Duizenden Soedanese vluchtelingen getroffen door humanitaire ramp

Deze avond vertrekt een volgeladen charter van Artsen Zonder Grenzen met medisch en logistiek materiaal naar oostelijk Tsjaad. Daar bevinden zich sinds enkele weken duizenden Soedanezen die uit de staat Darfur, in West-Soedan, zijn weggevlucht voor gevechten tussen regeringstroepen en rebellen. Gisteren vertrok ook een team van elf internationale medewerkers naar de regio.

“Duizenden Soedanese vluchtelingen, vooral vrouwen en kinderen, hebben huis en land verlaten, en komen uitgeput en met lege handen aan in Tsjaad”, aldus Sonia Peyrassol, operationeel coördinator van AZG voor Tsjaad. “Velen van hen verblijven in de dorpen Tine en Birak, in Oost-Tsjaad. Aanvankelijk werden ze opgevangen door de plaatselijke bevolking, maar deze kan de stroom niet meer aan, want het aantal vluchtelingen blijft maar toenemen. Wie nu nog de grens oversteekt, moet het alleen zien te rooien. Er valt dan ook geen tijd te verliezen: we moeten onmiddellijk medewerkers en materiaal sturen om in de toenemende behoeften te voorzien.”
Het noordoostelijke deel van Tsjaad is dor en woestijnachtig, en er zijn maar weinig landbouwmogelijkheden. Voedsel en drinkwater zijn er dus erg schaars. Het klimaat wordt gekenmerkt door extremen: hoge temperaturen overdag en zeer koude nachten. Bovendien is het regenseizoen nog altijd aan de gang. Door die omstandigheden lopen de vluchtelingen die geen dak boven hun hoofd hebben, gevaar op infecties van de luchtwegen. Ook dreigen ze ziekten op te lopen die fataal kunnen zijn, zoals mazelen en kinkhoest. De ondervoedingsgraad is hoger dan gemiddeld, maar nog niet alarmerend. Dat zou binnenkort echter kunnen veranderen, want er is nauwelijks voedsel te vinden.
“Momenteel heeft ons evaluatieteam nog geen epidemieën of hongersnood ontdekt, maar de situatie dreigt snel te verslechteren. Er is geen opvanginfrastructuur voor de vluchtelingen, de lokale gezondheidscentra zijn leeg en de referentieziekenhuizen van Iriba en Guereda hebben geen water, geen geneesmiddelen en geen laboratorium. Daarom is het van cruciaal belang om gezondheidsposten op te richten voor de vluchtelingen. Maar we zullen ook geneesmiddelen en medisch materiaal leveren aan de lokale gezondheidsstructuren”, vervolgt Peyrassol.
Vanavond vertrekken elf vrijwilligers – artsen, verpleegsters, logistieke en administratieve medewerkers – vanuit Brussel naar Tsjaad. Ze zullen in de dorpen Tine en Birak gezondheidsposten oprichten voor de vluchtelingen en medische raadplegingen voorzien. De belangrijkste gezondheidsproblemen zijn momenteel infecties van de luchtwegen en diarree. Diarree komt vooral voor in Birak, waar het enige beschikbare water afkomstig is uit een riviertje.
Deze avond om 20u. vertrekt een charter uit Oostende met 42 ton materiaal aan boord: sanitaire, medische, operatie- en voedingskits, geneesmiddelen, waterzuiveringsmateriaal en logistiek materiaal. “Het materiaal vliegt via N’Djamena naar Abeche, en wordt van daaruit via de weg vervoerd naar Tine en Birak. Onze teams op het terrein moeten de noodoperaties tegen begin van volgende week opgestart hebben”, besluit Sonia Peyrassol. Nadien stuurt AZG ook een team psychologen naar Oost-Tsjaad, om het probleem van seksueel geweld aan te pakken, een veelgebruikt oorlogswapen in Soedan.
In de Soedanese staat Darfur woeden nog altijd gevechten tussen de regering en de SLA-SLM rebellen. De vluchtelingenpopulatie in Oost-Tsjaad bestaat voor 75% uit vrouwen en kinderen. Veel vrouwen weten niet waar hun mannen zich bevinden, aangezien deze bij het vee zijn gebleven om het te beschermen tegen diefstal.