Sri Lanka: Zware verwondingen en zware trauma's
De afgelopen dagen hebben naar schatting 60.000 mensen weg kunnen komen uit het hevig bevochten Vanni-gebied.
De gewonden stromen binnen in het Vavuniya ziekenhuis, in door de overheid gecontroleerd gebied. Artsen zonder Grenzen hulpverleners hebben inmiddels 400 mensen in een tijdsbestek van 36 uur behandeld. 'Het ziekenhuis is overvol: er zijn meer dan 1.700 patiënten op enkel 400 bedden. Mensen liggen op de vloer, in de gangen en zelfs buiten,' vertelt Paul McMaster telefonisch, chirurg van Artsen zonder Grenzen, vanuit Vavuniya, Sri Lanka.
Wij werken hier samen met de vaste medische staf van het ziekenhuis om de enorme stroom ernstig gewonden op te vangen. Driekwart van de wonden zijn veroorzaakt door ontplofte bommen, de rest door kogels en mijnen. En dan zien wij nog alleen maar de mensen die ons – levend – weten te bereiken, omdat ze bijvoorbeeld buikwonden hebben.
Mensen die gewond zijn geraakt in de borst of het hoofd zien we daarom niet, die hebben het niet gehaald. De mensen worden per bus hiernaartoe gebracht, en als ze onderweg aan hun wonden bezwijken, worden hun lichamen er vaak uitgehaald.'
Noodamputaties
'Van veel mensen zijn hun voeten en benen ernstig getroffen of zelfs compleet eraf geknald. We moeten daarom veel noodamputaties verrichten en operaties aan buik, organen, darmen, borst, longen en hoofd. Soms operen we de moeder, de vader én het kind van hetzelfde gezin die bij dezelfde ontplofte bom of mijn zijn geraakt.
We hebben een jonge vrouw geopereerd die nog borstvoeding gaf en ik heb haar been eraf moeten halen. Ik vraag me af hoe zij en haar kind nu verder moeten. We zien kinderen zonder ouders. Een kleine jongen: hij heeft zijn been verloren bij een explosie. Zijn broer zorgt voor hem. We weten niet waar hun ouders zijn, of zelfs of ze nog leven. En deze 2 kinderen, 5 en 7 jaar oud, zitten hier moederziel alleen te midden van alle hevige hectiek in het ziekenhuis.'
Emotieloos
'De mensen die hier binnen worden gebracht verkeren vaak in kritieke toestand en shock, ze moeten met spoed geopereerd worden. Maar toch liggen ze rustig te wachten op hun beurt. Ook de kinderen die hier tussen alle zware gewonden zitten, zitten emotieloos en stilletjes op hun beurt te wachten. Onze psychosociale hulpverleners hier, en in de kampen, staan hen bij want deze mensen zijn zwaar getraumatiseerd.
Omdat mensen zwaar gewond zijn, hebben ze vaak niet of weinig gegeten de afgelopen dagen. Ze hebben niets: alleen de kleren op hun lijf, geen potten, geen pannen, niets. Wij, en andere hulporganisaties, geven hen kleren, sandalen, een matras. In de kampen delen wij voedsel uit aan duizenden zwangere vrouwen en kinderen, omdat juist zij nog harder bijvoeding nodig hebben.'
Ná de operatie
'Ons grootste probleem is de postoperatieve zorg, belangrijke medische zorg ná de operatie. Op een afdeling die bedoeld is voor 45 mensen liggen er nu 325 patiënten. De weinige verpleegkundigen die er zijn, werken in diensten van 20 uur lang. We hebben geen andere keuze dan de prioriteit geven aan degenen die het hoogste risico lopen op infectie of bloedvergiftiging.
Voor ons, als medici, is het heel moeilijk te accepteren dat we niet die kwalitatieve zorg kunnen geven die wij willen geven. Iedereen hier werkt echt keihard.'
Voorbereiden
'We hopen allemaal, uit de grond van ons hart, dat het snel beter wordt. Maar tot nu toe ziet het er niet naar uit dat dit op korte termijn zal gebeuren. We denken dat het er in ieder geval niet minder op zal worden, en dat de stroom gewonden zelfs zal toenemen. Dus daar bereiden we ons op voor.'