Sociale media

  • NL
Open the menu

Thaïse overheid wijst Hmong-vluchtelingen uit


De vierduizend Hmong-vluchtelingen die nog in het kamp Huai Nam Khao in Thaïland verbleven, zijn door de Thaïse overheid gedwongen gerepatrieerd naar Laos. AZG, dat zich door militaire druk gedwongen zag haar werk stop te zetteni n mei 2009, kloeg de toestand van de Hmong al eerder aan.

Volgens het internationaal recht kan iemand die vreest voor zijn leven of veiligheid niet gedwongen gerepatrieerd worden. Wie wel gerepatrieerd wordt, moet veiligheidsgaranties krijgen. Maar aan geen van die twee voorwaarden is voldaan voor de gerepatrieerden uit kamp Huai Nam Khao.
De Hmongs zeggen in Laos vervolgd te worden. De Thaïse regering weigert hen echter als vluchtelingen te erkennen en beschouwt hen als illegale immigranten. Artsen Zonder Grenzen klaagde de situatie meermaals aan en vroeg om een onafhankelijke organisatie, zoals het UNHCR, te laten onderzoeken of de Hmong vervolgd worden in Laos of niet.
Dat heeft de Thaïse regering altijd geweigerd. De Laotiaanse regering van haar kant laat geen ngo’s of internationale organisaties toe in de gebieden naar waar de Hmong gerepatrieerd worden. Zo kunnen de Hmong nooit officieel als vluchtelingen erkend worden.
Artsen Zonder Grenzen werkte in het kamp Huai Nam Khao van juli 2005 tot mei 2009. Het werk werd stopgezet omdat de militaire druk op de Hmong in het kamp en de voortdurende hindering van de medische activiteiten van Artsen Zonder Grenzen zo groot werd, dat het niet meer mogelijk was zinvol werk te doen.
Met Artsen Zonder Grenzen verdween de laatste internationale hulporganisatie uit het kamp Huai Nam Khao. Daardoor kon de Thaïse regering de druk op de Hmong om het kamp te verlaten en weer naar Laos te keren nog verhogen.