Sociale media

  • NL
Open the menu

Rapport AZG toont aan dat catastrofe op vlak van gezondheidszorg in Congo voortduurt


Er is sprake van een té hoog sterftecijfer, er is geen zorgaanbod, en als het toch bestaat, hebben de meeste Congolese patiënten er geen toegang toe. Hoewel het in het grootste deel van de Democratische Republiek Congo weer rustig is, blijft de gezondheidssituatie van de Congolezen alarmerend. De voorbije jaren is ze in sommige delen van het land zelfs verslechterd. Dat blijkt uit een nieuw rapport van AZG met als titel “Toegang tot gezondheidszorg. Sterfte en geweld in de DRC”

In 2001, toen de DRC in volle oorlogsperiode zat, interpelleerde AZG de internationale gemeenschap en maakte ze duidelijk dat de gezondheidssituatie van de bevolking bijzonder ernstig was. Dat bleek uit een reeks onderzoeken die onze teams uitvoerden in vijf gezondheidszones, verspreid over vier Congolese provincies.
De resultaten van vijf nieuwe onderzoeken, die verricht werden in vredestijd (in 2005), maken de gezondheidsbalans die we vier jaar geleden al opmaakten, nog zorgwekkender

Rampzalige sterftecijfers

De resultaten van de recente onderzoeken zijn verbijsterend: de sterftecijfers wijzen in vier van de vijf bestudeerde gebieden op een noodsituatie en in drie van de vijf zones zelfs op een echte gezondheidsramp, ook in zones die gespaard blijven van conflicten en geweld .
"De oversterfte in de DRC beperkt zich niet tot de conflictgebieden”, aldus Meinie Nicolai, directeur operaties bij AZG. “Ook armoede en extreme nood eisen mensenlevens.”
Het grootste deel van de slachtoffers lijdt en sterft aan vermijdbare infectieziekten zoals malaria, diarree en luchtweginfecties.

Niet eens één op de twee patiënten heeft toegang tot basisgezondheidszorg

Volgens het rapport heeft tussen 45% en 67% van alle ondervraagden geen toegang tot basisgezondheidszorg. Daarbij moeten vooral de patiënten opdraaien voor de kosten. En dat terwijl de overgrote meerderheid van de Congolese bevolking minder verdient dan 0,30 dollar per dag en per persoon. De uitgaven voor basiszorg leggen bijgevolg een enorm zware last op de schouders van de gezinnen, die moeten rondkomen met een schraal budget. Patiënten komen vaak pas naar een gezondheidscentrum als ze wanhopig zijn en het te laat is.
In die context is het dan ook onaanvaardbaar om de bevolking financieel te laten bijdragen voor gezondheidszorg. "Zelfs een zeer lage forfaitaire bijdrage blijft voor veel patiënten een onoverkomelijke hinderpaal”, vervolgt Meinie Nicolai
De obstakels zijn echter niet alleen economisch. Door gebrek aan omkadering en financiële steun is de openbare gezondheidszorg op zichzelf aangewezen en kan ze niet tegemoetkomen aan de behoeften van de Congolese patiënten. Het personeel is zo goed als aan zijn lot overgelaten en kan onmogelijk zijn werk in behoorlijke omstandigheden doen. Bovendien krijgen de zieken nog met extra problemen af te rekenen, zoals gebrek aan geneesmiddelen en aan aangepaste transportinfrastructuur om de lange afstanden te overbruggen tussen hun woonplaats en het gezondheidscentrum.
Nu de DRC en de internationale gemeenschap zich inzetten voor het overgangsproces en voor de economische heropbouw, mogen de nationale en internationale actoren absoluut niet de ogen sluiten voor de gezondheidsramp die de meerderheid van de Congolese bevolking vandaag nog steeds treft. De toestand vereist drastische maatregelen die gericht zijn op de onmiddellijke noden van de nog altijd lijdende bevolking.