Een zaterdag in het choleracentrum van Boavista
Florinda Mateus
'Ik kwam hier gisteren aan met Nelo, mijn zoontje van vijf. We wonen in Sambizanga. Gisteren liet ik Nelo achter bij mijn zus, om op de Rocque-markt voedsel te verkopen. Rond 10 uur ’s ochtends kwam een buurman me vertellen dat Nelo moest overgeven en erg ziek was. Ik had op de televisie de berichten over cholera gezien, dus ik wist dat ik met Nelo hiernaartoe moest komen. De gewone bussen wilden ons echter niet meenemen en dus moest ik een taxi bestellen. Die kostte me 1.500 kwanza, wat veel meer is dan normaal, omdat ze zagen dat mijn zoon ziek was. Mijn man en ik bleven vannacht hier bij Nelo. Hij had een erg zware nacht. Hij heeft nog steeds veel hoofdpijn en kan nog niet rechtop zitten.'
Teresa Francisco
'Gisterenochtend begon ik me slecht te voelen. Ik had zware diarree en ging daarom naar het medisch centrum van Ana Paula. Daar gaven ze me paracetamol en een orale rehydratieoplossing. Ze zeiden me naar huis te gaan, en naar het centrum terug te keren als ik me slechter zou voelen. Over cholera werd helemaal niet gesproken. Toen begon ik over te geven en rond acht uur ’s avonds keerde ik terug naar het centrum. Ze vroegen me wel om terug te komen, maar dat moest ik te voet doen, omdat ze me geen auto of ziekenwagen konden geven. Mijn schoonbroer kwam met me mee, wat me geruststelde. Nu is mijn moeder hier om voor me te zorgen. Toen ik aankwam kreeg ik onmiddellijk een infuus. Ik voel me al een stuk beter en het infuus werd verwijderd. Toch moet ik nog even hier onder observatie blijven voordat ik terug naar huis kan.'