Getuigenis van dokter A in Homs : “Medisch materiaal, besmeurd met het bloed van hen die hun leven riskeerden om het tot hier te brengen…”
Artsen Zonder Grenzen ondersteunt alle medische voorzieningen in het noorden van Homs: in totaal 8 veldhospitalen en 3 medische posten. Zowat 350.000 mensen leven hier in een gebied dat al meer dan een jaar wordt belegerd. Vatbommen en gevechten aan diverse frontlijnen maken deel uit van hun dagelijkse realiteit. Er is een schrijnend tekort aan water, elektriciteit en basisvoeding. Artsen Zonder Grenzen is de enige internationale organisatie die de Syrische medische netwerken in het noorden van Homs ondersteunt. Wij bevoorraden deze centra met ongeveer 50% van de benodigde medicijnen en het onmisbare medische materiaal. Vanwege de grote behoefte én het ontbreken van regelmatige steun aan deze centra willen we onze hulp nu opdrijven om in de komende maanden aan 80% van de medische noden te kunnen voldoen. Dokter A. is directeur van een groot veldhospitaal in Al Houleh, in het noorden van Homs, een belegerd gebied waar bijna 90.000 mensen wonen.
frequente Ontploffingen
“In mei 2012 spraken we van een bloedbad. 100 mensen, van wie de meeste vrouwen en kinderen, werden toen op één namiddag gedood. Het was een vreselijke dag. Maar sindsdien is de situatie in Al Houleh alleen maar erger geworden. Op het nieuws heeft men het erover dat de stad “met tussenpozen” wordt bestookt, maar in werkelijkheid gaat het de hele tijd door – zware en lichte artillerie wisselen elkaar gewoon af.
We hebben dit veldhospitaal uit het niets opgebouwd. We verlenen noodhulp en andere diensten, gaande van primaire gezondheidszorg tot chirurgische ingrepen. We hebben maar enkele bedden en die zijn allemaal voortdurend bezet.
In januari telden we vijftig vatbommen in een week tijd In januari telden we vijftig vatbommen in een week tijd. De veldhospitalen in dit gebied kunnen het grote aantal gewonden amper aan; ze doen wat ze kunnen met het beperkte materiaal en het weinige medisch personeel waarover ze beschikken. In de dorpen kent iedereen iedereen, maar het was moeilijk om mensen te herkennen op basis van stukken van lichamen die na de bombardementen overal verspreid liggen. We hebben al heel wat chirurgische ingrepen uitgevoerd, en al veel te veel amputaties.
Op dit moment hebben we in heel Al Houleh maar één algemeen chirurg en één orthopedisch chirurg voor meer dan 90.000 mensen.
Verstoring van de bevoorrading
Gezien onze beperkte middelen is het onze absolute prioriteit om te trachten het materiaal en de medicijnen te vinden die we nodig hebben voor de operaties en de noodhulp. Het is voor ons vaak moeilijk om aan basisbenodigdheden te geraken, zoals verbandgaas, of geavanceerdere producten zoals verdovingsmiddelen. Tegelijk hebben we heel wat patiënten met chronische aandoeningen, kinderen met infecties aan de luchtwegen en zwangere vrouwen die moeten worden opgevolgd. Niemand heeft geld om een dokter te betalen of medicijnen te kopen, de mensen zijn hier momenteel zeer arm.
De regio Al Houleh is omsingeld. De controleposten laten bijna niets door, soms zelfs niet eens een brood.
Het is al erg moeilijk om materiaal tot in het noorden van Homs te krijgen, maar in Al Houleh is de situatie nog erger. Het gebied ligt in een vallei en is omringd door bergen en controleposten. In wezen is het als een eiland waar 90.000 mensen gevangen zitten door een belegering, binnen de grotere belegering van noordelijk Homs.
Al drie jaar is de regio niet meer langs de gebruikelijke wegen per auto bereikbaar Al drie jaar is de regio niet meer langs de gebruikelijke wegen per auto bereikbaar. Zowel voor voeding als voor medicijnen of brandstof zijn we verplicht een modderig en steil pad te volgen, dat enkel te voet of per ezel begaanbaar is, of via kleine bootjes over het meer van Houleh. Voor de bevoorrading met materiaal is er maar één bruikbare weg, maar die noemen we “de weg van de dood” want er zitten sluipschutters. Wat ons toch bereikt, is besmeurd met het bloed van hen die hun leven hebben gewaagd om het tot hier te brengen.
Dankzij de steun van Artsen Zonder Grenzen hebben we tenminste een aantal medicijnen, genoeg om aan ruim de helft van onze behoeften te voldoen. Toch komen we regelmatig medicijnen te kort. We kunnen geen voorraden opslaan en leven voortdurend van dag tot dag, afhankelijk van wat we per dag gebruiken. Hoe kunnen we ooit een voorraad medicijnen voor 90.000 mensen bijhouden, als we amper één doos per keer kunnen bemachtigen?
Het dagelijkse leven
Mensen drinken besmet water en komen met infecties naar het ziekenhuis. Ooit stond Al Houleh bekend om haar gewassen en haar landbouwproducten. Vandaag is het veel te gevaarlijk om naar de velden te gaan en het land te bewerken. De weinige voeding die op de markt te krijgen is, is voor de meesten te duur. De mensen komen naar het hospitaal omdat ze ziek zijn geworden van het slechte water en de gebrekkige voeding.
Er zijn dagen waarop we maar twee uur elektriciteit hebben. Soms hebben we er zelfs wekenlang geen. Ons hospitaal werkt met behulp van generatoren. We hebben de enige afdeling voor pasgeborenen in de hele regio, met twee bedden. Soms kunnen we niet anders dan twee baby’s in één bed te leggen. Medisch gezien is zoiets onaanvaardbaar, maar we hebben geen andere keus.
Het hospitaal waar ik werk werd al drie keer gebombardeerd. Het hospitaal waar ik werk werd al drie keer gebombardeerd. De laatste aanval was zeven maanden geleden. De oorlogsvliegtuigen vlogen laag en de bommen die voor ons bedoeld waren raakten het gebouw ernaast. Twee mensen kwamen om. Onze medische afdelingen zijn dan ook verdeeld over verschillende gebouwen, opdat we niet alles op enkele minuten tijd zouden verliezen.
De hele ochtend en de hele nacht houden wij ons met de patiënten bezig. De dagen zijn erg lang en het idee om tijd te hebben voor iets anders dan mijn werk is iets waarvan ik haast alleen maar kan dromen. Maar zodra ik kan, breng ik toch wat tijd door met vrienden en familie. Ik probeer niet te vergeten dat we ooit betere tijden hebben gekend, en dat die zullen terugkeren. Dat geeft me de moed om door te gaan.”
Toen hij echt de ogen opende, kon ik het niet geloven
“Er vallen heel wat verhalen te vertellen en ze zijn stuk voor stuk hartverscheurend. Nooit vergeet ik die man van 60 jaar die een hartstilstand had. We gebruikten het meest elementaire materiaal om hem te reanimeren en hem te helpen om te ademen. Ons materiaal is echt zeer oud. Hij lag twee en een halve dag in een coma en de medische teams wisselden elkaar af, dag en nacht, om hem te laten ademen door met de handen lucht uit een zak in zijn longen te persen. Toen hij echt de ogen opende en naar zijn vrouw vroeg, kon ik het maar niet geloven. Ik kon niet geloven dat hij was ontwaakt en dat zijn hersenen het nog deden. Die patiënt leeft vandaag nog altijd en woont in Al Houleh. Aan dat soort verhalen denk ik vaak. Als deze oorlog voorbij is, zullen sommige artsen misschien uit de geneeskunde stappen. We hebben te veel gezien, het is moeilijk te aanvaarden en moeilijk te verwerken.”