MM: We hebben ons gefocust op de medische zorg voor de patiënten en het opzetten van zorg- en isolatiefaciliteiten. Zodra de epidemie bevestigd was, hebben we een team gestuurd om het algemene referentieziekenhuis van Bulape te ondersteunen, waar al meerdere patiënten en zorgverleners aan de ziekte waren overleden. We hebben daar met spoed maatregelen genomen om infecties te verminderen, het patiëntencircuit gereorganiseerd, medische apparatuur en beschermingsmiddelen geleverd en het personeel getraind in preventie, infectiebeheersing en symptomatische zorg.
Tegelijkertijd hebben we, samen met het ministerie van Volksgezondheid en de WHO, een tijdelijk ebolabehandelingscentrum opgezet op het terrein van het ziekenhuis om de eerste patiënten buiten de muren van deze instelling op te vangen.
Helaas waren er al veel doden gevallen voordat de behandeling en de respons op de epidemie op gang kwamen. Door de komst van de teams ter plaatse, de versterking van de ziekenhuiszorg en het gebruik van specifieke behandelingen kon het sterftecijfer worden teruggedrongen. Maar uiteindelijk zijn meer dan 40 mensen omgekomen, onder wie ongeveer 30 die positief waren getest.
Naast de ondersteuning van het ziekenhuis en vervolgens het tijdelijke behandelcentrum, hebben we ook een isolatiecentrum gebouwd en beheerd in Mpianga, een van de getroffen gebieden, en samen met de WHO en het ministerie van Volksgezondheid een beter aangepast en efficiënter behandelcentrum opgezet in Bulape. Dit centrum heeft 32 bedden: 16 voor bevestigde patiënten en 16 voor verdachte patiënten. De eerste patiënten werden er op 10 oktober onder optimale omstandigheden opgenomen.