Sociale media

  • NL
Open the menu

Dadaab: De terugkeer van vluchtelingen mag niet ten koste gaan van hulpverlening


Volgens een onderzoek van Artsen Zonder Grenzen in de kampen van Dadaab willen vier op de vijf vluchtelingen niet naar Somalië terugkeren omdat het er nog steeds niet veilig is.

 Dagahaley, 2013. © Monica Rull/AZG
Dagahaley, 2013. © Monica Rull/AZG

Het akkoord dat op 10 november door de Verenigde Naties, Kenia en Somalië werd ondertekend, legt de gerechtelijke procedures en praktische bepalingen vast voor de vrijwillige terugkeer van honderdduizenden vluchtelingen naar Somalië. Velen onder hen zijn in de vluchtelingenkampen van Kenia geboren of wonen er al jaren, soms zelfs al meer dan 22 jaar. Hoewel de terugkeer van de vluchtelingen naar Somalië deel zou kunnen uitmaken van een duurzame oplossing, is Artsen Zonder Grenzen van mening dat alle actoren zich moeten blijven inzetten om hen te helpen.

“Niemand kiest ervoor om vluchteling te zijn. De meeste mensen vechten voor de hulp die de regering of de organisaties bieden,” bevestigt dokter Jean-Clément Cabrol, directeur Operaties van Artsen Zonder Grenzen. “De keuze om terug te keren moet vrijwillig gebeuren, de vluchtelingen moeten volledig vrij zijn in hun beslissing. Een beperking van de hulp mag daar de aanleiding niet toe zijn.”

Volgens Artsen Zonder Grenzen zaait de praktische toepassing van het akkoord twijfel. “Een vrijwillige terugkeer impliceert dat de vluchtelingen perfect geïnformeerd zijn over de situatie in Somalië,” legt dr. Cabrol uit. Artsen Zonder Grenzen was echter 22 jaar actief in Somalië en vermoedt dat de veiligheid voor de terugkeer van de vluchtelingen niet gegarandeerd kan worden, omdat de situatie in veel regio’s van het land nog steeds erg onveilig is en er in het land zelf nog altijd heel wat mensen op de vlucht zijn.

“Iedereen die terugkeert, moet zekerheid hebben over zijn of haar veiligheid en waardigheid,” vervolgt dr. Cabrol. “De Somalische regering en haar partners moeten kunnen garanderen dat de mensen die terugkeren rechten zullen hebben en hulp zullen krijgen. Anderzijds moet ook de hulp in de Keniaanse vluchtelingenkampen behouden worden voor de mensen die ervoor gekozen hebben niet naar Somalië terug te keren.”

In augustus 2013 voerde Artsen Zonder Grenzen een enquête bij patiënten in de medische voorzieningen van het Dagahaley-kamp in Dadaab. Daaruit bleek dat vier op de vijf personen niet naar Somalië willen terugkeren zoals de situatie er nu voor staat. Ze weigeren te vertrekken ondanks de moeilijke leefomstandigheden in de kampen. Bijna de helft van de in Dagahaley ondervraagde personen zegt niet over de nodige middelen te beschikken om hun huis tijdens het regenseizoen droog te houden. Een op tien zegt geen toegang te hebben tot de latrines, en een op vier voelt zich niet veilig. “Uit die antwoorden blijkt nog maar eens hoe ontoereikend de hulpverlening wel is,” aldus dr. Cabrol.

Het beleid om de financiering door geldschieters te beperken, heeft directe gevolgen voor de vluchtelingen van Dadaab. De beperking van het budget heeft bijvoorbeeld geleid tot een vermindering van de voedselvoorraad met 20 %, waardoor de vluchtelingen minder calorieën innemen dan de dagelijkse minimumhoeveelheid die door de Wereldgezondheidsorganisatie wordt aanbevolen.

Dr. Cabrol voegt nog toe dat het van essentieel belang is om de hulp aan de vluchtelingen in Kenia op peil te houden: “De vluchtelingen kunnen de beperking van de hulp in de kampen ervaren als druk om naar Somalië terug te keren en dat is ontoelaatbaar.”

De toekomst van de vluchtelingen in Dadaab staat al tientallen jaren ter discussie en helaas bestaat er geen eenvoudige oplossing, maar er bestaan wel alternatieven. De internationale gemeenschap zou meer vluchtelingen in het buitenland kunnen opvangen. De vluchtelingen zouden naar veiliger gebieden in kleinere kampen kunnen worden overgebracht en er zouden mogelijkheden gezocht kunnen worden om hen zelfstandiger te laten worden.

“De vluchtelingen van Dadaab zijn kwetsbare mensen die al veel hebben geleden,” aldus Jean-Clément Cabrol. “Hun veiligheid, gezondheid en waardigheid moeten op de eerste plaats komen, ongeacht waar ze leven.”