WHO en UNAIDS pleiten voor toename aidsbehandeling, maar waar gaan de geneesmiddelen vandaan komen?
Nu de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en UNAIDS een langverwacht rapport hebben uitgebracht over hun 3x5 aidsbehandelingsproject en oproepen om de behandeling voor iedereen toegankelijk te maken, vreest AZG dat er te weinig gedaan wordt om ervoor te zorgen dat de geneesmiddelen die noodzakelijk zijn om de behandeling uit te breiden en te ondersteunen, verkrijgbaar zijn voor wie ze echt nodig heeft.
Zowel de WHO als de donoren hebben geen oog voor een factor die de toegang tot betaalbare basisgeneesmiddelen bedreigt en die één van de belangrijkste hinderpalen vormt voor een algemene uitbreiding van de behandeling. Steeds meer mensen die jarenlang een aidsbehandeling hebben gekregen, zullen in toenemende mate nood hebben aan nieuwere geneesmiddelen van de tweede generatie. Die blijven echter onbetaalbaar of zijn zelfs helemaal niet beschikbaar.
“Als de prijs van tweedelijnsgeneesmiddelen niet drastisch daalt, zullen we onze patiënten slechts een paar jaar in leven kunnen houden", aldus dr. Karim Laouabdia, directeur van de AZG-campagne voor Toegang tot Basisgeneesmiddelen. "De patiënten zullen na een paar jaar behandeling onvermijdelijk tweedelijnsgeneesmiddelen nodig hebben omdat er zich resistentie ontwikkelt, ook al houdt de patiënt zich heel strikt aan zijn behandelingsschema."
Tegelijkertijd dreigen door de patentregelgeving van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) de bronnen van goedkope generische versies op te drogen, alsook van sommige geneesmiddelen van de eerste generatie. Zonder een voldoende toevoer van goedkope aidsgeneesmiddelen moeten nationale regeringen en zorgverleners een onmogelijke strijd leveren en dreigen levensnoodzakelijke behandelingen te worden stopgezet of onbetaalbaar te worden voor de patiënt.
“Dat de prijzen in het begin van dit decennium fors daalden, is te danken aan de generische competitie en aan het ontbreken van patenten op aidsgeneesmiddelen van de eerste generatie in de belangrijkste producerende landen. Die prijsdaling zorgde ervoor dat meer mensen konden worden behandeld", aldus Ellen ‘t Hoen, coördinator van de AZG-campagne voor Toegang tot Basisgeneesmiddelen. "We zijn echter opnieuw terrein aan het verliezen. De huidige patentregelingen dreigen de toegang tot zowel eerste- als tweedelijnsgeneesmiddelen te blokkeren. Een schrijnend voorbeeld van hoe de geschiedenis zich herhaalt, maar waarvoor de WHO blijkbaar blind is."
84% van de antiretrovirale geneesmiddelen die AZG gebruikt bij haar aidsprojecten overal ter wereld, is afkomstig van Indiase producenten. Vorig jaar veranderde India zijn patentwetgeving, om in orde te zijn met het TRIPS-verdrag van de WTO, en drie weken geleden reikte India zijn allereerste geneesmiddelenpatent uit. AZG vreest ten zeerste dat dit een precedent zal scheppen dat de toegang tot andere basisgeneesmiddelen, waaronder aidsremmers, in het gedrang brengt. De patentaanvragen voor sommige van die geneesmiddelen worden momenteel onderzocht door het Indiase patentbureau.
Farmabedrijven vragen sneller patenten aan in ontwikkelingslanden dan ze geneesmiddelen afleveren. Zo verkoopt Abbott Laboratories een nieuwe versie van het door de WHO aanbevolen tweedelijnsgeneesmiddel lopinavir/ritonavir alleen in de VS. En dat terwijl dit aidsmiddel bijzonder geschikt is voor de ontwikkelingslanden omdat het niet gekoeld hoeft te worden. AZG plaatste een bestelling voor het geneesmiddel bij de hoofdzetel van het bedrijf in Chicago, maar Abbott weigerde die af te handelen, en het probleem is dat er momenteel nog geen alternatieven bestaan voor het product.
AZG waarschuwt: als de VN en de internationale gemeenschap geen gezamenlijke inspanning leveren om blijvend goedkope aidsgeneesmiddelen beschikbaar te stellen, blijft het streven naar algemene beschikbaarheid een illusie.