Sociale media

  • NL
Open the menu

"Wij zijn geen partij in de strijd tegen terrorisme"


Met een ambulance, volgeladen met explosieven, inrijden op het hoofdkwartier van het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) in Bagdad, zoals afgelopen maandag gebeurde, is een gruwelijke aanval op onschuldige burgers en tegen onafhankelijke humanitaire hulpverlening. Deze daad moet dan ook ten strengste veroordeeld worden. Deze en alle voorgaande aanvallen doen de vraag rijzen of onafhankelijke humanitaire hulpverlening in Irak überhaupt nog mogelijk is. Het gevolg is dat Artsen Zonder Grenzen (AZG) en andere humanitaire organisaties vandaag worstelen met de vraag of en hoe we nog veilig hulp kunnen blijven bieden aan de Irakese bevolking.

Bewust burgers en onafhankelijke hulporganisaties aanvallen, is een oorlogsmisdaad. De aanval op ICRC, een organisatie die al vele jaren hulp biedt aan de Irakese bevolking, confronteert ons met de vraag of alle hulporganisaties nu een mogelijk doelwit zijn. Deze aanslag was een aanval op de grondslagen van de humanitaire hulpverlening zelf.
De acties en verklaringen van Westerse bewindslieden hebben humanitaire organisaties nog kwetsbaarder gemaakt voor aanvallen. Westerse functionarissen trachten de humanitaire actie voortdurend voor te stellen als een onderdeel van hun "goede" politieke bedoelingen wanneer ze in andermans's land interveniëren. Toen de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell gevraagd werd of hij vreesde dat niet-gouvernementele organisaties (ngo's) Irak zouden verlaten na de aanval op ICRC, antwoordde hij dat, als de ngo's vertrekken, "de terroristen winnen". Van de aanwezigheid van ngo's openlijk een politiek thema maken in het aanhoudende conflict, wordt zo stilaan een vast refrein in de toespraken van VS-functionarissen. En dit sinds het begin van de "oorlog tegen het terrorisme". Powell noemde bijv. de Amerikaanse ngo's "force multipliers" ("versterkers van de macht van de VS") in de door de VS geleide interventie in Afghanistan.
Of het nu gaat om het droppen van "humanitaire" voedselpakketten in Afghanistan, terwijl men terzelfdertijd dit land vanuit oorlogsvliegtuigen bombardeert, of om het uitsturen van militair personeel in Irak in voertuigen waarop "humanitaire bijstand" staat geschilderd: de pogingen van de VS om hun militaire doelstellingen gedeeltelijk als "humanitair" te rechtvaardigen, heeft het principe zelf van echte humanitaire actie - het bieden van onvoorwaardelijke hulp aan mensen in nood zonder partij te kiezen in een conflict - zwaar ondermijnd.
De beslissing van AZG om in Irak of een ander land aanwezig te zijn, is niet gebaseerd op politieke of militaire doelstellingen, maar op een onafhankelijke en neutrale evaluatie van de humanitaire behoeften. Na de aanval op ICRC zijn de zeven internationale stafmedewerkers die AZG in Irak had naar Amman (Jordanië) gereisd. Ze zullen er evalueren hoe AZG haar werk in Irak kan voortzetten, tegen de achtergrond van het voortdurend toenemende geweld en de gevaarlijke verwarring over de rol van enerzijds humanitaire en anderzijds militaire actoren. De zestig toegewijde Irakese stafleden van AZG blijven ondertussen drie klinieken beheren in Sadr City (Bagdad).
Voor AZG is totale onafhankelijkheid t.o.v. elke politieke agenda dé hoeksteen van haar werk. We maken geen deel uit van de door de VS geleide Coalitie in Irak. We nemen evenmin deel aan de oorlog tegen het terrorisme of welke andere oorlog ook. De verantwoordelijken voor de aanslag op ICRC hebben het de onafhankelijke hulporganisaties nog moeilijker gemaakt om bijstand te blijven bieden aan de Irakese bevolking. En elke keer als politici humanitaire hulp een instrument noemen van buitenlandse politiek of humanitaire organisaties vragen om partij te kiezen in een conflict, wordt onze onafhankelijkheid verder aangetast. Van deze onafhankelijkheid hangt nochtans de veiligheid van onze staf af en onze mogelijkheid om in de toekomst nog hulp te bieden aan mensen in nood.