Opinie: "Noodhulp en politiek gaan niet samen"
Hulpverlening in een regio als Pakistan is een delicate oefening. Daarom vliegt een organisatie als Artsen Zonder Grenzen niet mee met een regeringsvliegtuig. Christopher Stokes legt uit wat het verband is.
Charles Michel, federaal minister van Ontwikkelingssamenwerking, bracht vorige week samen met verschillende Belgische ngo's en enkele journalisten een blitzbezoek aan een overstroomd gebied in Pakistan. Artsen Zonder Grenzen weigerde mee te gaan op die reis. Het initiatief, dat door de minister zelf ‘onuitgegeven' werd genoemd, leidt immers tot de ongewenste vermenging van politiek en ngo's.
De hele reis was een illustratie van die vermenging. Er waren ngo's aan boord van een regeringsvliegtuig op weg naar Pakistan, maar van diezelfde regering vechten ook soldaten mee in het conflict in buurland Afghanistan, en dat conflict heeft ook in Pakistan een weerslag. Bovendien lagen de ngo's zelf aan de basis van deze actie. Ze wilden er aandacht mee trekken voor hun fondsenwerving voor Pakistan, en daarmee ondersteunden ze de politieke uitspraken van Michel.
Dit soort vermenging is verontrustend, omdat het verwarring zaait over de rol en de bedoelingen van humanitaire organisaties. In landen waar een conflict heerst, zijn neutraliteit en onafhankelijkheid de belangrijkste garanties voor zowel de veiligheid als de efficiëntie van de hulpverleners. De Pakistaanse bevolking kijkt toch al met argusogen naar de motieven van de internationale hulpverlening.
Het heeft onze organisatie, die al sinds 1988 in Pakistan werkt, jaren gekost om het vertrouwen te winnen van de bevolking en aanvaard te worden door zowel de bevolking als de strijdende partijen. Het duurde lang voor iedereen begreep dat onze hulpverlening geen enkele politieke, economische of religieuze bijbedoeling had. Daardoor kunnen we vandaag medische hulp bieden in conflictzones aan de grens met Afghanistan en de frontlijn oversteken.
Neutraliteit is dus van cruciaal belang. Om die reden gebruiken we in landen als Pakistan alleen geld van privé-schenkers, en weigeren we schenkingen van welke overheid dan ook.
Toch maakte Michel van de reis gebruik om te pleiten voor samenwerking tussen regeringen en humanitaire organisaties. Michel beweerde tevens dat Pakistan helpen onze eigen nationale veiligheid ten goede komt. ‘Een reactie van de internationale gemeenschap is echt noodzakelijk. Ten eerste uit een reflex van solidariteit voor de mensen ter plaatse, maar ook voor ons eigen belang: we hebben alles te winnen bij stabiliteit in de regio', hoorden we op de radio (De Ochtend, 14 september).
Het zijn echo's van eerdere verklaringen van politici uit vooral Groot-Brittannië en de VS. Maar ze druisen in tegen de fundamentele principes van humanitaire hulpverlening. Die principes stellen dat het antwoord op een crisis bepaald moet worden door de noden van de slachtoffers en niet door de nuttige rol die slachtoffers zouden kunnen spelen voor een politieke agenda.
De nationale veiligheid vooropstellen in een mediagenieke actie om het publiek warm te maken om geld te storten voor de slachtoffers, verandert de aard van humanitaire hulpverlening. Met die redenering zouden slachtoffers aan hun lot kunnen worden over gelaten wanneer hun situatie geen bedreiging vormt voor ons nationaal belang.
Voor Artsen Zonder Grenzen kan het antwoord op deze humanitaire ramp uitsluitend bepaald worden door de noden van de getroffen bevolking en niet opgelegd worden door politieke of militaire agenda's. Politiek binnenbrengen in humanitaire hulpverlening of humanitaire hulpverlening zelfs als politiek instrument gebruiken zou catastrofale gevolgen kunnen hebben.
Door bij de slachtoffers en de strijdende partijen twijfel te zaaien over de motieven van humanitaire hulp, brengen voorstellen zoals die van Charles Michel en andere politici de humanitaire hulpverlening op het terrein in gevaar. Paradoxaal genoeg compromitteren deze oproepen dus de eigenlijke hulpverlening in Pakistan.
Christopher Stokes
Algemeen Directeur van Artsen Zonder Grenzen in Brussel