Filippijnen: AZG werkt verder in zwaar getroffen noordelijke regio
Artsen Zonder Grenzen biedt medische bijstand en hulpgoederen aan de slachtoffers van de zwaarst getroffen gebieden in de provincies Pangasinan en Tarlac, en onderzoekt de noden in Benguet.
Op 9 oktober werden tientallen dorpen en steden in de provincie Benguet, in het noorden van de Filippijnen, bedolven onder een verwoestende dikke modderstroom waarbij honderden mensen het leven lieten.
Deze modderlawines waren de laatste van een hele reeks problemen in de regio, die werden veroorzaakt door de aanhoudende regen en twee kort op elkaar volgende tyfonen (op 26 september en 3 oktober). Tezelfdertijd zorgde water uit lokale dammen in de provincies Pangasinan en Tarlac voor nog meer overstromingen met tienduizenden slachtoffers als gevolg.
Water trekt langzaam terug
Nu het water zich begint terug te trekken en de wegen weer begaanbaar worden, nemen de mensen beetje bij beetje hun normale leven weer op. Velen van hen hebben echter alles verloren en de omvang van de schade is enorm.
De 63-jarige Ernesto Ruperto zit in een plastic stoel voor een hoopje puin. Hij schudt zijn hoofd vol ongeloof. “Deze modder is alles wat er nog van mijn huis over is. Ik ben alles kwijt. Mijn huis, mijn dieren. De kleren die ik droeg toen het gebeurde zijn alles wat ik nog heb”, zo vertelt hij terwijl hij naar wat rotzooi wijst.
Water van achter dammen
In Rosales, in de provincie Pangasinan, zijn de gevolgen van de hevige regen nog steeds voelbaar, lang nadat de tyfoon Parma (of Pepeng zoals de mensen ter plaatse hem noemen) op 3 oktober op het eiland Luzon in de provincie Cagayan aan land kwam. Er werden meer dan 30 steden in Pangasinan getroffen en volgens de autoriteiten moesten 50.000 mensen hierdoor hun huizen verlaten.
Een deel van de stad Rosales werd met de grond gelijk gemaakt door een verwoestende overstroming, omdat de autoriteiten verplicht waren om water vanachter enkele dammen vrij te laten die anders zouden overstromen of instorten. Meer dan een week na de ramp proberen de slachtoffers nog steeds de omvang van de schade te vatten.
Moeizame hulpverlening
“Het was avond toen het water steeg, wel drie meter hoog. Het was vreselijk. Ik had nog nooit zoiets gezien. Er stond een erg sterke stroming. Ik denk niet dat ik het gehaald zou hebben als mijn zoon me niet was komen redden”, verklaart Ruperto. Zoals veel andere slachtoffers is ook hij geschokt door de ramp: “Nu dat het water is beginnen dalen, zou ik graag opruimen en mijn huis heropbouwen. Maar ik ben echt alles kwijt. We hebben meer hulp nodig.”
Omdat het water zich terugtrekt, begonnen de mensen de evacuatiecentra te verlaten in de hoop hun huizen te kunnen heropbouwen. Omdat veel wegen geblokkeerd waren, verliep de humanitaire hulpverlening echter moeizaam en in sommige gebieden hebben de mensen nog maar weinig hulp gekregen.
Noden blijven erg groot
“Meer dan twee weken na de doortocht van de laatste tyfoon zijn de mensen er nog steeds slecht aan toe. Het is belangrijk dat de hulp aan de noordelijke Filippijnen niet opdroogt, want de nood aan heropbouw is nog steeds erg groot. De mensen hebben niet alleen hun huizen verloren, ze verloren ook hun inkomen doordat veel rijstvelden zijn overstroomd”, aldus terreincoördinator voor Artsen Zonder Grenzen Voitek Asztabski.
De medische teams van Artsen Zonder Grenzen gaan ook met mobiele klinieken langs in de dorpen en evacuatiecentra. Tot nog toe werden zo’n 1.294 consultaties in de regio uitgevoerd. “De mensen hebben heel wat tijd in het water doorgebracht. We behandelen dan ook voornamelijk infecties van de bovenste luchtwegen, gewone verkoudheden, uitslag en huid- en schimmelinfecties."
Miljoenen mensen getroffen
"We zien ook lichte blessures doordat sommige mensen verwond raakten door het puin of terwijl ze zich aan hun dak vastklampten”, verklaart dokter Etaferahu Eshetu, “maar de situatie is onder controle en we houden elke toename in het aantal gevallen van diarree goed in de gaten."
In Manilla en omgeving doen teams van Artsen Zonder Grenzen nog steeds hun best om medische bijstand te bieden en non-food items uit te delen aan de meest kwetsbare slachtoffers van de tropische storm Ketsana, die twee weken geleden op de Filippijnen toesloeg. Er werden 3,9 miljoen mensen getroffen en 500.000 mensen moesten hun huizen verlaten.