Humanitaire bijstand in Somalië verstoord - AZG dringt aan op vrijstelling van vliegverbod
Het vliegverbod dat op 20 juni door de Keniaanse regering werd afgekondigd voor alle vluchten naar Somalië vanuit Kenia, brengt de humanitaire bijstand ernstige schade toe. Bijstand op het vlak van gezondheidszorg, voeding, water en andere basisvoorzieningen ten behoeve van de meest kwetsbare bevolkingen in Somalië, is vrijwel volledig afhankelijk van de aanvoer vanuit Nairobi. Artsen Zonder Grenzen (AZG) vraagt dat de Keniaanse regering een vrijstelling op het vliegverbod toekent voor alle humanitaire vluchten tussen Kenia en Somalië. Tot nu toe werd dit verzoek niet ingewilligd.
Tenzij de vluchten snel hernemen, zullen de lopende humanitaire bijstandsprogramma's van AZG in Somalië onderbroken worden. Het gaat om bijstand in drie ziekenhuizen en 14 gezondheidscentra. Nog nefaster is het effect dat het vliegverbod zal hebben op de reactiecapaciteit van AZG op medische urgenties in het land. Momenteel bestrijdt AZG twee afzonderlijke cholera-uitbraken en kort voor het vliegverbod plande het de start van een noodvoedselprogramma voor ondervoede kinderen in de regio Beneden-Giuba. Het ging om een respons op een voedselcrisis die de voorbije tien dagen reeds meer dan 20 kinderen het leven kostte. Het dodenaantal zal nog oplopen tenzij AZG erin slaagt om de hoognodige medische bijstand te ontplooien.
Het huidige vliegverbod heeft een rechtstreekse impact op de capaciteit van AZG om dringende humanitaire bijstand in Somalië te bieden omdat Kenia fungeert als een logistieke en managementbasis voor alle medische projecten van AZG in Somalië. De organisatie van deze steun vanuit een ander buurland van Somalië is momenteel een onmogelijke optie.