AZG veroordeelt voortdurend geweld tegen burgers in Centraal-Afrikaanse Republiek
De voorbije weken heeft het geweld in de Centraal-Afrikaanse Republiek onaanvaardbare en ongekende hoogtes bereikt, zegt Artsen Zonder Grenzen. De hele burgerbevolking zit gevangen in extreem gepolariseerd geweld, en elke dag betalen burgers het gelag voor het geweld tussen de twee voornaamste gewapende groepen, de ex-Seleka en de anti-Balaka.
Burgers leven in constante angst
Hoewel het een complex conflict is en alle gemeenschappen af te rekenen krijgen met geweld, is er de laatste tijd steeds meer sprake van collectieve afrekeningen tegen de moslimminderheid. In verschillende steden zitten moslimgroepen geïsoleerd en worden ze bedreigd door anti-Balakatroepen. Ondertussen zijn duizenden moslims al gevlucht naar Tsjaad of Kameroen.
“De burgers leven in constante angst en zijn voor een groot deel aan hun lot overgelaten”, zegt Martine Flokstra, noodhulpcoördinator voor Artsen Zonder Grenzen. “In het noordwesten van het land en in de hoofdstad Bangui zien we momenteel directe vergeldingen tegen moslims. We maken ons zorgen om deze gemeenschappen. Zij zitten geblokkeerd in hun dorpen die omsingeld zijn door anti-Balakatroepen. Ook dat vele moslimfamilies gedwongen zijn om te vluchten om te overleven, maakt ons ongerust.”
Door gevechten in de steden Bouca, Bossangoa, Carnot, Berberati en Baoro in het noordwesten van het land zijn moslimfamilies op de vlucht geslagen. In Bozoum vertrok woensdag de voltallige bevolking, zo’n 2.500 mensen. In Bouar zitten 8.000 mensen vast, zij kunnen niet vluchten voor het geweld. Gewapende groepen belemmeren hun vertrek en toegang tot gezondheidszorg is er bijna onmogelijk.
Al dertigduizend vluchtelingen hebben de grens met Tsjaad overgestoken en tienduizend anderen zijn gevlucht naar Kameroen. Op de luchthaven van Bangui verzamelen moslimfamilies zich in een afzonderlijk kamp in de grote moskee of op geïsoleerde sites voor ontheemden zoals in PK12.
Geweld heeft alarmerend niveau bereikt
Maar ook in het kamp op de luchthaven waar 100.000 christenen onderdak zoeken, hebben onze teams in januari medische zorg gegeven aan 265 gewonden door het geweld. Ook het overgrote deel van de christelijke bevolking blijft lijdt onder het geweld. Honderdduizenden christenen zoeken momenteel onderdak in de religieuze centra of op de luchthaven van Bangui. Ze leven er in slechte omstandigheden en zijn te bang om naar hun huizen terug te keren.
“Het effect van het geweld op de volledige bevolking heeft een alarmerend niveau bereikt”, zegt Flokstra. “Het willekeurige geweld is blijkbaar niet tegen te houden en is de laatste maanden enkel toegenomen. De acties van de voorbije maanden en de huidige inspanningen zijn niet genoeg in het licht van deze crisis.”
In Bangui duren de gevechten en de plunderingen onverminderd voort. In januari alleen al behandelde Artsen Zonder Grenzen 1650 gewonden als onmiddellijk gevolg van het geweld. De voorbije week nam Artsen Zonder Grenzen 91 patiënten op met schotwonden of wonden door machetes in het gezondheidscentrum Castor. Artsen Zonder Grenzen behandelde ook gewonden in acht verschillende steden in het noordwesten.
Artsen Zonder Grenzen werkt sinds 1997 in Centraal-Afrikaanse Republiek en heeft nu zeven vaste projecten in Batangafo, Boguila, Carnot, Kabo, Ndéle, Paoua en Zémio, en zeven noodhulpprojecten in Bangui, Bouar, Bozoum, Bossangoa, Bouca, Bria en Berberati. Er werken 200 internationale medewerkers en 1.800 lokale medewerkers in het land.