Drie maanden na de tsunami: een overzicht van onze operaties
Na de aardbeving in de Indische Oceaan en de daaropvolgende tsunami op 26 december 2004, stuurde Artsen Zonder Grenzen (AZG) ruim 200 internationale medewerkers en meer dan 2.000 ton hulpgoederen naar de getroffen regio. De eerste AZG-teams arriveerden binnen de 24 uur na de vloedgolf. Ze voerden evaluaties uit in Myanmar, Maleisië, Indonesië, Sri Lanka, India en Thailand, en beslisten daarop om aan de laatste 4 landen hulp te bieden. Myanmar en Maleisië bleken namelijk niet te kampen met ernstige medische noden.
In Thailand leverde AZG medisch materiaal aan verschillende ziekenhuizen in de provincie Phang Nga en lanceerde er een programma om de toegang tot gezondheidszorg te vergemakkelijken voor de zwaar getroffen Myanmarese migrantengemeenschap. In Zuid-India werden er psychosociale programma's opgestart om de overlevenden te helpen omgaan met posttraumatische stress. In de Indonesische provincie Atjeh en in de kustgebieden van Sri Lanka - waar de dodentol bijzonder hoog lag en de schade enorm - was de plaatselijke hulpverlening al goed op gang gekomen toen de AZG-teams ter plaatse kwamen. AZG spoorde er de onvervulde medische behoeften op en werkte daarbij samen met diverse actoren, van het nationale medische personeel tot buitenlandse troepen. Dankzij hun grondige terreinkennis en de snelle mobilisering van logistieke middelen, kon AZG hulp bieden aan verschillende geïsoleerde gemeenschappen. 28 maart 2005. Een zware aardbeving van 8,7 op de schaal van Richter heeft het westen van het Indonesische eiland Sumatra getroffen. Op de eilanden Nias en Simeulue zijn wellicht enkele honderden slachtoffers gevallen, en de materiële schade is er enorm. In de kuststeden van Sumatra waar AZG werkt, brak er tsunami-paniek uit. De teams van AZG, nog steeds in groten getale aanwezig in de regio, evalueren momenteel de noodzaak voor een eventuele interventie. De voorbije 3 maanden concentreerde AZG zich o
- primaire gezondheidszorg via mobiele klinieken: consultaties en steun aan lokale gezondheidscentra.
- secundaire gezondheidszorg via de ondersteuning van gezondheidsstructuren en ziekenhuizen, met de nadruk op klinische en postoperatieve zorgen, waar grote lacunes werden vastgesteld.
- de grootste noden bleken er echter in de geestelijke gezondheidszorg. Vandaar dat AZG psychosociale programma's op touw zette met zowel individuele als groepsbegeleiding.
- tetanusepidemie: verzorging van tetanuspatiënten en wondbehandeling, inenting en levering van immunoglobuline, laarzen en handschoenen, naast de organisatie van sensibilisatieactiviteiten.
distributie van hulpgoederen, onder meer tenten, plasticzeilen, muskietennetten, slaapmatten, dekens, zeep, handdoeken, hygiënekits, sarongs, jerrycans, emmers, keukensets en ander materiaal. - Ruimen van puin op percelen grond
- semi-permanente woningen: bouw van prefab dispensaria in Atjeh, huizen en dispensaria in Sri Lanka.
- water en sanitair: waterbehandeling en -voorziening via waterbladders en -tanks, watertrucks, de heropbouw en/of zuivering van vervuilde waterputten en de bouw van sanitaire voorzieningen.
- doelgerichte hulp aan kwetsbare groepen: steun bij heropbouw, lancering van bootbouwprojecten met medewerking van de plaatselijke gemeenschap.
- epidemiologische bewaking.