Sociale media

  • NL
Open the menu

Congo: Etnisch geweld hindert toegang tot medische hulp


In en rond de stad Goma leven vluchtelingen in kampen nog steeds in angst voor nieuwe confrontaties tussen de rebellen van M23 en groepen die de regering steunen. Maar ook in Masisi, 80 km meer naar het noordwesten, stelt Artsen Zonder Grenzen een scherpe toename van het geweld vast.

© Peter Casaer/AZG-MSF. Masisi, 2011.
© Peter Casaer/AZG-MSF. Masisi, 2011.

De uitbarsting van geweld in Masisi is de hevigste sinds 2007 en heeft tienduizenden mensen op vlucht gejaagd. Dat maakt de toegang tot medische hulp erg moeilijk. In deze geïsoleerde regio ondersteunt Artsen Zonder Grenzen een ziekenhuis. Coördinator Amaury Grégoire vertelt over de situatie.

Amaury Grégoire: “We maken ons veel zorgen om de sterke toename van geweld. Het aantal gewonden dat onze chirurgische teams verzorgen, is de voorbije drie maanden meer dan verdrievoudigd. Vandaag gebeurt hier bijna een op vijf chirurgische ingrepen wegens verwondingen door vuurwapens of messen. Dit niveau van geweld hebben we sinds 2007 niet meer gezien.

Afgrijselijk geweld

Hoe kan de toename van het geweld verklaard worden?

Amaury Grégoire: “Er zijn veel gewapende groepen in de regio, en zelfs de kleinste ruzie wordt opgelost met geweld. Mensen worden elke dag bedreigd en belaagd, thuis, op hun velden, langs de weg. Het motief is meestal geld, maar we zien ook een toename van gratuit geweld en van etnisch geïnspireerde aanvallen. Die worden uitgevoerd door gewapende groepen, maar ook door burgers die tot andere gemeenschappen behoren.”

Wie zijn de slachtoffers van het geweld?

Amaury Grégoire: “Bij de gewonden zijn natuurlijk gewapende mannen, want de voorbije weken is hier veel gevochten. Maar wie zijn een stijgend aantal burgers, waaronder vrouwen en kinderen. Soms is het geweld echt afgrijselijk.”

“Op 4 november werd het dorp Shoa aangevallen. Zeven mensen die stierven aan verwondingen door machetes werden naar ons ziekenhuis gebracht. Bij de slachtoffers waren twee zwangere vrouwen en een baby. Op 29 november verzorgden we 32 gewonden, na een reeks aanvallen in het dorp Kihuma. Acht van hen hadden geweldtrauma’s. Die dagen vielen er zeven doden bij het geweld.”

Mogelijke uitbraak van cholera

Is er ook een toename van het aantal verkrachtingen?

Amaury Grégoire: “In Masisi behandelen onze teams elke maand normaal tussen de veertig en zeventig slachtoffers van verkrachting. In november ging het maar om twintig mensen. We vrezen dat die terugval geen goed teken is.”

“Want het geweld tegen vrouwen is niet plots verminderd. Maar de onveiligheid en de toegenomen etnische spanningen zijn hindernissen voor mensen om naar het ziekenhuis te komen. Mensen zijn bang en blijven thuis, ook al zetten ze zo hun leven op het spel.”

Wat zijn de concrete gevolgen voor de bevolking?

Amaury Grégoire: “Er zijn nu 40.000 vluchtelingen rond dorpen Rubaya en Kibabi alleen al. Die mensen leven in ongelooflijk moeilijke omstandigheden. Als er een cholera-epidemie zou uitbreken, zou dat de situatie nog ellendiger maken.”

“Maar de mensen zijn ook bang om naar de gezondheidscentra te gaan. We zien een sterke daling van het aantal opnames in het ziekenhuis van Masisi, met uitzondering van mensen voor spoedgevallen, waar we een enorme stijging van het slachtoffers van geweld zien. We weten dat de mensen nood hebben aan medische hulp, maar ze zijn te bang om naar het ziekenhuis te komen.”

“Er zijn veel risicovolle zwangerschappen in deze regio. We hebben vastgesteld dat tussen de vijf en de vijftien procent van de zwangere vrouwen een spoedkeizersnede nodig heeft. Maar de voorbije weken zijn er veel minder zwangere vrouwen naar hier gekomen.”

“Normaal zijn alle bedden bezet, maar in november was de helft leeg. Dat is zorgwekkend. De vrouwen die niet naar hier komen, hebben geen alternatief en zullen alleen, zonder hulp moeten bevallen. We weten dat sommigen dat niet zullen overleven.”

Te weinig humanitaire hulp

Wat doet Artsen Zonder Grenzen om de inwoners van Masisi te helpen?

Amaury Grégoire: “Wanneer de mensen niet meer naar hier durven komen, moeten onze teams naar hen gaan. We moeten vaak frontlijnen oversteken om medische hulp te kunnen bieden. We hebben ook een ambulance en doorverwijsdiensten naar het ziekenhuis.”

“In het vluchtelingenkamp Rubaya ondersteunen we een gezondheidscentrum en we hebben er ook een choleracentrum opgezet. Op drie weken tijd hebben we meer dan 3000 raadplegingen gedaan en nam het choleracentrum 199 patiënten op. Vier patiënten stierven aan cholera. De noden zijn enorm en er zijn maar erg weinig andere ngo’s.”

Wat moet er volgens Artsen Zonder Grenzen nu gebeuren?

Amaury Grégoire: “We willen dat er meer aandacht is voor de humanitaire situatie in dit afgelegen gebied, en dat er meer humanitaire organisaties komen. De noden hier zijn hoog en het is onwaarschijnlijk dat het in de nabije toekomst weer rustig wordt.”

“In deze regio wonen evenveel mensen als in de stad Goma en de behoeften zijn minstens even groot. Maar er werken veel minder hulporganisaties hier. Na het geweld van de voorbij weken, is alleen Artsen Zonder Grenzen gebleven. Het geweld in Masisi krijgt minder media-aandacht, maar is even belangrijk.”