Sociale media

  • NL
Open the menu

Vaccinatie tegen mazelen - een logistieke uitdaging


Sinds 7 februari heeft Artsen Zonder Grenzen in het district Abéché in Tsjaad meer dan 40.000 kinderen ingeënt tegen mazelen. Deze noodinterventie bestrijdt een epidemie die al verschillende weken woedde.

Toen er midden januari veel gevallen van mazelen opdoken, vroegen de Tsjadische autoriteiten aan Artsen Zonder Grenzen om alle kinderen tussen 6 maanden en 15 jaar in te enten tegen de besmettelijk ziekte.
In minder dan tien dagen zette het noodhulpteam de massavaccinatie op touw: voertuigen huren, de koudeketen die de vaccins op de juiste temperatuur moet houden organiseren, het personeel van het Ministerie van Gezondheid opleiden. Het team, gespecialiseerd in dit soort campagnes, moet zich aanpassen aan moeilijke omstandigheden.

Veiligheidsmaatregelen

“Naast de hitte – het is hiet overdag 40° in de schaduw- moeten we rekening houden met tamelijk strenge veiligheidsmaatregelen,” zegt Nico Heijenberg, die de leiding om de operatie heeft. “Die maatregelen volgden op de regelmatige incidenten waarmee organisaties ter plaatse te maken kregen: diefstal van voertuigen, inbraken ‘s nachts…”
Wadji, een jonge vrouw, bracht haar kinderen naar de vaccinatieplaats Taiba, in het centrum van Abéché. Haar twee zoontjes, 3 en 5 jaar oud, bekijken de verpleegsters een beetje angstig. “Ik hoorde op de radio dat er een vaccinatie was,” zegt de jonge moeder. “De kinderen van twee van mijn buren kregen de mazelen in januari. Ik wil dat mijn kinderen beschermd zijn.” Het aantal gevallen is sinds januari sterk gestegen in de regio. Sinds 7 februari hebben teams van Artsen Zonder Grenzen meer dan 100 zieke kinderen verzorgd.
“Mazelen is een erg besmettelijke ziekte. Om de epidemie te stoppen, moeten we echt zo goed als alle kinderen inenten,” verklaart Eric Nilles, die de vaccinatiecampagne in de stad Abéché coördineert. “Dat is niet eenvoudig, want we hebben alleen maar een schatting van het aantal kinderen in elk dorp. Tijdens het droge seizoen verlaten veel families de dorpen om in de stad te gaan leven. En sommige ouders weigeren hun kinderen te laten inenten.”

Het dorpshoofd vinden

Terwijl de eerste teams de vaccinatie in de stad Abéché afronden op 14 februari, begonnen anderen in de rest van het district te werken. Florent Uzzeni, verpleegkundige, plant de vaccinatiedagen per plaats. Daarvoor bezoekt hij dorpen en nomadenkampen, vertelt hen over de situatie en wanneer het het team het dorp zal bezoeken. Zijn terreinwagen moet vaak grote omwegen maken om rond  uitgedroogde rivieren en zandheuvels te rijden.
Wanneer hij in een dorp aankomt, moet hij eerst het dorpshoofd zien te vinden, om het eerste contact te leggen. “We moeten hem overtuigen om alle kinderen te verzamelen op de dag dat ons team zal langskomen,” legt hij uit. “Dat gaat normaal heel goed. De mensen begrijpen wat we komen doen, want mazelen komt vaak voor in deze gebieden.”

Niet alleen in Abéché

Op 14 februari begonnen de teams ook buiten Abéché te werken. Ze dringen dieper door in het binnenland, in gebieden die te afgelegen zijn om elke dag weer naar de stad te rijden. Logistieke medewerkers zorgen voor de vaccins, het ijs, en het water en voedsel dat de teams nodig hebben. De teams slapen elke nacht ter plaatse, in de dorpen.
Andere teams van Artsen Zonder Grenzen ondernemen, in dezelfde moeilijke omstandigheden, een andere vaccinatiecampagne in het buurdistrict, langs de grens met Soedan.