Van bijstand aan ontheemden tot hulp voor terugkerende vluchtelingen
Het staakt-het-vuren in Libanon lijkt stand te houden en een hele stroom ontheemden keert dan ook terug naar hun huizen in het zuiden. Na eerst bijstand te hebben verleend in de gemeenschapscentra waar zij hun toevlucht hadden genomen, helpt Artsen Zonder Grenzen (AZG) hen nu ook hun leven weer op te vatten.
Het komt niet vaak voor dat een oorlog zo plotseling afloopt. Om acht uur 's morgens kwam het geluid van explosies, dat een maand lang door de steden en valleien had gegalmd, opeens tot een einde. Rond negen uur begonnen enkele ontheemden in de gemeenschapscentra in de Libanese hoofdstad Beiroet al hun spullen bij elkaar te zoeken. Ongelooflijk, voor wie bedenkt dat een staakt-het-vuren in deze regio gewoonlijk niet langer dan een paar uur stand houdt, of op zijn best een paar dagen. Tegen tien uur verschenen al de eerste auto's, volgepakt met mannen, vrouwen, kinderen en hun eigendommen - met hoog opgestapeld op het dak de schuimmatrassen die door AZG en andere humanitaire instanties waren uitgedeeld. Ze gingen weer naar huis. Tegen twaalven was de snelweg naar het zuiden het toneel van een gigantische verkeersopstopping, terwijl de auto's zich één voor één een weg baanden langs de bommenkraters in het asfalt.
De AZG-teams die consultaties uitvoerden en noodhulpgoederen uitdeelden onder de ontheemden in Beiroet en elders, waren met stomheid geslagen. Dat de ontheemden graag terugwilden, was niet meer dan logisch: de omstandigheden waren allesbehalve gemakkelijk in de scholen, overheidsgebouwen en parken waar ze onderdak hadden gezocht. Maar de snelheid waarmee de gemeenschapscentra leegliepen, was adembenemend. Een aantal was binnen de vierentwintig uur helemaal le
Opluchting
Niet alleen de snelweg, ook de kleinere wegen naar het zuiden liepen vol. Ondanks uren van wachten in de brandende zon terwijl de auto's nauwelijks vooruitkwamen, heerste er een sfeer van opluchting. Aan de uitgangen van de stad deelden Libanese vrijwilligers snoepjes, politieke propaganda en folders waarin werd gewaarschuwd voor niet-ontplofte munitie, uit aan de mensen die op weg naar huis waren. "Wij gaan ons dorp inspecteren", schreeuwde een man door het raam van zijn gehavende Mercedes. "En daarna haal ik mijn gezin op, insj'allah."
De rivier de Litani, waarvan alle bruggen zijn vernield, bleek het grootste obstakel. Boven de plek waar AZG tien dagen geleden nog een menselijke keten had gevormd om medische voorraden naar ziekenhuizen in het zuiden te kunnen brengen, hing nu een wolk stof. Op de ene of andere manier was men erin geslaagd een dam van modder te improviseren, die al begon te verbrokkelen onder de banden van duizenden wagens, bussen en vrachtwagens met hulpmiddelen.
Zodra ze de andere oever hadden bereikt, verspreidden de vluchtelingen zich razendsnel naar hun lege steden en dorpen. Het AZG-team realiseerde zich maar al te goed dat niet iedereen nog een huis had om naar terug te keren. Gedurende het hele conflict had dit team zijn basis gehad in Sour (Tyr), de grootste stad ten zuiden van de Litani, waar ze ziekenhuizen en gezondheidscentra van geneesmiddelen, medisch materiaal en zelfs voedsel voorzagen. Voor de eerste keer in weken konden zij door het gebied reizen zonder bang te hoeven zijn voor bombardementen en gevechten.
"Nu moeten we ons concentreren op hulp voor diegenen die zijn achtergebleven en die al deze weken van de buitenwereld waren afgesloten, evenals voor diegenen die terugkeren", aldus landverantwoordelijke Christopher Stokes. Met twee auto's baande het AZG-team zich een weg door de vernielde dorpen, af en toe stoppend om de mensen te vragen naar hun belangrijkste behoeften.
Lijken onder het puin
Het dorp Aita ech Chaab, dat hooguit op een paar honderd meter van de Israëlische grens ligt, is zwaar beschadigd. Wanneer het AZG-team zich een weg door de straten baant, kraken de granaatscherven onder hun voeten. "Voorzichtig", waarschuwt iemand. "Dat deel is nog niet op explosieven gecontroleerd."
Een hele wijk is met de grond gelijk gemaakt; gisteren haalden de dorpelingen nog zeven lijken onder het puin vandaan. Hun familieleden komen nu terug uit het noorden en ze omhelzen elkaar met tranen in de ogen. Twee vrouwen proberen nog wat eigendommen van de familie bij elkaar te rapen - een stukje papier, een gescheurd lapje kleding - maar moeten het opgeven wanneer ze zich realiseren dat er niets meer over is.
Net als in andere dorpen vinden de AZG-teams ook in Aita ech Chaab geen zwaargewonde mensen die dringend behandeld moeten worden. "Vreemd genoeg hebben we veel doden gezien, maar slechts "categorie 4"-gewonden", vertelt AZG-chirurg Martial Ledecq. "Dat betekent dat zij maar lichtgewond zijn. Ik heb al in heel wat conflictgebieden gewerkt, maar in Libanon is het verschil tussen doden en gewonden wel erg groot."
Een nieuw begin
Hama Srour gaat het AZG-team voor in één van de huizen die nog overeind staan. Een van de buitenmuren is weggeslagen en overal liggen glasscherven, maar de kamer waar de tabaksbladeren hangen te drogen is nog min of meer bruikbaar. Daar legt hij uit dat hij belast is met de hulpverlening, maar dat hij zelf pas gisteren is thuisgekomen. Het schrift dat hij bij zich draagt en waarin hij een lijst moet maken van de dingen die hij uitdeelt, is nagenoeg leeg.
Wat hebben de dorpelingen nodig? "Water", zegt hij na even nadenken. "We zijn bang dat de putten door lijken besmet zijn geraakt. En tenten. De mensen hebben geen dak meer boven hun hoofd. Wat geneesmiddelen om het medisch centrum weer op te starten. Maar eerst gaat het dorp zijn doden begraven."
Het AZG-team bezoekt dorp na dorp - sommige zijn net zo zwaar beschadigd als Aita ech Chaab, andere zijn grotendeels gespaard gebleven. Tegen de avond is duidelijk wat er moet gebeuren. De ontheemden in Sour moeten worden geholpen en er moeten medische noodvoorraden worden vervoerd naar de ziekenhuizen en medische centra in de gevechtszone. Zo kunnen zij de terugkerende bevolking helpen een nieuw begin te maken.
Morgen, na de begrafenis, zal AZG in Aita ech Chaab tenten, dekens, lakens en hygiënekits uitdelen en de aanvoer van drinkwater regelen. Later zullen zij hetzelfde doen in de andere dorpen. "AZG is een organisatie voor medische noodhulp, we houden ons niet bezig met de wederopbouw," aldus Christopher Stokes. "Maar in de eerste dagen en weken, voordat de andere organisaties aankomen, kan AZG een verschil maken."