Sociale media

  • NL
Open the menu

postoperatieve zorg zegt veel over de ernst van het geweld


Tussen 27 december en 18 januari vielen er meer dan 5.000 gewonden in Gaza. Velen krijgen nu postoperatieve zorg.

Die postoperatieve zorg moet de complicatierisico's beperken en de mobiliteit van de patiënten zo veel mogelijk te herstellen.
Michèle Beck, Artsen Zonder Grenzen-coördinator in de Gazastrook, vergelijkt postoperatieve zorg met een temperatuurcurve van de verschillende fasen van de huidige conflicten in de Gazastrook.

Welke verwondingen vertonen de patiënten die sinds het staakt-het-vuren op 18 januari in het programma zijn opgenomen?

“Negen op de tien nieuwe patiënten hebben verwondingen door explosies, vooral breuken en open wonden. Van de 196 patiënten die zijn toegelaten tot het postoperatieve zorgprogramma, heeft ongeveer de helft één of meer gebroken ledematen, vaak de benen. We zien ook veel brandwonden, en dat is nieuw. Vandaag komt meer dan één op de tien nieuwe patiënten hier binnen met brandwonden waarbij 10 tot 15 % van het lichaam verbrand is.
Veel burgers raakten gewond. Zo zijn meer dan één derde van alle patiënten die hier sinds half januari werden opgenomen, kinderen onder de vijftien jaar, vrouwen en bejaarden. Sinds het programma in juli 2007 van start ging, variëren de activiteiten in dit domein naargelang het soort geweld en de ernst ervan. In de periodes waarin er gevechten uitbraken tussen Palestijnse groeperingen waren de meeste van onze patiënten jongemannen met kogelwonden.
Tijdens het Israëlische offensief kregen we allerlei verwondingen te behandelen, zonder onderscheid naar geslacht of leeftijd. Het grote verschil tussen de laatste Israëlische militaire operatie, eind december/begin januari, en die van maart 2008 bijvoorbeeld, ligt in het zeer grote aantal gewonden, vooral burgers. Het soort verwondingen en de ernst ervan zijn dan weer sterk vergelijkbaar.”

Zowel de Palestijnse medische hulpdiensten als de internationale medische organisaties ter plaatse klaagden tijdens de oorlog over de bijzonder moeilijk toegang tot de gewonden. Merkt u vandaag de gevolgen van niet-tijdige behandeling?

“De gewonden hebben heel vaak niet de nodige medische zorg gekregen, dat is ongetwijfeld zo. Bij onze postoperatieve zorg kunnen we moeilijk uitmaken of de gevolgen die we vaststellen, verband houden met de te lange tijd tussen de opgelopen verwondingen en de eerste zorg, dan wel aan een te snel ontslag uit het ziekenhuis, doordat er snel bedden moeten worden vrijgemaakt voor nieuwe slachtoffers.
Op 100 nieuwe patiënten heeft echter 25 % geïnfecteerde wonden, terwijl nog eens 45 % hoge infectierisico's vertoont. Sinds de herstart van het postoperatieve programma hebben we bij 203 patiënten verbanden aangelegd, drie keer meer dan gemiddeld. Er zijn zo veel gewonden dat we onze strategie hebben aangepast: lichtgewonden en patiënten die bijna genezen zijn, worden doorverwezen naar de gezondheidscentra, terwijl gewonden die alleen maar kinesitherapie nodig hebben, op de wachtlijst komen.
Deze zorg is minder dringend, maar hoe langer ze uitgesteld wordt, hoe moeilijker het voor de patiënten wordt om hun spierkracht en mobiliteit terug te winnen. Op 8 februari hebben we in het noorden van de Gazastrook een derde kliniek geopend voor revalidatiezorgen, en momenteel tellen we in totaal 337 patiënten in het programma.”

Is het mogelijk om vandaag het aantal gewonden te evalueren dat er een blijvende handicap aan zal overhouden?

“De gewonden worden verzorgd in verschillende medische structuren, en alleen een grootschalig epidemiologisch onderzoek zou hierover uitsluitsel kunnen geven. De informatie die het postoperatieve zorgprogramma van Artsen Zonder Grenzen oplevert, is niet representatief voor alle gewonden, aangezien de opnamecriteria specifiek gericht zijn op zwaargewonden. En ik moet erbij vermelden dat de zeer zwaar gewonden vaak behandeld werden in medische structuren in het buitenland.
Bij de patiënten die we opvolgen, stellen we vast dat ongeveer de helft er min of meer ernstige gevolgen aan zal overhouden. Zo moeten 96 van de 192 kinesitherapie volgen. Geamputeerden blijven uiteraard voor altijd met hun handicap geconfronteerd. 20 patiënten die momenteel opgenomen zijn in het programma, hebben één of meer ledematen verloren.
Na de postoperatieve zorg nemen andere organisaties het werk van Artsen Zonder Grenzen over, bijvoorbeeld om een prothese te plaatsen. Meer dan dertig patiënten zullen min of meer zwaar gehandicapt blijven omdat er een gewricht niet meer functioneert, of het nu de enkel is, de pols, de elleboog, de knie … En ongeveer twintig patiënten zijn op één of meer plaatsen hun zenuwgevoeligheid kwijt. Soms kunnen ze behandeld worden, maar dat duurt dan tussen 6 maanden en 1 jaar, en de resultaten zijn niet altijd gewaarborgd. Als de zenuw doorgesneden is, kan alleen een operatie redding brengen, maar momenteel is er in Gaza geen chirurg die gespecialiseerd is in dat soort neurologische operaties.
Een zeer problematische groep zijn de patiënten die verschillende verwondingen hebben en dus op termijn ook aan diverse handicaps zullen lijden. Ik denk bijvoorbeeld aan een patiënt van wie het rechter- en linkerbeen en de arm op verschillende plaatsen gebroken zijn, of aan een andere patiënt wiens beide benen geamputeerd zijn en die ook getroffen is in de buik.
We gaan altijd geleidelijk te werk bij het meedelen van de diagnose, en werken ook samen met het psychosociale team, om psychologische begeleiding te bieden aan patiënten die dat nodig hebben.”