Nieuwe strategie bewijst efficiëntie: ernstige ondervoeding daalt met de helft
Op 21 januari 2009 publiceert het Journal of the American Medical Associaton (JAMA) de resultaten van een studie over de preventieve verdeling van gebruiksklaar therapeutisch voedsel. De studie werd in 2006 uitgevoerd in Niger en toont aan dat het aantal kinderen dat ernstige ondervoed raakt met de helft verminderd kan worden.
Deze efficiënte preventieve strategieën moeten ontwikkeld worden op plaatsen waar ernstige ondervoeding tienduizenden kinderen treft en een belangrijke doodsoorzaak is, verklaart dr. Isabelle Defourny, die het programma van Artsen Zonder Grenzen in Niger leidt.
“Voor de eerste keer heeft een preventieve strategie bewezen het aantal kinderen met ernstige ondervoeding te halveren. Concreet gaven we in zes dorpen in Niger, over een periode van drie maanden, één pakje therapeutisch gebruiksklaar voedsel (ready-to-use food, RUF) aan alle kinderen tussen zes maanden en vijf jaar oud.
Het aantal kinderen dat ernstig ondervoed raakte viel terug met 58% vergeleken met de zes dorpen waar we geen voedselsupplementen gaven. Bovendien vielen er maar half zoveel dodelijke slachtoffers in de groep die wel voedsingproducten had gekregen. Zelfs als de impact om de sterftecijfers statistisch niet significant is, omdat de testgroep te klein is, zijn de resultaten bemoedigend. Ze bevestigen wat wij op het terrein hebben gezien.”
Ondervoeding bestrijden door preventief aangepaste voeding te verdelen lijkt vanzelfsprekend. Waarom is deze studie zo belangrijk?
“Het opent eindelijk de deur om ondervoeding efficiënt en op grote schaal te bestrijden. Tot nu toe had de Wereldgezondheidsorganisatie geen specifieke aanbevelingen, behalve dan om ernstig ondervoede kinderen te behandelen. Maar in gebieden waar elke jaar tienduizenden kinderen een periode van zware ondervoeding meemaken, is die aanbeveling praktisch niet uit te voeren. De behandeling vereist grote aantallen medisch personeel, medische faciliteiten om veel kinderen te kunnen hospitaliseren en is erg duur. Landen die het zwaarst getroffen worden door ondervoeding beschikken niet over voldoende financiële middelen.
Daarom is deze studie zo belangrijk. Ze bewijst dat we met een andere strategie het aantal kinderen dat een behandeling nodig heeft met 60% kunnen doen dalen. Zo wordt het makkelijker om degenen die nog wel behandeld moeten worden te helpen. Het is ook een zaak van medische ethiek. Waarom in gebieden met veel ondervoeding wachten tot tienduizenden kinderen de ernstige fase van de ziekte bereiken, als een efficiënte preventiestrategie bewezen heeft te werken?
Wat is er nog nodig voor deze nieuwe, efficiënte preventiestragie?
Er moet nog veel gebeuren: de samenstelling van het voedsel met verder verfijnd worden, een optimaal verdeelschma moet opgesteld worden en nieuwe distributiemethodes moeten uitgewerkt worden. Om de efficiëntie verder te bewijzen moeten de experimenten geanalyseerd worden, om de vermoedelijke impact op de sterftegraad te bewijzen.
We hebben grote vooruitgang geboekt sinds het begin van het project waarvan JAMA nu publiceert. In 2006 verdeelden we op preventieve basis de therapeutische RUF Plumpy’nut. Dat is het enige therapeutische voedsel dat volledig en gebruiksklaar is. Het is bedoeld om ernstige ondervoeding te behandelen. In 2007 en 2008 verdeelden we een supplement, dat speciaal voor preventie samengesteld werd, Plumpy’doz, aan 60.000 kinderen in Niger.De kinderen aten gewoon de maaltijden van hun familie en Plumpy’doz gaf hen wat ze daarin misten: melk, vitaminen, mineralen.
Ook die resultaten waren erg positief. Voor de eerste keer in zes jaar sloeg ondervoeding niet toe in de zone waar de supplementen verdeeld werden. Zowel het aantal ernstig ondervoede kinderen in ons behandelingsprogramma als het aantal kinderen dat gehospitaliseerd moest worden, viel sterk terug.
Ook buiten Artsen Zonder Grenzen gaat het de goede richting uit. Eind 2008 kondigden UNICEF en het Wereldvoedselprogramma aan dat ze Plumpy’doz zouden verdelen in Somalië, Burkina Faso en Madagascar.”
Wat zijn de voornaamste hindernissen voor een preventieve verdeling van voedingssupplementen op grote schaal?
“Om te beginnen moeten de landen die het meest door ondervoeding getroffen worden de nieuwe strategieën overnemen. Toen er nog geen efficiënte manier was om ondervoeding te bestrijden, hadden sommige landen de reflex om het probleem te verstoppen. Vandaag biedt de verdeling preventieve voedingssupplementen een alternatief dat praktischer is dan elk jaar opnieuw enorme aantallen ernstig ondervoede kinderen te behandelen.
De financiering van deze nieuwe strategieën blijft een knelpunt. De prijs van voedingssupplementen zal zeker wat dalen, maar het zal moeilijk zijn om die echt te drukken, omdat de basisproducten relatief duur zijn. Cruciaal is dan ook dat meer fondsen voor ondervoeding vrijkomen. Internationale donoren moeten de omvang van het probleem erkennen en aangepaste fondsen voorzien. Dat is niet onoverkomelijk. Het gebeurde al eerder, vooral door het Global Fund, voor andere ziektes, zoals tuberculose, aids en malaria.”