Sri Lanka: AZG behandelt honderden gewonden uit oorlogsgebied
Ruim 400 gewonden zijn in de afgelopen twee dagen in noordelijk Sri Lanka geopereerd door chirurgen van AZG en het ministerie van Volksgezondheid.
De gewonden zijn uit belegerd rebellengebied naar Vavuniya gevlucht, dat in handen van de regering is. De verwondingen zijn veroorzaakt door granaatscherven en landmijnen. Het aantal van 400 is ruim tweemaal zoveel als tot nu per week gebruikelijk was. De patiënten komen met bussen tegelijk naar het ziekenhuis en de kampen in Vavuniya.
“De bussen blijven maar komen. Sommige gewonden halen het niet en overlijden onderweg,” zegt Karen Stewart, psychosociaal hulpverlener van Artsen Zonder Grenzen in Vavuniya. Meer dan dertig gewonden stierven op maandag 20 april op weg naar het ziekenhuis.
Ziekenhuis compleet overbelast
“Bijna iedereen heeft iemand moeten achterlaten in het conflictgebied,” zegt Karen. “Soms kan je zelfs de bombardementen in Vavuniya horen, dus de mensen weten wat er gebeurt in de Vanni. Ik schat dat 85 procent van de mensen die ik heb gesproken vreselijke dingen heeft meegemaakt, zoals gaan schuilen in een bunker, waarna een granaat afgaat die de helft van de mensen in die bunker doodt. Iemand anders vertelde me dat ze op zoek ging naar wat water. Toen ze terugkwam was iedereen in haar bunker omgekomen.”
Ondanks de inzet van Artsen Zonder Grenzen en het ministerie van Volksgezondheid is het ziekenhuis in Vavuniya compleet overbelast. Alleen al in maart ging het bij 90 procent van de 800 operaties in die maand om mensen die gewond waren geraakt door kogels of bombardementen. Het ziekenhuis heeft 400 bedden, maar inmiddels zijn 1.200 patiënten opgenomen. “Het is chaotisch,” zegt Karen Stewart. ‘De bedden staan tegen elkaar, zodat de zalen eruit zien als één groot bed. Er liggen twee patiënten in één bed en onder ieder bed liggen ook nog patiënten. Er liggen ook nog veel mensen in de gangen op matten.”
Overvolle kampen
De mensen die uit het oorlogsgebied komen, worden opgenomen in tijdelijke kampen van de regering, die snel vollopen. Gezinnen zitten op elkaar gepakt. Soms moet een hele familie het doen met de ruimte ter grootte van een sofa. Mensen kunnen niet naar andere kampen gaan en maar een klein deel van de mensen heeft informatie over dierbaren die mogelijk in andere kampen zijn. ‘Dit is één van de grootste stressfactoren,” zegt Karen. “Ze komen gewond, verloren en uitgemergeld aan, en worden dan in een kamp gezet waar ze niet uit kunnen en waar ze niet met hun familie kunnen bellen. Het kan zijn dat man en vrouw in twee aparte kampen zitten zonder dat ze het van elkaar te weten kunnen komen.”
Artsen zonder Grenzen roept de strijdende partijen in het conflict op om onafhankelijke humanitaire hulporganisaties de mogelijkheid te geven medische hulp te bieden aan de gewonden in de Vanni en te helpen bij de evacuatie naar ziekenhuizen. Tienduizenden burgers kunnen niet weg uit het oorlogsgebied. Het is de verantwoordelijkheid van beide partijen om voor de veiligheid van de burgers te zorgen en ze toegang tot medische zorg te geven.