AZG eist dat Bahreins leger stopt patiënten hardhandig aan te pakken
Het regime in Bahrein gebruikt ziekenhuizen om de manifestanten hard aan te pakken. Artsen Zonder Grenzen veroordeelt die praktijk, want het maakt dat gewonden onmogelijk nog verzorging kunnen zoeken. Artsen Zonder Grenzen brengt een rapport uit dat aantoont hoe ziekenhuizen en gezondheidscentra niet langer veilige onderkomens zijn voor zieken en gewonden, maar gevaarlijke plaatsen.
“Kwetsuren, in het bijzonder verwondingen die veroorzaakt zijn door geweervuur van politie en leger, worden gebruikt om mensen te identificeren en te arresteren. Door hen medische hulp te onthouden, wil de Bahreinse overheid mensen afschrikken om nog te protesteren”, zegt Latifa Ayada, medisch coördinator bij Artsen Zonder Grenzen. “Gezondheidsfaciliteiten worden gebruikt als lokaas om wie verzorging zoekt te identificeren en te arresteren.
” De gezondheidszorg in Bahrein functioneert normaal goed, met degelijke infrastructuur en materiaal en goed opgeleid personeel. Toch kan zij sinds het begin van het geweld tussen betogers en overheidstroepen niet meer voldoen aan de medische behoeften van de bevolking. Het Salmaniyaziekenhuis, het enige openbare referentieziekenhuis in Bahrein, was zo goed als leeg toen medewerkers van Artsen Zonder Grenzen het recent bezochten. Gewonden in het Salmaniyaziekenhuis vertelden aan een team van Artsen Zonder Grenzen hoe militairen hen sloegen, onder meer op hun verwondingen. Andere patiënten werden in ziekenhuizen gearresteerd toen vastgesteld werd dat zij hun verwondingen opgelopen hadden bij de protesten.
Omdat een ziekenhuisbezoek zoveel risico’s inhoudt, zoeken veel gewonden nu geen medische verzorging meer. De manifestanten gebruikten Salmaniyaziekenhuis eerder als verzamelplaats voor hun betogingen. Daarop bezette het leger dat ziekenhuis en werden ook andere ziekenhuizen en medisch personeel geviseerd. Dat heeft de capaciteit van de gezondheidszorg om neutrale medische hulp te verlenen ernstig ondermijnd.
Artsen Zonder Grenzen heeft voorgesteld om medische noodhulp te ontplooien in Bahrein. Daarbij zou Artsen Zonder Grenzen patiënten begeleiden bij hun ziekenhuisbezoek, om erop toe te zien dat ze werden behandeld in plaats van gearresteerd, en dat het medisch personeel zijn werk zou kunnen doen zonder te moeten vrezen voor represailles. Helaas kon Artsen Zonder Grenzen geen garanties krijgen dat ook de begeleide patiënten niet geviseerd zouden worden.
“Het leger heeft het ziekenhuis tot legitiem militair doelwit verklaard en de veiligheidsdiensten gebruiken het systeem van gezondheidszorg als werkinstrument. Dat negeert en ondergraaft het recht van patiënten op een behandeling in een veilige omgeving, en de fundamentele plicht van medische personeel om patiënten zonder onderscheid te behandelen,” zegt Christopher Stokes, algemeen directeur van Artsen Zonder Grenzen.
Er moet alles aan gedaan worden om het weer mogelijk te maken dat de bevolking zonder angst medische verzorging kan zoeken. Daarvoor moet in het bijzonder het leger verwijderd worden uit het Salmaniyaziekenhuis. De oppositie moet dan weer garanderen dat het ziekenhuis niet gebruikt zal worden als verzamelpunt voor betogingen. Artsen Zonder Grenzen wijst op de noodzaak en de plicht van de Barheinse overheid om de regels van het internationaal humanitair recht te respecteren, in het bijzonder de regels die het respecteren en de bescherming van medische structuren en medisch personeel bepalen.
Het gaat verder ook om de bescherming van burgers, zieken en gewonden, en gevangenen. De verantwoordelijkheid voor het herstel van het functioneren van de gezondheidszorg ligt vandaag in handen van de overheid. De politie, het leger en de veiligheidsdiensten moeten stoppen met het systeem van gezondheidszorg te gebruiken om de manifestanten aan te pakken, en moeten toestaan dat medisch personeel haar eerste plicht uitoefent, namelijk het verlenen van gezondheidszorg aan patiënten, ongeacht hun politieke of religieuze overtuiging.