Sociale media

  • NL
Open the menu

De ontheemden in Gety hebben nood aan voedsel en krijgen af te rekenen met cholera


Jérôme Souquet is landverantwoordelijke voor AZG in de DRC. Tijdens de verkiezingen van 31 juli trokken de teams zich gedurende drie dagen terug uit Gety. Kort na de stembusgang drukt hij zijn grote bezorgdheid uit voor de 45.000 ontheemden in Gety die volledig afhankelijk zijn van humanitaire hulp, vooral dan wat voedsel betreft, en op de koop toe af te rekenen krijgen met cholera.

AZG werkt sinds 14 juli in Gety. Hoe ziet de situatie er vandaag uit? Onze grootste bezorgdheid over de 45.000 ontheemden in Gety heeft vooral te maken met cholera en het ontbreken van voedselhulp. Op 3 augustus werden in Gety de eerste choleragevallen vastgesteld, en vandaag zijn er dat al 29. De patiënten zijn in afzondering geplaatst in de medische structuur die ondersteund wordt door Medair, waar onze artsen drie keer per dag op bezoek komen. Daarnaast leveren we ook materiële en logistieke steun. Momenteel lijkt de situatie onder controle, het aantal gevallen stijgt niet explosief. Toch moeten we in zo'n context uiterst waakzaam blijven. We hebben een Cholerabehandelingscentrum (CBC) opgericht en kunnen zo nodig extra patiënten opvangen.
AZG heeft ook gezondheidsteams aangeworven die rondgaan in het kamp, om de bevolking te informeren en te sensibiliseren, en tegelijk de sterfgevallen op te sporen en de doodsoorzaak te bepalen.
Er is momenteel een aanzienlijk voedseltekort. De laatste bedeling van het Wereldvoedselprogramma (half juli) bereikte slechts de helft van de huidige bevolking, want nadien arriveerde er nog een groot aantal ontheemden. De bedeling kon slechts tot 29 juli voorzien in de behoeften. En er lijkt geen nieuwe voedseldistributie meer mogelijk te zijn vóór eind augustus. Ondertussen heeft het WVP wel voedsel uitgedeeld aan 12.000 zwangere vrouwen en borstgevende moeders, maar die is onvoldoende en kan onmogelijk de behoeften dekken tot het einde van de maand.
Het is vandaag essentieel dat de hulpverleners die normaal gezien actief moeten zijn in Gety, zoals het WVP, hun werk onmiddellijk hervatten. Die bijstand is immers van levensbelang voor de fel verzwakte 45.000 ontheemden die al weken- of zelfs maandenlang op de vlucht zijn nadat hun dorpen en velden werden vernield.
Wat zijn de leefomstandigheden van de ontheemde gezinnen?
De situatie van de ontheemde bevolking in Gety is bijzonder schrijnend. Het regenseizoen is later begonnen dan normaal, en de leefomstandigheden zijn moeilijk. Enkele gezinnen hebben zich gevestigd in de voormalige gevangenis van Gety, andere hebben geïmproviseerde hutten gebouwd met takken en stro. Gety telt in normale tijden minder dan 10.000 inwoners, maar vandaag zijn dat er 45.000.
Eén van de grootste problemen is de toegang tot zuiver water. Vandaag slagen we erin om vijf liter chloorhoudend water per persoon en per dag te leveren, maar dat is ruim onder het aanvaardbare niveau. Het absolute minimum in een ontheemdenkamp bedraagt immers 15 à 20 liter per persoon en per dag. Voor het overige gaan de gezinnen water putten in de verschillende rivieren en bronnen in de omgeving. Probleem is echter dat het water niet zuiver is, want het wordt zowat voor alles gebruikt: om te drinken, om zich te wassen, om het linnen en het keukengerei te spoelen enz.
Ons logistiek team (4 expats en meer dan 500 Congolese dagloners) en het team van de ngo "Solidarités" werken zich uit de naad om de drinkwaterbevoorrading te verbeteren. Ze leveren elke dag 120 m³ water, maar idealiter zou dat 250 m³ moeten zijn.
De sanitaire situatie is al even zorgwekkend. Zo zijn er momenteel in Gety slechts 120 toiletten, terwijl er 800 nodig zijn. Onze logistieke medewerkers graven elke dag nieuwe latrines, maar voor de 45.000 ontheemden in Gety moet het absoluut sneller vooruitgaan. We werken nauw samen met andere organisaties, maar vandaag zijn we nagenoeg de enigen ter plaatse, samen met "Solidarités".
Wat zijn de medische prioriteiten voor de ontheemden?
De meesten zijn vermoeid omdat ze weken of zelfs maanden in de jungle hebben geleefd. Ze hebben geen evenwichtige voeding - in het woud waren ze aangewezen op bladeren en wortels - en evenmin zuiver water. Bovendien leven ze in noodwoningen die geen bescherming bieden tegen kou en regen ('s nachts is het 15° C). En tijdens hun vlucht door de jungle hadden ze uiteraard niet de minste toegang tot zorg.
Ondervoeding bij kinderen was de belangrijkste doodsoorzaak. Bij het begin van onze interventie hadden we in enkele dagen tijd al 130 zwaar ondervoede kinderen doorverwezen naar het ziekenhuis "Bon Marché" in Bunia, waar AZG al drie jaar werkt. Helaas konden meer dan 20 van hen niet meer gered worden.
In Gety opende het team een centrum intensieve zorg voor ondervoede kinderen en kinderen met verwante aandoeningen, plus een ambulant behandelingscentrum voor zware ondervoeding. 81 kinderen zijn al opgenomen; 12 % is verzwakt en zwaar uitgedroogd, en heeft bloedarmoede.
In het inderhaast opgetrokken gezondheidscentrum in Gety verrichten we meer dan 500 consulten per week. De kindersterfte bedraagt 2 op 10.000 per dag, de alarmdrempel. Vandaar onze beslissing om ons te concentreren op kinderen onder de vijf jaar en op kinderen in levensgevaar. 90 % van onze patiënten zijn dan ook kinderen. Onze teams startten hun activiteiten met een inentingscampagne tegen mazelen waarbij 10.000 kinderen onder de 15 jaar gevaccineerd werden. Momenteel dienen ze verder vaccins toe tijdens hun medische consulten.
Kinderen boven de 5 jaar en volwassenen worden verzorgd in een klein ziekenhuis dat ondersteund wordt door Medair en op 3 km van het centrum ligt.
Welke impact hadden de verkiezingen op de medische hulp?
Gelukkig verliepen de verkiezingen rustig. Het AZG-team in Gety trok zich drie dagen terug in Bunia, waar het ziekenhuis normaal kon blijven werken. Toen het team terug was in Gety, verkeerden het gezondheidscentrum en de basis in perfecte staat, dankzij de steun die we krijgen van de plaatselijke gemeenschap.