Humanitaire hulp onvoldoende voor ontheemden in Noord-Lofa
De gevechten tussen de regeringstroepen en gewapende groeperingen en de verplaatsing van hele bevolkingsgroepen, treffen op dit ogenblik de volledige Lofa-provincie in het noorden van Liberia. Na drie weken door de bossen te hebben gelopen, zijn nu 35.000 mensen ondergebracht in kampen in de nabijheid van de verkeersaders van Jenne Manna, Bopulu en Gbarnga. Het aantal mensen dat de gevechten ontvlucht is wellicht nog hoger. Tenzij er adequate hulp wordt geboden, kan de toestand van de ontheemden snel verslechteren.
De laatste dagen neemt het aantal ondervoede kinderen almaar toe. Gezinnen hebben hun laatste voedselvoorraad opgebruikt, merken AZG-teams in de voor de hulporganisatie bereikbare gebieden. Behalve ademhalingsinfecties en malaria, zijn er nu ook gevallen van bloederige diarree. In Belefanah, waar humanitaire organisaties de laatste maand beperkte toegang tot hadden, is het lot van ongeveer 6.000 mensen bijzonder alarmerend.
AZG is een van de weinige actieve humanitaire organisaties in het gebied, en voorziet medische en logistieke hulp voor de ontheemden. Maar die hulp is niet voldoende om alle noden inzake water, voedsel en gezondheidszorg te lenigen.
Een derde cargo van AZG vertrekt morgen naar Monrovia, met 35 ton medisch en logistiek materiaal aan boord. AZG zal het materiaal gebruiken voor de ontheemden in Noord-Lofa.
De acht AZG-medewerkers die op dit ogenblik in het gebied werken, hebben kampen opgesteld - inclusief gezondheidsposten - in Cari en Jenne Manna. AZG begint ook een hulpactie in Belefanah.