Congo: Vluchtelingen in Noord-Kivu opnieuw in ernstige problemen
Het geweld in het oosten van Congo blijft vluchtelingenstromen op gang brengen. In de omgeving van de stad Goma leven nu meer dan 100.000 vluchtelingen in ellendige omstandigheden. In vijf kampen biedt Artsen Zonder Grenzen medische hulp.
Sinds de opmars van de rebellen naar Goma midden november, zijn de vluchtelingen die eerst in kampen in Rutshuru woonden nu ook naar de kampen ten westen van Goma getrokken. Zwervend van het ene kamp naar het andere, zijn er meer dan 100.000 mensen die in uitzonderlijke moeilijke omstandigheden moeten proberen overleven.
“Toen de rebellen naderden, ben ik samen met de andere op de vlucht geslagen. We zijn zo snel moeten vertrekken, dat ik niets heb kunnen meenemen. Ik heb hier niets, zelfs geen onderdak”, vertelt Béatrice. Zij is helemaal alleen in het vluchtelingenkamp, met haar erg jonge kind.
Onvoldoende hulpverlening
In de verschillende kampen wordt hulpverlening georganiseerd, maar die blijft onvoldoende. In de kampen wordt gestolen en geplunderd door gewapende mannen: “Het was elf uur ’s avonds. Mannen braken in in onze woonplaats en namen alles mee: dekens, voedsel, potten en pannen. Alles wat ze vonden, namen ze mee”, getuigt vluchtelinge Venatie.
Medische hulp
Artsen Zonder Grenzen biedt in vijf kampen rond Goma hulp. Het gaat om het verlenen van basisgezondheidszorg, en de opvolging van patiënten die aan ondervoeding of cholera lijden. Daarnaast worden in sommige kampen ook inentingen tegen mazelen gedaan. Ook slachtoffers van seksueel geweld worden geholpen door onze teams. En er zijn mobiele hulpposten, om de mensen die het toch wagen weer naar hun dorp te gaan te begeleiden.
Maar er is meer dan medische hulp nodig. Daarom verdeelt Artsen Zonder Grenzen ook drinkwater en hulpgoederen. Desondanks blijven de noden bijzonder hoog, vooral aan voedsel, zeilen tegen de regen en huishoudspullen. Meer hulpverlening blijft nodig.