Sociale media

  • NL
Open the menu

Wanneer het rustig lijkt


Terwijl de politieke onderhandelingen nog steeds aan de gang zijn, is het geweld een dagelijkse realiteit voor geïsoleerde gemeenschappen in het district Molo.

Op 15 februari waren de AZG-teams in de districten Nakuru en Molo getuige van een nieuwe golf van geweld. De dag ervoor waren drie mensen (een vader en zijn twee zonen) gedood in Sachangwan, een klein dorp langs de hoofdweg tussen Nakuru en Eldoret, en werden er twee huizen in brand gestoken. Ook in Mawingo, op de weg tussen Molo en Kuresoi, werd in twee woningen brand gesticht. In Kuresoi werden de voorbije dagen drie pogingen tot brandstichting gemeld. In Tegea waren in een week tijd 14 huizen platgebrand. In dezelfde regio’s zijn de oorspronkelijke ontheemdenkampen, waar mensen onderdak en veiligheid zochten, weer leeggelopen. In Murindiko leefden een maand geleden 2000 mensen, nu nog dertig.
 
In Molo was de toestand voor de verkiezingen al erg gespannen. Begin december startte AZG met de eerste mobiele klinieken in de streek. Er waren zo’n 20.000 ontheemden samengestroomd, die op de vlucht waren voor het geweld. Er worden al sinds oktober 2007 gevechten tussen verschillende bevolkingsgroepen gemeld.
“De toestand lijkt rustig,” verklaart Tina Varga, AZG-coördinator in Nakuru en Molo, “maar er wordt elke dag geweld gepleegd, er worden mensen getraumatiseerd en gedwongen in voortdurende angst te leven”. Nakuru is de enige stad in Kenia waar de avondklok van kracht blijft tussen 19 uur en 6 uur ’s ochtends. Het bewijs dat de toestand verre van rustig is in deze streek.
Volgens officiële cijfers zijn er in de Zuidelijke Riftvallei zo’n 170 kampen waar mensen zich verzamelen. De meeste zijn kleine nederzettingen van enkele honderden mensen. In deze context in een mobiele kliniek cruciaal om twee redenen: om medische hulp te bieden aan mensen die niet naar gezondheidscentra en ziekenhuizen kunnen gaan, en om als humanitaire organisatie aanwezig en mobiel te zijn in een gebied waar geweld een dagelijkse realiteit is. “De mensen uit de verschillende bevolkingsgroepen zien hoe onze teams zich bewegen en iedereen behandelen, ze voelen zich niet in de steek gelaten”, zo besluit Tina Varga.

In Total Junction, een belangrijk kruispunt tussen de hoofdweg naar Eldoret en die naar Kisumu, heeft het geweld zwaar toegeslagen. Verschillende huizen en winkels werden in brand gestoken en vernield, de stad is bijna leeg. Op de weg tussen Molo en Total Junction werden de mensen met bedreigingen en geweld uit hun huizen gejaagd, om vervolgens de ijzeren platen te kunnen stelen die gebruikt worden als dak.

De mobiele klinieken van AZG bieden medische hulp aan ontheemden in twee verschillende kampen in de omgeving van Total Junction. Beide kampen worden bewoond door mensen uit de verschillende stammen die betrokken zijn bij het geweld. “Het is erg belangrijk voor ons om hulp te bieden aan alle slachtoffers van deze crisis, los de groep waartoe ze behoren,” zegt Elena Velilla, AZG-landverantwoordelijke. “We doen het met onze teams in de twee kampen nabij Total Junction. De mensen moeten kunnen zien dat we voor iedereen werken en niet discrimineren”.

De meeste bewoners van de twee kampen, het ene nabij het politiebureau van Mau Summit en het andere enkele kilometer verderop in Ketigoi, hebben geen middelen om zich aan te sluiten bij mensen uit hun eigen bevolkingsgroep die zich in een andere streek bevinden. Ze zijn ook bang om naar ziekenhuizen of andere gezondheidsstructuren te gaan, omdat ze bang zijn voor een behandeling van een gezondheidswerker die tot een andere stam behoort. “Vandaag zagen we iemand met HIV/aids. Zijn antiretrovirale medicijnen (ARV’s) waren bijna op. We stelden voor om met ons mee te gaan naar het ziekenhuis van Molo voor nieuwe medicijnen. Hij weigerde, hij wist dat het grootste deel van het ziekenhuispersoneel van een andere bevolkingsgroep was. We moesten alleen gaan, de medicijnen ophalen en ze naar hem brengen,” zegt Radka Onderkova, AZG-arts aan het hoofd van de mobiele kliniek in het ontheemdenkamp van het politiekantoor van Mau.

In beide kampen leven zo’n 700 ontheemden onder plastic zeilen en in zeer primitieve omstandigheden. Het team van Radka verricht in een dag zo’n 450 consultaties. De meest voorkomende aandoeningen zijn luchtweginfecties en diarree. Via een voedingsonderzoek werden drie matig ondervoede kinderen opgespoord en een ernstig ondervoed kind.

Radka Onderkova, AZG-arts, geeft uitleg over de activiteiten van de mobiele kliniek in het ontheemdenkamp aan het politiekantoor van Mau.

Nabij het kamp aan het politiekantoor is een kleine markt. De meest verhandelde goederen zijn chapati, een plaatselijk brood, en gebruikte en roestige ijzeren platen die verkocht worden per kilo. Op de weg terug naar Molo tellen we tientallen lege boerderijen zonder dak.
“Ze kwamen rond 5 uur ’s morgens en ze zeiden dat we moesten vertrekken, dat de boerderij niet langer van ons was. Ze gaven ons twee dagen,” vertelt Andrew, een 31-jarige man die met zijn gezin in het ontheemdenkamp verblijft. “We begonnen zoveel mogelijk bezittingen in te pakken. De volgende dag kwamen ze terug, gewapend met machetes en staven, en stalen ze het dak. We moesten wel vertrekken.” Andrew woont met zijn twee kinderen en zijn vrouw in een tent van plastic zeilen. Voor de ingang staan een houten frame van een tweepersoonsbed, een sofa en een oude fiets, de enige spullen die ze nog konden meenemen.