AZG bereidt zich voor op meer geweld in Centraal-Afrikaanse Republiek
Artsen Zonder Grenzen zet nieuwe mobiele medische teams in, in de Centraa-Afrikaanse Republiek. Wanneer het geweld in de Centraal-Afrikaanse Republiek verder escaleert, kunnen de teams snel hulp verlenen aan de bevolking.
De teams worden vooral ingezet in het gebied langs de hoofdweg tussen Batangafo en Bouca, rond Bossangoa en in het zuidwesten van het land. Rosa Crestani, die de hulpverlening coördineert, is net terug uit Bouar.
“We hadden al teams in de Centraal-Afrikaanse Republiek, en zij wilden hun capaciteit om snel te reageren bij noodsituaties versterken. Daarom hebben we mobiele noodhulpteams opgezet. Die kunnen dan zo snel als mogelijk aan de slag op plaatsen waar er nieuw geweld losbarst. Wanneer je heel snel bent, kan je in zo’n gevallen echt mensenlevens redden,” zegt Rosa Crestani.
Gewonden en vluchtelingen helpen
“De toestand van de gewonden moet dan gestabiliseerd worden, en daarna worden ze doorverwezen naar ziekenhuizen, voor meer gespecialiseerde verzorging. Aan vluchtelingen, die soms niets meer bezitten, geven we hulpgoederen. Een ten slotte bieden deze mobiele hulpposten medische consultaties aan voor basisgezondheidszorg. Veel patiënten lijden aan malaria, één van de dodelijkste ziektes in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Maar we zien ook veel ontstekingen van de luchtwegen, en huidziektes, die te maken hebben met de erbarmelijke leefomstandigheden van de vluchtelingen.”
Dat deze manier van werken, met snelle, mobiele teams resultaten kan opleveren, is de voorbije weken al gebleken.
Hulpverlening in Bouar
“We hoorden dat er zwaar gevochten was in Bouar, een stad in het westen van het land, op 26 oktober. We vertrokken onmiddellijk, en toen we aankwamen begonnen we meteen gewonden te verzorgen. Sommigen hadden schotwonden, andere ernstige trauma’s, zoals breuken. Het meeste medische personeel in de Centraal-Afrikaanse Republiek heeft geen ervaring met schotwonden,” zegt Rosa Crestani.
“In de stad bevonden zich ook zo’n 9000 vluchtelingen. We deden medische consultaties voor hen en verdeelden hulpgoederen. Toen de spanning in de stad minderde, vertrokken de vluchtelingen weer naar huis, en ons team ging naar de brousse.”
“Daar vonden we ook vluchtelingen. Veel mensen waren niet naar de stad gevlucht, maar hadden zich verborgen in de wildernis of langs hun akkers. Ze waren doodsbang, en liepen hard weg wanneer ze een wagen hoorden, uit schrik dat er weer gewapende mannen aankwamen. In totaal deed ons kleine team op twee weken tijd 2000 medische consultaties.”
Teams naar Mbaiki en Yaloké
Op 16 november vetrokken twee mobiele teams naar Mbaiki en Yaloké, in het zuidwesten. Daar zouden nieuwe vluchtelingen zijn. De teams zullen dat onderzoeken en hulp bieden indien nodig.”
“Deze teams kunnen heel efficiënt zijn, als we snel geïnformeerd worden en snel kunnen reizen. Wij kunnen niet alle noden lenigen. Gezondheidszorg in één ding, maar mensen hebben ook drinkwater, voedsel en veiligheid nodig. Op die vlakken is er maar weinig gebeurd. Andere organisaties in de Centraal-Afrikaanse Republiek, waaronder de Verenigde Naties, hebben zich nog niet voorbereid op een nieuwe noodsituatie,” besluit Rosa Crestani.