Sociale media

  • NL
Open the menu

"We overleven met slechts een beetje maniokmeel"


Habiba Souleymane heeft net een rantsoen voedsel ontvangen in het CRENA (ambulant voedingscentrum) van AZG in Chare Zamna, in het westen van de provincie Zinder in Niger. Deze 30-jarige moeder, die de drukkende hitte die Niger teistert nochtans gewoon is, kan niet meer. Vanmorgen slaagde ze erin een plaatsje in een vrachtwagen te bemachtigen voor zichzelf en haar dochter van twee, om van haar dorp Kari Bakoi naar Zinder te gaan. Een traject van 20 km. Sinds half acht wachten beide geduldig, in het gezelschap van tientallen andere vrouwen en hun kinderen, die net als zij een lange reis achter de rug hebben.

Habiba weet wat ondervoeding is. Ze herinnert zich nog goed de verschrikkelijke hongersnood van 1984. 7 jaar geleden verloor ze al een kind door de honger. Vandaag wil ze al het mogelijke doen om haar dochter te redden, ook al hebben zij en haar echtgenoot niet meer genoeg voedsel. “We leven in armoede, er is geen gierst meer. Daarom moeten we overleven met enkel een beetje maniokmeel. Dat is alles wat we nog hebben. Mijn dochter is al twee maanden ziek, en ik kan niet naar het gezondheidscentrum in Termini gaan want we hebben niet genoeg geld.” Deze eenvoudige landbouwers zijn volledig afhankelijk van de opbrengst van hun veld, waar ze gierst, sorghum en wat maïs verbouwen.
In Termini zei men haar om naar het ziekenhuis van Zinder te gaan. Maar daar moet je zelfs betalen vóór je behandeld wordt. "Dus zei men me dat ik naar het CRENI (intensief voedingscentrum) in Berni moest gaan. Daar werden mijn dochter en ik allebei opgenomen. We brachten negen dagen in het centrum door. Sinds vandaag ga ik naar het CRENA. Met mijn dochter gaat het beter, ze begint een beetje bij te komen. Ze vindt Plumpy Nut wel lekker." Deze morgen heeft ze nog een doktersbezoek ondergaan. Ondanks een beetje koorts gaat haar algemene toestand erop vooruit. "Het gaat beter met mijn dochter. En als het goed blijft regenen, zullen we ook een goede oogst hebben. Inch Allah. Als ik met mijn dochter op de rug op het veld wil werken tijdens het oogsten, moet ze in goede gezondheid zijn. Anders zal ze het niet kunnen volhouden. Het is erg zwaar met deze hitte.”
Ze kent nog minstens vier andere ondervoede kinderen uit haar dorp, die zich nog niet hebben laten behandelen in Zinder. De moeders van de kinderen willen hen liever niet zo ver meenemen, of kunnen het gewoonweg niet. Op dit ogenblijk moet Habiba terugkeren naar Kari Bakoi en haar familie. Ze zal een liter olie, zakjes Plumpy Nut voor haar dochter, een zak gierst, bonen en een stuk zeep meenemen. En ze moet nog 200 CFA zien te vinden om met een auto mee te kunnen en voor de avond aan te komen. Nog een beproeving te overwinnen.
De naam werd uit vertrouwelijkheidsoverwegingen aangepast.