn voor ons essentiële voorwaarden,” aldus André Jincq. “We willen geen kamp bouwen waar mensen opgesloten worden, maar een plaats waar zij de winter kunnen doorbrengen in menswaardige omstandigheden.”