Sociale media

  • NL
Open the menu

G8-leiders brengen toegang van arme landen tot geneesmiddelen in gevaar


De overeenkomst van de G8-leiders om een sterkere bescherming van intellectueel eigendom te eisen in groeilanden, zal bijzonder negatieve gevolgen hebben voor de toegang tot betaalbare geneesmiddelen in alle ontwikkelingslanden en verhindert gezondheidsinnovatie, precies daar waar de nood het hoogst is.

Landen met gemiddelde inkomens zoals India en Brazilië zijn de belangrijkste producenten van betaalbare basisgeneesmiddelen voor lokaal gebruik en voor de ontwikkelingslanden. Zo vertegenwoordigen de generische geneesmiddelen die in India geproduceerd worden, meer dan 80% van alle antiretrovirale geneesmiddelen (ARV's) die AZG gebruikt om meer dan 80.000 patiënten te behandelen in haar aidsprojecten in meer dan 30 landen. De dag voor een ontmoeting met een aantal leiders van ontwikkelingslanden besloot de G8 al om een nieuwe procedure te creëren om de patentbescherming in de ontwikkelingswereld verder te versterken, vooral dan in groei-economieën.
"Als de G8 de patentbescherming verder versterkt, zal dit de prijzen van nieuwe geneesmiddelen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika hoog houden en zal er niets gebeuren om innovatie te stimuleren waar dat het meest nodig is," aldus dr. Tido von Schoen-Angerer, directeur van de AZG-campagne Toegang tot Basisgeneesmiddelen. "We hebben goedkopere aidsgeneesmiddelen nodig en hebben ook dringend nood aan nieuwe en betere tests, en aan geneesmiddelen tegen tuberculose en tropische ziekten."
In april 2006 publiceerde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een rapport waaruit blijkt dat bescherming van intellectuele eigendom niet stimulerend werkt voor de ontwikkeling van geneesmiddelen tegen ziekten die vooral de ontwikkelingslanden treffen. Toch promoten de G8-leiders alleen de versterking van intellectuele eigendom om innovatie aan te moedigen. De WHO heeft weliswaar een intergouvernementele werkgroep opgericht om het probleem van innovatie en toegang voor ontwikkelingslanden aan te pakken, maar de G8 negeert dit initiatief gewoon.
Namaakgeneesmiddelen zijn een gevaar voor de volksgezondheid, en de G8 besteedden er dan ook extra aandacht aan. De nood van de arme landen aan betaalbare en kwaliteitsvolle generische geneesmiddelen had echter evenveel aandacht moeten krijgen.
Nu de internationale handelswetgeving het patenteren van geneesmiddelen overal veel gemakkelijker maakt, worden nieuwere geneesmiddelen stilaan onbetaalbaar. Die nieuwere geneesmiddelen zijn nochtans van cruciaal belang voor bijvoorbeeld aidsbehandeling. Een combinatie van een tweedelijnsgeneesmiddel is immers minstens vijf keer duurder dan een eerstelijnsgeneesmiddel.
Om het probleem van de hoge geneesmiddelenprijzen aan te pakken, hebben landen als Brazilië en Thailand onlangs de bestaande patentbarrières uit de weg geruimd door dwanglicenties uit te reiken voor verschillende geneesmiddelen. Hoewel die maatregelen volledig in overeenstemming zijn met het TRIPS-verdrag van de Wereldhandelsorganisatie, staan deze landen onder een onaanvaardbare druk van sommige regeringen en farmaceutische bedrijven, die bovendien ook dreigen met vergeldingsmaatregelen.
De G8 negeert de forums die zich traditioneel bezighouden met intellectuele eigendom en nodigde slechts vijf groeilanden uit aan de onderhandelingstafel. Daardoor laat de groep geen ruimte voor de kritische inbreng van andere ontwikkelingslanden. Nochtans wordt de toegang tot betaalbare en geschikte medicijnen in deze landen beïnvloed door dergelijke besprekingen.
"Een sterkere bescherming van intellectueel eigendom zal de gezondheidscrisis in de ontwikkelingslanden alleen maar verergeren. In die landen zijn geneesmiddelen ofwel onbetaalbaar ofwel gewoon niet verkrijgbaar omdat er geen markt is om de ontwikkeling ervan te stimuleren", aldus Rohit Malpani, beleidsadviseur bij Oxfam.