Sociale media

  • NL
Open the menu

Zorg voor Zimbabwaanse migranten


In december 2007 startte Artsen Zonder Grenzen met het verstrekken van basisgezondheidszorg aan Zimbabwaanse migranten in de Zuid-Afrikaanse grensstad Musina in de provincie Limpopo, en in het centrum van Johannesburg. Het aantal Zimbabwanen in Zuid-Afrika wordt op meer dan een miljoen geschat.

Musina, vroeger een vrij welvarend mijnstadje, ligt aan de Zuid-Afrikaans-Zimbabwaanse grens, langs de hoofdweg van Makhado naar Beitbridge. Musina-Beitbridge is Afrika’s drukste commerciële grens en ligt halverwege tussen Johannesburg en Harare.

De migranten werken meestal als landbouwarbeiders of niet-ingeschreven arbeiders. Ze gebruiken hun loon voor hun eigen basisnoden en voor het onderhoud van hun familie in Zimbabwe. Angst voor deportatie en misbruik weerhoudt hen er vaak van om de publieke gezondheidsdiensten te raadplegen. Chronische infectieziekten als tuberculose (tbc) en HIV worden niet opgevolgd en medische noden – zoals spoedbevallingen – maken de vrouwen erg kwetsbaar.

Beschouwd als indringers

De Zuid-Afrikaanse grondwet garandeert toegang tot gezondheidszorg voor iedereen die in het land verblijft, ook migranten. De Zimbabwanen vormen momenteel de grootste migrantengroep in Zuid-Afrika. Met een werkloosheidspercentage van 25 tot 40% in Zuid-Afrika, worden zij vaak beschouwd als indringers, waardoor het nog moeilijker wordt voor hen om toegang te krijgen tot gezondheidszorg en medische behandelingen, waardoor hun situatie nog verergert.

Bij het oversteken van de grens stellen de Zimbabwaanse migranten zich bloot aan grote risico’s, waaronder seksueel geweld, fysiek en verbaal geweld, en politiegeweld. Eens in Zuid-Afrika vinden velen geen werk”, zegt Sylvie Kaczmarczyk, AZG-terreincoördinator in Musina. Deze factoren, in combinatie met hun onduidelijk wettelijke status, leidt tot een erg onzekere situatie en een algemene onveiligheid, met schadelijke gevolgen voor de lichamelijke en mentale gezondheid.

Het AZG-team biedt gezondheidszorg in commerciële boerderijen langs de oostelijke grens van Limpopo en heeft vaste consultatieplaatsen in het township Musina in Happer, Campel en Matswale. Tijdens het eerste kwartaal van 2008, werden maandelijks meer dan 800 consultaties gehouden. De meest gehoorde klachten zijn hoofdpijn, hoesten, huidziekten, pijn en seksueel overdraagbare aandoeningen.

AZG in het centrum van Johannesburg

De AZG-gezondheidsstructuur in Johannesburg ligt naast de Centrale Methodistenkerk die 1200 tot 1500 migranten huisvest, voornamelijk Zimbabwanen. De bestaande gezondheidsstructuur werd eens per week bezocht door vrijwillige gezondheidswerkers. Er was echter nood aan een gestructureerde medische zorg voor migranten, alsook een medische doorverwijzing waarmee ze toegang kunnen krijgen tot de openbare gezondheidsdienst. Daarom richtte AZG een permanent bemande structuur op. Het team biedt basisgezondheidszorg en verwijst patiënten door naar het publieke gezondheidssysteem voor gespecialiseerde medische behandelingen.

In de wachtkamer van AZG, vertelt een moeder van een zeven maanden oude baby over haar levensomstandigheden en de reden waarom ze naar AZG komt: “Het enige wat ik had toen ik naar Zuid-Afrika kwam, waren de kleren die ik droeg; de vrouwen in de kerk gaven me kleren voor mijn baby. Mijn baby is niet gevaccineerd en sinds december 2007 ging ik naar drie klinieken in Johannesburg. Niemand wilde hem immuniseren. Ik kwam naar AZG omdat mijn baby zijn vaccinaties moet hebben.  Soms ben ik bang dat hij niet zal kunnen lopen.

Veiligheidsgevoel bedreigd

De infrastructuur helpt de migrantengemeenschap in en rond de kerk, waar een beperkte slaapruimte is, slechte ventilatie en onhygiënische omstandigheden als gevolg van overbevolking. De kerk wordt door de meeste bewoners beschouwd als hun enige veilige schuilplaats, maar onlangs werd dit veiligheidsgevoel bedreigd. Zo vielen De Zuid-Afrikaanse politiediensten op 30 januari 2008 binnen in de kerk. De meeste bewoners werden fysiek mishandeld en opgepakt.
De migranten die naar AZG komen, zijn getraumatiseerd na het oversteken van de grens en door de situatie waarmee ze te maken krijgen in Zuid-Afrika. Het is moeilijk om werk te vinden en er heerst echte angst voor deportatie. De primaire gezondheidszorg die wordt geboden in de infrastructuur omvat sinds de inval daarom ook psychosociale begeleiding, in de vorm van individuele en groepssessies.

Momenteel wordt gewerkt met drie wekelijkse steungroepen: een groep die werkt in de nasleep van de inval, een HIV-groep en een mannengroep. In april 2008 wordt gestart met groepen voor tieners/adolescenten en moeders.

Trauma's, angst en pijn

In januari 2008 verrichtte het AZG-team een totaal van 861 consultaties, waaronder 98 klinische doorverwijzingen voor HIV, tbc en andere chronische ziekten. In februari waren er 1144 consultaties, 198 individuele psychosociale sessies en 125 doorverwijzingen. In maart zag het team 890 patiënten. 71 werden doorverwezen, 171 namen deel aan individuele psychosociale sessies.

Bianca Tollboom is verpleegkundige in het AZG-team dat Zimbabwaanse migranten in Johannesburg bijstaat. Bianca vertelt ons: “Van januari tot maart kwamen de meeste patiënten voor ontstekingen van de bovenste luchtwegen en pijn. De diagnoses van seksueel overdraagbare aandoeningen nemen gestaag toe. De meerderheid van de patiënten van ons AZG-team in Johannesburg zijn Zimbabwaanse volwassen mannen die in de kerk leven.

AZG is getuige van het trauma van Zimbabwaanse migranten die voortdurend in angst en pijn leven. Het AZG-project biedt een belangrijk antwoord op de noden van de Zimbabwaanse migranten in Zuid-Afrika.