Extreem geweld tegen vluchtelingen in Carnot, Centraal-Afrikaanse Republiek
Sinds 1 februari zitten in Carnot, in het zuid-westen van de Centraal-Afrikaanse Republiek, bijna 1000 mensen vast. Het gaat voornamelijk om moslims, maar er zijn ook christenen bij. Zij worden omsingeld en bedreigd door zelfverdedigingsmilities, de anti-Balaka. Artsen Zonder Grenzen verleent hulp in Carnot en is er directe getuige van het geweld tegen de vluchtelingen.
De voorbije weken waren verschillende steden in het oosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek het theater van geweld tegen moslims. Uit angst voor soortgelijk geweld is de meerderheid van de moslims uit Carnot op de vlucht geslagen. Tegelijk zijn de Peul, een nomadische groep van islamitische veehoeders, aangekomen in de stad.
Sinds de anti-Balaka de controle over de stad hebben overgenomen, zitten meer dan 1000 mensen in de val. De meesten bevinden zich op het domein van de parochie van Carnot, die beschermd wordt door VN-blauwhelmen. Maar elke dag komen er meer anti-Balakatroepen toe in de stad en stijgt de spanning verder.
Bedreigingen, ontvoeringen en executies
De abt van de parochie wordt bedreigd en er worden mensen ontvoerd voor losgeld. Gewapende mannen, die zich steeds bedreigender en gewelddadiger gedragen, lopen openlijk gewapend rond en verklaren een klopjacht van huis tot huis te willen houden, om alle moslims en iedereen die moslims helpt, uit te roeien.
Op 7 februari heeft een groep op die manier een huis doorzocht, waar 86 vluchtelingen verbleven. Zeven mannen werden geëxecuteerd, drie andere mensen raakten gewond. Eén van hen was een kind van twaalf, dat slagen van een machete opliep. Na bijna twee uur onderhandelen slaagde Artsen Zonder Grenzen erin de gewonden en anderen die dringend medische hulp nodig hadden te verzorgen.
Geen veiligheid voor patiënten
Verschillende malen zijn gewapende mannen het ziekenhuis waar Artsen Zonder Grenzen werkt binnengedrongen, ofwel met de bedoeling om patiënten (voornamelijk Peul) te vermoorden, ofwel om de enkele vluchtelingen die er verblijven te vatten. De teams van het ziekenhuis hebben elke keer moeten ingrijpen om geweld te verhinderen.
Toen Artsen Zonder Grenzen op 9 februari het vliegtuigtransport van drie ernstig gewonden organiseerde, begaven anti-Balaka zich op de landingsbaan en maakten zo het vliegverkeer onmogelijk. Opnieuw kon Artsen Zonder Grenzen met onderhandelingen verkrijgen dat de landingsbaan werd vrijgemaakt, maar de veiligheid van een patiënt is nog steeds niet gegarandeerd tijdens het transport naar de luchthaven. Nog maar twee patiënten konden worden overgevlogen naar ziekenhuizen in de hoofdstad Bangui.
AZG helpt vluchtelingen
De Kameroense eenheid van de VN-vredesmacht MISCA in Carnot is niet groot genoeg om de hele stad te beschermen. Ze beschermt wel vluchtelingen op het terrein van de parochie. Daar stijgt het aantal vluchtelingen dan ook en er zijn ook steeds meer christenen bij die vluchtelingen. Artsen Zonder Grenzen biedt medische hulp aan al deze vluchtelingen: met medische hulp, drinkwater, voedsel, en de installatie van latrines en douches.
Tussen 21 januari en 1 februari zijn in het ziekenhuis in Carnot dat ondersteund wordt door Artsen Zonder Grenzen 34 patiënten met schotwonden binnengebracht. Tussen 1 februari en 8 februari zijn 35 patiënten opgenomen, en 18 doden gemeld. Sinds begin februari zijn de teams van Artsen Zonder Grenzen in Carnot directe getuigen van dit geweld. Onze teams proberen om in deze agressieve, instabiele en onvoorspelbare context medische zorg te bieden aan de gewonden en vluchtelingen.
