Sociale media

  • NL
Open the menu

Nijpende voedselsituatie: AZG breidt programma’s uit


Midden mei lanceerde AZG een voedingsinterventie in de regio Oromiya, in het zuiden van Ethiopië. Evaluaties hadden immers een alarmerende graad van ondervoeding aan het licht gebracht bij de kinderen jonger dan vijf. In minder dan drie weken tijd werden 2200 kinderen opgenomen.

De voorbije maand nam AZG meer dan 4000 ernstig ondervoede kinderen op in haar voedingsprogramma’s in Oromiya en de Southern Nations and Nationalities People’s Region (SNNPR) in het zuiden van het land.
Op 13 mei zette AZG in Ropi, Oromiya, een stabilisatiecentrum op waar ernstig ondervoede kinderen met complicaties als malaria of longontsteking, de klok rond worden verzorgd. Vervolgens werden nog twee centra opgericht in Senbete Shinquille en Shashemene, in Oromiya. In deze drie centra werden in totaal 927 kinderen opgenomen, waarvan er momenteel 290 verzorgd worden.
Kinderen die geen complicaties vertonen, worden ambulant behandeld in de ‘ambulante therapeutische programma’s’. Ze krijgen elke week een hoeveelheid therapeutische voeding, maar mogen thuis bij hun familie blijven. Elke week komen ze naar het programma om er te worden onderzocht door AZG-medewerkers. Indien nodig worden ze overgebracht naar een stabilisatiecentrum. AZG heeft elf ambulante therapeutische programma’s lopen op verschillende plaatsen in Oromiya.
Op 2 juni gingen AZG-teams ook aan het werk in de zone Kambata in de SNNPR. In het district Kachabira werd een stabilisatiecentrum opgezet, waar vanaf 13 juni 150 kinderen worden verzorgd. Daarnaast werden ook vier ambulante therapeutische programma’s opgezet, twee in Kachabira en twee in het district Hadero. De voorbije twee weken werden in deze programma’s meer dan 900 ernstig ondervoede kinderen opgenomen, die therapeutische voeding krijgen.
De volgende dagen blijft AZG haar activiteiten uitbreiden met meer ambulante therapeutische programma’s in zowel Oromiya als de SNNPR. Bovendien zullen de teams verder gaan met evaluaties om de zwaarst getroffen gebieden te identificeren en te kunnen ingrijpen waar nodig.