Sociale media

  • NL
Open the menu

Kiezen tussen kwaad of erger: het lot van de Tsjetsjeense ontheemden


"Ik heb een zoon van 20 en daarom ben ik bang terug te gaan", zegt ze. De angst bij deze moeder in Aki Yurt, Ingoesjetië, is geen alleenstaand feit. De schrik zit er zo diep in dat ze samen met honderden andere vluchtelingen liever van een vervallen opslagplaats haar thuis maakt dan een terugkeer naar het naburige Tsjetsjenië aan te durven.

Ze maakt zich terecht zorgen over de veiligheid van haar zoon. Dagelijks worden in Tsjetsjenië mannen en jongens bedreigd en geslagen, als ze al niet spoorloos verdwijnen. In de ogen van de bange, onderbetaalde en ongedisciplineerde Russische soldaten diep in vijandig gebied waar de grote meerderheid van de bevolking zich duidelijk tegen de Russische aanwezigheid keert, is nagenoeg iedereen een mogelijke terrorist. De wreedheden die aan beide zijden worden begaan, zowel door de separatisten als de federale troepen, maken de angst onhoudbaar.
In het vooruitzicht van de geplande verkiezingen in Tsjetsjenië op 5 oktober van dit jaar, stellen de Russische autoriteiten alles in het werk om aan te tonen dat het leven teruggekeerd is naar normaal. Maar vraag aan diegenen die naar Ingoesjetië zijn gevlucht hoe normaal ze het leven in hun thuisland vinden en je krijgt een totaal andere versie. In mei van dit jaar voerde AZG een enquête uit bij 3.209 ontheemde families (16.499 vluchtelingen in totaal): 98% wou niet terugkeren. Zouden ze de voorbije maanden allemaal van gedacht veranderd zij

Terugkeer is geen keuze

Maar de terugkeer is geen kwestie van keuze. Het is een feit. De Russische en Ingoesjetische autoriteiten leggen het recht op niet-terugkeer naast zich neer en repatriëren de ontheemden met alle mogelijke middelen. Van bedreigingen tot geweld, en met dagelijkse pesterijen zoals het afsnijden van gas en elektriciteit.
De autoriteiten bieden de ontheemden nu geld aan om terug te keren. Aanbieden is evenwel zacht uitgedrukt: het is meer in de zin van "ofwel ga je nu en krijg je je geld, ofwel wacht je, schoppen we je buiten en krijg je niets". Er is weinig bewijs om te staven dat de mensen het beloofde geld werkelijk ontvangen.
In december 2002 sloten de autoriteiten een tentenkamp in Aki Yurt. De mensen werden uiteengedreven. Een aantal onder hen verblijft nu in een van ratten vergeven opslagplaats. Het gebouw is opgedeeld in kleine vochtige ruimten die door twaalf mensen gedeeld worden. Het dak lekt en de hele omgeving lijkt een broeihaard van ziekten.
Toch zijn de mensen voldoende trots om te trachten alles netjes te houden. In de mate van het mogelijke. Een vrouw verontschuldigt zich uitgebreid voor de toestand van haar kamer. Het probleem, zo legt ze uit, is dat ze niet bij het met leidingen bedekte plafond kon om het schoon te vegen. Maar de betonnen vloer is vlekkeloos en de muur versierd met wat beschikbaar is.
"Ik heb zes kinderen. Ik had er zeven, maar één stierf. Ook mijn man is dood," vertelt ze. "Tuberculose werd hem fataal." De ziekte is in Ingoesjetië een reëel probleem en AZG trachtte onlangs een centrum te openen voor de ziekte. De autoriteiten zeiden er het nut niet van in te zien.
Anderen leven wat verderop in wat ooit het gemeentehuis was, maar nu niet meer dan een ruïne. Wanneer we er met onze twee wagens langs rijden, leunt een AZG-medewerkster, zelf ontheemd, naar voor om de naam van het gemeentehuis te verklappen. Het heet 'cultuurhuis'. "Kijk hoe het met onze cultuur gesteld is," fluistert ze.

Steeds "minder" ontheemden

Het aantal ontheemden is gedaald van 200.000 in december 2001 tot 70.000 vandaag. De autoriteiten hebben het slim gespeeld. Er zijn in Ingoesjetië nog maar enkele tentenkampen over en niemand gelooft dat deze nog lang zullen overleven. Dergelijke zichtbare tekenen van een abnormale situatie effenen het pad voor kritiek van de internationale gemeenschap en vooral van de media. Dat is natuurlijk onaanvaardbaar. De oorlog tegen het terrorisme heeft de rest gedaan om opstandige stemmen uit de internationale gemeenschap te smoren.
Het is veel eenvoudiger om mensen een tijdelijk onderdak te laten zoeken in vervallen gebouwen en privé-woningen en ze daarna gezin per gezin uit te drijven. Dat is veel minder dramatisch en dus minder interessant voor de media dan een tentenkamp opruimen. Maar zo gaat het elke dag opnieuw: zes mensen worden uit een huis gedreven omdat het moet worden 'gerenoveerd', de volgende dag ergens anders drie...
Ook de druk op de internationale ngo-gemeenschap in Ingoesjetië neemt toe. Methoden zoals het weigeren van visa, zware taksen op humanitaire activiteiten en de blokkering van humanitaire programma's op de basis van schimmige wetten zijn nu schering en inslag. De autoriteiten veranderen ook om de andere dag van idee over wat de ngo's mogen en niet mogen. AZG wil meer doen, maar is beperkt tot het verstrekken van basisgezondheidszorg via vaste en mobiele klinieken: belangrijk werk, maar verre van een oplossing.
Wat de autoriteiten ook beweren, het is niet de hulpverlening in Ingoesjetië die de ontheemden tegenhoudt om terug te keren, het is de angst. Tsjetsjenen zijn trotse mensen. Ze willen naar huis terug, maar zijn te bang. Maar terwijl de blik van de wereld op andere problemen gericht is, ziet het er niet naar uit dat die angst snel zal verdwijnen uit de noordelijke Kaukasus.