Sociale media

  • NL
Open the menu

Zuid-Soedan: honger en ellende in het kielzog van de vrede


Voor het eerst sinds maanden zijn er slechts een vijftigtal kinderen aanwezig in het therapeutisch voedingscentrum van AZG in Akuem, in de Zuid-Soedanese provincie Bahr el Ghazal. Toen de hongercrisis tussen juni en eind augustus een hoogtepunt bereikte, lag de ondervoedingsgraad tweemaal hoger dan de alarmdrempel en werden er in het centrum 250 ernstig ondervoede kinderen verzorgd. In totaal behandelden het therapeutisch centrum, het aanvullend voedingscentrum en de drie ambulante centra meer dan 2.100 kinderen. Om erger te voorkomen, zette AZG een voedseloperatie op touw, waarbij rantsoenen doelgericht worden verdeeld onder kinderen van minder dan vijf jaar. Half augustus deden de teams twee verdelingen voor telkens 15.000 kinderen.

Zittend op een slaapmat wiegt Nybol Bol haar tweeling van een jaar, Ngor en Achang. In augustus ondernam ze te voet een tocht van 14 uur om haar kinderen naar Akuem te brengen, waar ze met ernstige ondervoedingsverschijnselen werden opgenomen in het AZG-centrum. Zonder deze intensieve medische verzorging en gespecialiseerde voeding, hadden ze het wellicht niet gehaald. Vandaag zijn ze buiten gevaar, net als de andere lachende en spelende kinderen in het centrum. Hun moeders weven gekleurde manden of keuvelen in de schaduw van een tentzeil.
Deze voedselcrisis kwam er in het kielzog van de ondertekening van de vredesakkoorden die een einde maakten aan 21 jaar burgeroorlog. Akuem en het hele district Aweil Est, bastion van de voormalige rebellenbeweging SPLM (Southern Peoples’ Liberation Movement), werd erg zwaar getroffen door dit conflict. Vandaag zijn bijna 30.000 mensen teruggekeerd naar de regio. De realiteit waarmee ze geconfronteerd worden, is veeleer somber: het einde van de oorlog betekent in geen geval het einde van hun strijd om te overleven. Hoewel ze goed onthaald worden door de bevolking en in de mate van het mogelijke geholpen worden door hun families, kregen deze mensen geen enkele hulp van buitenaf en hun terugkeer zorgde zelfs voor een verdere destabilisatie van een door de oorlog reeds erg verarmde en geteisterde zone.
Akual is een van deze duizenden die sinds januari 2005 terugkeerden naar de regio. Velen onder hen waren deze zone vlakbij de frontlinie ontvlucht, op zoek naar een veilig onderkomen in het noorden van het land of in kampen buiten Soedan. Anderen, zoals Akual, werden ontvoerd en tot slavernij gedwongen. “Ik ben in maart toegekomen”, vertelt ze. “Ik voel mij hier thuis. Ik ben met mijn familie en ik zal nooit meer mishandeld worden.” Maar de vreugde bij de terugkeer is ook gematigd. De herwonnen vrijheid, die het einde betekent van geweld en ontheemding, is verre van volmaakt. Slechts gekleed in lompen en zittend voor een vervallen huis met lemen muren merkt ze op: “De enige verschillen tussen hier en het noorden zijn het gebrek aan voedsel en de ellendige woningen. Maar hier is mijn thuis.”
Ondanks de vrede en de gulle financiële beloften van de internationale gemeenschap, blijft het leven van de steeds talrijker wordende bevolking erg onzeker. AZG beheert het enige toegankelijke en kosteloze ziekenhuis van honderden kilometers in de omtrek, in een regio zonder wegen, zonder scholen, zonder infrastructuur. “De enige zichtbare verandering sinds de ondertekening van de vredesakkoorden is dat we meer patiënten verzorgen dan voordien”, aldus Claire Magone, landverantwoordelijke van AZG in Zuid-Soedan. “In augustus alleen al telden we 7.000 raadplegingen. De voedselcrisis lijkt vandaag onder controle, maar op het vlak van medische verzorging hebben we onze maximumcapaciteit bereikt. En helaas wijst vandaag niets erop dat er meer hulp zal komen.”
Dut draagt een gescheurd T-shirt, bedrukt met de slogan van een vaccinatiecampagne van jaren terug. Met weinig woorden legt Dut de gelatenheid uit die in deze regio zo alomtegenwoordig is sinds de ondertekening van de vredesakkoorden op 9 januari. “De 9de van elke maand, hopen we op een verandering”, merkt hij met een ontnuchterende glimlach op. Hoewel er bemoedigende tekenen van verbetering zijn – zoals de stijging van het aantal vrouwen dat in het ziekenhuis komt bevallen – zorgt de terugkeer van duizenden “returnees” die de komende maanden de bevolking zullen doen aangroeien, voor grote ongerustheid. “Het begin van de vrede had het begin van een nieuw tijdperk van ontwikkeling in Akuem moeten inluiden”, zo besluit Claire Magone. “Maar ondanks de enorme noden die momenteel niet worden ingelost, is het enige wat hier opvalt dat er niets verandert.” En als er niets verandert, dan zijn Ngor en Achang misschien alleen in leven gebleven om nog een jaar van ellende door te maken.