Oekraïne: multiresistente tuberculose in gevangenissen moet teruggedrongen worden
Tuberculose werd ooit beschouwd als een bijna uitgestorven ziekte, maar de sociale en economische crisis na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie deed de epidemie weer oplaaien in heel wat ex-Sovjetlanden, waaronder Oekraïne.
De gevangenissen in het land zijn een ware broeihaard voor de ziekte, met prevalentiepercentages die meer dan tien keer hoger liggen dan in de rest van de samenleving. In de streek van Donetsk, in het oosten van Oekraïne, biedt Artsen Zonder Grenzen momenteel behandelingen en ondersteuning aan meer dan 140 gedetineerden en ex-gedetineerden met multiresistente tbc (mdr-tbc).
“Ik kan moeilijk rechtzitten en heb overal pijn,” klaagt de 31-jarige Andriy* met hese stem, zijn gezicht verborgen achter een wit beschermingsmasker. Een paar jaar geleden kwam hij in de gevangenis terecht na een veroordeling voor geweld en dronkenschap. Daardoor moest hij zijn beroepsopleiding tot bouwvakker abrupt stopzetten. Een half jaar geleden, nog steeds in de gevangenis, kreeg hij van Artsen Zonder Grenzen te horen dat hij aan mdr-tbc lijdt. Hij is fel vermagerd en verzwakt, en heeft zijn hoop op een normaal leven opgegeven zolang hij niet genezen is.
Andriy zal de komende twee jaar een strenge behandeling moeten volgen en dagelijks zes verschillende tbc-geneesmiddelen moeten nemen. Een zware cocktail die vaak bijwerkingen veroorzaakt, zoals misselijkheid, braken en gezichts- en gehoorverlies. “Het is moeilijk, maar als ik niet doorzet, haal ik het gewoon niet.”
In 2011 raakten in Oekraïne ongeveer 9.500 mensen besmet met mdr-tbc, aldus de Wereldgezondheidsorganisatie. Het aantal nieuwe besmettingen in het land is sterk gestegen als gevolg van verouderde voorschrijfpraktijken, onvoldoende beschikbaarheid van geneesmiddelen, die vaak ook van bedenkelijke kwaliteit zijn, en gebrek aan toegang tot diagnosemiddelen.
Ook stopzetting van de behandeling en gebrekkige therapietrouw zijn belangrijke oorzaken van tbc-geneesmiddelenresistentie. Tbc is een infectieziekte die verspreid wordt door de lucht en dus rechtstreeks kan worden doorgegeven van persoon tot persoon, vooral in overbevolkte gebieden. Hiv-patiënten zijn meestal gevoeliger voor de ziekte, omdat hun immuunsysteem verzwakt is.
De regio Donetsk – het industriële hart van Oost-Oekraïne – werd bijzonder zwaar getroffen door de hiv/tbc-epidemie, deels door het grote aantal drugverslaafden. Teams van Artsen Zonder Grenzen werken sinds juni 2012 in drie voorhechteniscentra en in Colony 3, een gevangenisziekenhuis met 800 bedden waar gedetineerden met tbc verblijven. Alle gevangenen in Colony 3 zijn mannen. Ze zitten opgesloten in primitief uitgeruste cellen waar ongeveer tien mensen opeengepakt zitten.
Artsen Zonder Grenzen stelt diagnoses, voert tests uit en biedt ook medische behandelingen en psychologische bijstand om ervoor te zorgen dat mdr-tbc-patiënten hun geneesmiddelen blijven nemen. Artsen Zonder Grenzen heeft ook een aantal laboratoria vernieuwd en anti-infectiemaatregelen doorgevoerd om besmetting binnen de gevangenismuren te voorkomen. Daarnaast verstrekt ze antiretrovirale geneesmiddelen aan patiënten die ook met hiv besmet zijn.
Binnen de gevangenissen wordt de verspreiding van de ziekte in de hand gewerkt door overbevolking, slechte verluchting en de vele overplaatsingen. Ook de slechte voeding maakt de gedetineerden extra kwetsbaar. Bijna de helft van alle patiënten in Colony 3 lijdt aan resistente vormen van de ziekte.
Veel gevangenen komen uit kansarme omgevingen waar de ziektelast sowieso al hoog is. “De gedetineerden vormen een bijzonder kwetsbare groep,” aldus Yulduz Seitniyazova, vertegenwoordiger van Artsen Zonder Grenzen in Oekraïne. “Ze hebben allemaal een zwaar leven. Sommigen hebben een voorgeschiedenis van drug- en alcoholverslaving. Ze hebben zoveel problemen dat velen hun geneesmiddelen niet als een prioriteit beschouwen.”
Voor het Artsen Zonder Grenzen-team bij iemand een behandeling opstart, moet die persoon zich ertoe verbinden de lange en pijnlijke behandeling te blijven volgen. “Hij moet van bij het begin weten wat de behandeling inhoudt, en als hij het moeilijk krijgt, proberen we hem te motiveren om door te zetten,” vertelt Yulduz.
Artsen Zonder Grenzen organiseert ook internationale campagnes voor onderzoek naar en ontwikkeling van betere behandelingsschema’s die doeltreffender, goedkoper en minder pijnlijk zijn, en het leven van de patiënten geen twee jaar stilleggen, zoals in Andriys geval.
Zodra de patiënten ontslagen worden uit de gevangenis werkt Artsen Zonder Grenzen samen met het ministerie van Volksgezondheid en andere organisaties om ervoor te zorgen dat de patiënten hun behandeling blijven volgen. Dat vereist een goede follow-up, zoals medische, psychosociale en therapietrouwbegeleiding, en controle van de bijwerkingen. Patiënten die moeite hebben met therapietrouw, worden opgespoord, om ervoor te zorgen dat ze toch doorzetten. Tot dusver zijn in het Artsen Zonder Grenzen-project 18 patiënten in behandeling ontslagen uit de gevangenis. 16 van hen nemen nog altijd trouw hun geneesmiddelen.
“Sommigen kunnen nergens heen of lopen een groot risico op alcohol- en drugverslaving, waardoor ze sneller hun behandeling gaan opgeven,” vervolgt Yulduz. “Het is belangrijk dat die patiënten ook na hun vrijlating de nodige ondersteuning blijven krijgen, zodat ze hun geneesmiddelen kunnen blijven nemen tot ze genezen zijn.”
* Andriy is een fictieve naam.