Sociale media

Open the menu

“We moeten terug naar de basics”: waarom we psychologische bijstand verlenen aan de migranten in Brussel

Country
België

Al bijna twee jaar biedt Artsen Zonder Grenzen heel noodzakelijke geestelijke gezondheidszorg aan een groep van migranten en vluchtelingen die ongeveer sinds september 2017 in en rond het Brusselse Maximiliaanpark verblijven. Onze psychologen werken daarvoor in de zogeheten ‘humanitaire hub’, een gemeenschappelijk project met andere niet-gouvernementele hulporganisaties en burgerinitiatieven, dat onder andere ook medische zorg, klerendistributie of sociaal-juridisch advies voorziet voor de migranten. Waarom we – ook hier in België – het verlenen van psychologische bijstand aan migranten en vluchtelingen als essentieel onderdeel beschouwen van onze medische activiteiten, vertelt Djoen Besselink, sinds mei van dit jaar de nieuwe landcoördinator van België.

Consultation en santé mentale
Psycholoog Xavier in overleg met een patiënt, in de humanitaire hub in 2017 © Bruno de Cock. 

Eerst dit overleven, daarna zien we wel

“Voor ik in België aan de slag ging, was ik onder meer landcoördinator in Afghanistan en Jemen. Maar ik heb voor Artsen Zonder Grenzen ook in D.R. Congo of de Centraal-Afrikaanse Republiek gewerkt bijvoorbeeld. Allemaal contexten met aanhoudende conflicten – een bewuste keuze omdat ik daar eerst als psycholoog en later als landcoördinator volgens mij een grote impact kon hebben op het leven van de mensen – en waar dus grote populaties migranten en intern ontheemden zijn. En ik kan je zeggen, ik snap waarom mensen op de vlucht slaan, waarom ze hun volledige hebben en houden hebben moeten achterlaten. Zij hebben eenvoudigweg niet de keuze.

Zij vertrekken heus niet met een plan, het zijn heus geen ‘gelukzoekers’ zoals ze soms worden geportretteerd. De enige gedachte die in hun hoofden speelt, is dat ze zo snel mogelijk van hun thuis weg moeten, op zoek naar veiligheid. Wie uit Midden-Afrika vlucht, bijvoorbeeld, wil eerst de woestijn over zien te raken, de rest is onbelangrijk op dat moment. Maar het stopt nooit op hun route, ze zijn nergens veilig. De onveiligheid en onzekerheid blijft zich maar herhalen: ze worden vastgehouden in Libië in zeer erbarmelijke omstandigheden, of op de Griekse eilanden, ze moeten de Middellandse Zee over in een gammele boot… En telkens denken ze enkel maar: ‘eerst dit overleven, daarna zien we wel’. En als ze dan eindelijk Europa bereiken, merken ze dat Europa niet de veilige haven is waar ze op hoopten, dat ze nog steeds niet veilig zijn. Eén van de grootste stressfactoren onder de migranten en vluchtelingen die we behandelen – naast de traumatische ervaringen die ze hebben opgelopen in hun thuisland of onderweg – is namelijk net de impact die hun verblijf hier in België heeft op hen. Dat had ik onderschat, geef ik toe. Ze leven in onzekerheid, ook hier: over hun toekomst, over hun familie in hun thuisland, over politiegeweld…  en over toegang tot basis medische zorg die ieder ander mens ook nodig heeft.

File devant le hub humanitaire
Mensen staan in de rij, ze wachten tot de hub haar deuren opent voor vandaag.  © Albert Masias. 

Verschoten van de zorg in europa

Eerlijk, ik had voor ik aan deze job begon ook zelf gedacht dat de opvang voor migranten in Europa beter geregeld zou zijn. Het was best verschieten om te ontdekken dat dat lang niet altijd zo is. Weet je, de basisbehoeften bij de migranten die we behandelen in de hub in België zijn dezelfde als in die extreme contexten in D.R. Congo, Afghanistan of Jemen. Die mensen hebben enkel behoefte aan een basis aan medische zorg, aan mentale zorg ook, kleren aan hun lijf, veiligheid en een onderkomen.

Net daarom willen wij er zijn. Want elke mens heeft recht op zorg. Dat is toch evident? Dat Artsen Zonder Grenzen – terwijl we die hulp bieden –  als volstrekt neutrale organisatie dreigt betrokken te raken in een politiek getouwtrek tussen links en rechts, vind ik uitdagend. Daar drááit het niet om. Dan gaan we voorbij aan de kern van de zaak: deze mensen hebben geen goede toegang tot de zorg en hebben dus hulp nodig. We moeten met z’n allen terug naar de basics. Wie hen dan uiteindelijk de zorg geeft, is haast irrelevant. Net daarom is het zo geweldig om te merken dat er ons uit werkelijk elke hoek hulp komt toegesneld. Zo hielp de haven van Brussel ons recent nog bij de zoektocht naar een nieuwe locatie voor de hub. Of de vele burgerinitiatieven die hier in België als paddenstoelen uit de grond schieten en die echt goed werk leveren, geweldig toch? Daar keek ik echt van op.”