Sociale media

  • NL
Open the menu

De verworpenen van de Balkan


Tot eind 2005 kwam AZG duizenden Serviërs te hulp die de gevechten in Kosovo waren ontvlucht en aan de andere kant van de grens onderdak vonden, in ellendige omstandigheden. Een lokale organisatie heeft het project in januari 2006 overgenomen.

Sinds 1999 zijn 250.000 Serviërs weggevlucht uit Kosovo. Sommigen deden dat naar aanleiding van de NAVO-bombardementen, als vergelding voor de Servische overheersing, anderen ontvluchtten het geweld van de Albanese extremisten tegen de Servische enclaves in maart 2004. Hun huizen en kerken werden toen platgebrand en vernield.
In het district Pcinja, in het zuiden van Servië, verblijven nog ongeveer 6.000 ontheemden in collectieve centra die zijn ingericht in afgedankte hotels, motels en scholen. Deze collectieve centra zijn overbevolkt en onhygiënisch. De mensen hebben er niet de minste privacy: vaak zitten twee of drie generaties er samengeperst op een paar vierkante meter. Gedurende meerdere jaren hebben de AZG-teams deze mensen ondersteund, en zochten ze samen met hen naar duurzame oplossingen.
Sinds de regering in 2005 aankondigde dat ze de centra wil sluiten, hielp AZG de gezinnen beslissen hoe het verder moest: terugkeren naar Kosovo, of zich lokaal integreren. Vervolgens maakte AZG hen wegwijs in de administratieve doolhof, en bood ze psychologische steun. Onze teams werkten in vijftien centra in de steden Vranje, Vransjka Banja en Bujanovac. Op die manier boden ze hulp aan 260 gezinnen, of zo’n 900 personen.
Ze zijn met duizenden, verworpen door twee maatschappijen – door geweld of nalatigheid – en genegeerd door de rest van de wereld. Voor de verworpenen van de Balkan is elke in hun naam geschreven brief, elke opgestarte procedure, elk ververst verband dan ook een essentieel signaal dat iemand zich om hun lot bekommert. Sinds januari 2006 heeft Nexus, een organisatie die door AZG werd opgericht in Vranje, het project overgenomen.