Moorddadig Europees migratiebeleid: meer dan 100 doden in de Middellandse Zee op drie dagen tijd
Vorige week heeft zich een van de dodelijkste tragedies op de Middellandse Zee van het jaar afgespeeld. Op slechts 72 uur tijd zijn meer dan 100 mensen in vier afzonderlijke scheepswrakken omgekomen. En dat terwijl momenteel maar liefst zes zoek- en reddingsschepen van ngo’s voor anker liggen, geblokkeerd door Italiaanse en Europese autoriteiten.
“De verantwoordelijkheid voor deze doden ligt volledig bij Europa. Dit is het tastbare en onvermijdelijke gevolg van hun moorddadige beleid. Het actief blokkeren van reddingsschepen moet stoppen”, zegt Hassiba Hadj Sahraoui, adviseur humanitaire zaken van Artsen Zonder Grenzen. "Het is hypocriet wanneer de Europese regeringen of de Europese Commissie beweren dat ze treuren om dit afschuwelijke verlies aan mensenlevens. Ze moeten dringend hun verantwoordelijkheid toegeven: scheepswrakken als deze zijn het directe gevolg van hun gevolgde migratiebeleid".
Dit jaar zijn bijna 700 mensen omgekomen in een poging om Libië te ontvluchten over de centrale Middellandse Zee. Ten minste 267 doden zijn gemeld sinds de Sea-Watch 4 op 19 september door de Italiaanse autoriteiten in de haven van Palermo werd vastgehouden. Maar liefst 6 ngo-schepen werden onder het mom van bezorgdheid over de veiligheid van de scheepvaart verhinderd om hun reddingsoperaties te hervatten. Enkel het schip Open Arms is momenteel als enige nog operationeel.
In plaats van hun internationale en maritieme plicht om mensen op zee in nood bij te staan op te nemen, hebben de Europese staten ervoor gekozen de zoek- en reddingswerken verder te blokkeren. Ze voeren een toneel op door het levensreddende werk van NGO’s schijnbaar te erkennen, terwijl ze in werkelijkheid hun criminalisering onderschrijven of zelfs orkestreren.
De onderscheppingen op zee door de Libische kustwacht hebben de afgelopen weken ook een hoogtepunt bereikt: tussen 3 en 9 november zijn bijna 1000 mensen met geweld naar Libië teruggebracht; dit wijst op het grote aantal mensen dat de afgelopen weken uit Libië heeft geprobeerd te ontsnappen.
"We hebben de onmenselijke omstandigheden in de detentiecentra in Libië zkeer op keer aan de kaak gesteld", zegt William Hennequin, coördinator van Artsen Zonder Grenzen in Libië. "Vorige week nog werd een 15-jarige Eritrese jongen doodgeschoten nadat gewapende mannen een centrum in Tripoli bestormden. Moorden, ontvoeringen, extreem geweld - inclusief martelingen om geld af te persen van de gevangenen en hun familieleden - blijven alledaagse bedreigingen en zullen die kwetsbare mensen blijven dwingen om hun leven te wagen op zee om hieraan te ontsnappen. Er is voor al die mensen in Libië simpelweg geen andere, veiligere manier dan de zee om aan deze marteling te ontsnappen.”
Woensdag verklaarde Frontex, het Europees Agentschap voor Grenzen en Kustwacht, dat zij "zich inzetten voor het redden van levens op zee in nauwe samenwerking met alle operationele actoren". Wat ze niet zeggen is dat ze in werkelijkheid voortdurend informatie achterhouden over boten in nood en dit weigeren te delen met ngo-reddingsschepen. In de plaats daarvan delen ze de locaties van die boten in nood enkel met de Libische kustwacht, zodat de boten kunnen worden onderschept en onder dwang naar Libië kunnen worden teruggestuurd.
De Europese staten moeten dringend onder ogen komen dat het massale verlies aan mensenlevens bij deze incidenten de menselijk kost is van hun eigen berekende politieke beleid. Mensenhandel moet natuurlijk worden bestreden, maar niet ten koste van het leven van mensen die in plaats van levensreddende hulp en bescherming te krijgen, in de val worden gelokt en in een cyclus van misbruik worden geduwd. Of simpelweg worden op zee in de steek worden gelaten om te verdrinken.