Oost-Congo: AZG behandelt slachtoffers van ontvoering, seksuele slavernij en foltering
Vrouwen, mannen en kinderen worden soms maandenlang gebruikt als seksslaven of verplicht om te werken in de goud- en diamantmijnen van het Okapiwildpark in het oosten van de Democratische Republiek Congo (DRC). De terreurcampagne van de gewapende groepen blijft onverminderd aanhouden.
Duizenden mensen zijn hun dorpen in het Ituri-bos in de Oost-Provincie ontvlucht om te ontsnappen aan een constante dreiging van ontvoering en geweld. Velen onder hen hopen een veilig onderkomen te vinden in kleine dorpen als Nia Nia, waar het aantal inwoners sinds begin dit jaar vrijwel verdubbeld is.
De vluchtelingen komen aan met afschuwelijke verhalen over moorden, foltering en herhaaldelijke verkrachtingen. Een medisch team van Artsen Zonder Grenzen is sinds mei aan de slag in Nia Nia, niet alleen om basisgezondheidszorg en noodzorg te bieden, maar ook psychologische bijstand.
De hel
“De mensen beschrijven de hel,” vertelt Ana Maria Tijerino, psychologe bij Artsen Zonder Grenzen. “Ik kan moeilijk geloven dat er een dergelijke mate van geweld bestaat. De slachtoffers werden soms maandenlang misbruikt als seksslaven of seksueel aangerand door verschillende mannen, meerdere keren per dag, en vaak in het bijzijn van hun ouders, echtgenoten of anderen.”
Van mei tot begin juli hebben de medische teams in Nia Nia 3.586 medische consultaties uitgevoerd. Ze boden psychologische zorg aan 143 vrouwen, 3 mannen en 2 kinderen die seksuele geweldplegingen overleefd hebben, en ook aan meer dan 36 overlevenden van andere soorten geweld: foltering, seksuele vernedering of andere wreedheden tegen familieleden, in hun bijzijn. Artsen Zonder Grenzen werkt ook nauw samen met de lokale vrouwengroepen die in Nia Nia psychologische steun verlenen aan slachtoffers van verkrachtingen.
Het geweld in de regio was het felst in april en mei van dit jaar, maar de aanvallen blijven plaatsvinden. Om de situatie het hoofd te bieden heeft Artsen Zonder grenzen haar medisch zorgaanbod uitgebreid. In juni behandelde de mobiele hulppost in het dorp Bafwando in één week tijd zo'n 20 verkrachte vrouwen.
Het geweld is niet nieuw
De mensen die in het bos wonen en in de goud- en diamantmijnen werken, zijn de voornaamste doelwitten van de recente aanvallen. Het geweld rond de mijnen is echter niet nieuw in de regio.
“De mijnwerkers worden afgeperst door verschillende gewapende milities", aldus Kevin Coppock, landverantwoordelijke van Artsen Zonder Grenzen in de Oost-provincie. “De mensen die hun winst niet kunnen of willen afstaan, zijn het slachtoffer van extreem gewelddadige vergeldingsacties. Sinds er in mei een militiechef door het leger werd vermoord, zijn het geweld en de brutaliteiten bovendien aanzienlijk toegenomen. Niet alleen de mijndorpen, maar ook de inwoners van omliggende dorpen worden daarbij geviseerd.”
Het is niet eenvoudig om hulp te bieden aan mensen die herhaaldelijk het slachtoffer zijn geweest van aanranding. Wanneer ze in het medisch centrum in Nia Nia aankomen, is het immers vaak te laat om hen te beschermen tegen hiv, andere seksueel overdraagbare aandoeningen of zwangerschap. Die bescherming is enkel doeltreffend als ze binnen de 72 uur na de aanranding wordt toegediend.
De gevolgen van de gewelddaden zijn weerzinwekkend. “Verschillende maanden later zijn de fysieke en psychologische trauma’s nog steeds zichtbaar,” aldus de psychologe. “Veel slachtoffers lijden pijn, hebben ontstoken wonden of hebben last van stress, depressie en nachtmerries.”
Bang voor de toekomst
De onzekere situatie waarin de slachtoffers leven, maakt het des te moeilijker om veerkrachtig te zijn. “Ze weten niet wat morgen zal brengen,” zegt Ana Maria Tijerino. “Ze zijn bang dat ze naar de mijnen zullen moeten terugkeren, waardoor ze nog meer gestresseerd geraken. Ze zijn bang omdat ze weten dat ze het financieel niet redden als ze niet in de mijnen werken. Nia Nia is immers een arm dorp. De overlevenden zijn niet alleen bang voor de toekomst, maar worden ook gekweld door wat ze hebben meegemaakt.”
Week na week vluchten nieuwe mensen naar Nia Nia, terwijl anderen naar huis terugkeren om opnieuw in de mijnen aan het werk te gaan.
“Het geweld, en het seksueel geweld in het bijzonder, is niet nieuw in Congo,” besluit Ana Maria Tijerino, “maar voor de slachtoffers zijn deze wreedheden nooit normaal. Niemand zou aan zo veel geweld mogen worden blootgesteld.”
Sinds 2003 is Artsen Zonder Grenzen aanwezig in de Oost-provincie. De voorbije jaren heeft AZG veel verschillende programma's op poten gezet, gaande van oorlogschirurgie, geestelijke gezondheidszorg en basisgezondheidszorg, tot steun aan ontheemde volkeren. De organisatie bood ook hulp aan slachtoffers van seksueel geweld, reageerde op epidemieën, gaf opleidingen noodzorg, kraamzorg en pediatrie, volgde hiv-/aidspatiënten op en bond de strijd aan met de slaapziekte.