"Grootste probleem is beperkte bewegingsvrijheid"
Logistieker Jérôme Oberreit trok in mei voor Artsen Zonder Grenzen naar Jenin, Ghaza en Hebron, omstreden steden in de Palestijnse gebieden. Het was een onthutsende ervaring. Zes jaar geleden was hij er al, in een eveneens erg gespannen periode. Maar het valt niet te vergelijken. "Toen hadden de mensen nog ademruimte, konden ze vrij bewegen binnen de Westelijke Jordaanoever en de Ghazastrook en was er een zichtbare Palestijnse Autoriteit. Vandaag is er niks meer van dat alles. En de situatie blijft verslechteren."
Verregaande segregatie
Jérôme was voor het eerst in de Palestijnse gebieden in 1996, om een programma voor basisgezondheidszorg op te starten in Hebron. "Het was een politiek erg gespannen periode. De voorbereidingen voor de verkiezingen na de moord op Yitshak Rabin waren volop aan de gang. Shimon Peres was interim-premier en Benjamin Netanyahu stelde zijn kandidatuur. Het was een tijd van zelfmoordaanslagen, het afsluiten van de Palestijnse gebieden en het beperken van de bewegingsvrijheid, en van de bombardementen op Libanon door het Israëlische leger. Ik vond het toen al schokkend om de reikwijdte van de segregatie te ontdekken tussen Palestijnen en joodse kolonisten in de bezette gebieden. Er was een duidelijke voorkeursbehandeling van de kolonisten gaande, louter gebaseerd op afkomst. De kolonisten werden gesubsidieerd, kregen water en elektriciteit. Voor de Palestijnen bestonden enkel restrictieve maatregelen."
In mei maakte Jérôme deel uit van een onderzoeksmissie in het noordelijke deel van de bezette gebieden - Jenin, Nabloes en Tulkarem - om mogelijke ondersteuning van de gezondheidsstructuren na te gaan. Hij hielp ook met de voorbereidingen voor een eventuele noodinterventie in de Ghaza en Hebron-districten. "Al bij de eerste stap in de Palestijnse gebieden merk je hoe de "collectieve bestraffing" die Israël uitoefent, de Palestijnse bevolking verstikt en volledig onderdrukt. Iedere stad en dorp wordt omringd door een legermacht. Er is geen bewegingsvrijheid, geen zichtbare Palestijnse regering. De enige administratie die nog werkt, is het ministerie van Volksgezondheid. Sommige ziekenhuizen zijn immers blijven functioneren, al zijn ook zij in hun acties beperkt door de opgelegde restricties met een direct gevolg voor de toegang tot de patiënten en een tekort aan medisch materiaal en geneesmiddelen."
Steeds meer beperkingen
Het grootste probleem op dit ogenblik is de beperkte bewegingsvrijheid, vindt Jérôme. "Controleposten zijn niet langer louter "controle"-posten. Afhankelijk van wie je bent - Palestijn of kolonist - weigeren ze mensen door te laten. Dit heeft een enorme impact op het dagelijkse leven van de Palestijnen, het beïnvloedt de vrijheid, de financiële situatie, de toegang tot gezondheidszorg en de gehele economie. Er is geen export meer. De mensen hebben duidelijk minder koopkracht. Ze steunen daarom bijvoorbeeld meer op publieke structuren, ten nadele van het private gezondheidssysteem."
"We moeten onthouden dat dit beleid al jaren aan de gang is en dat er geen oplossing in zicht is. De mensen leren leven met steeds meer beperkingen, afhankelijkheid en vernederingen", aldus Jérôme. "Ik herinner me dat ik in 1996 een Palestijnse logistieke en administratieve medewerker in dienst nam, die uiteindelijk zes jaar lang voor MSF heeft gewerkt. Hij volgde zelfs een internationale opleiding. De enige mogelijkheden die er vandaag voor hem resten, is het land te verlaten of in Hebron te blijven. We hadden hem een coördinerende functie in Jeruzalem willen geven, maar dat is onmogelijk geworden. In 1996 had hij nog kunnen gaan, maar vandaag geraakt hij de streek niet meer uit. Er is geen hoop op vooruitgang in zijn leven. Hij heeft de juiste waarden, een voorbeeldige houding, maar bevindt zich steeds meer in een uitzichtloze situatie."
"Een potentiële oplossing?", vraagt Jérôme zich af. "Een terugkeer naar de basis: gelijke rechten voor ieder individu. Het gaat om fundamentele basisrechten. Wanneer je mensen in restrictieve gebieden opsluit, dan is dit geen gelijkheid, maar een beleid gebaseerd op afkomst. En zolang één deel van de bevolking betere toegang krijgt tot gezondheid, water, huizen, controleposten, dan een ander - dan is er geen oplossing mogelijk."