Bevolking helpen omgaan met dagelijks geweld en stress
De bewoners van de sloppenwijk Complexo do Alemão in Rio leven in dagelijks geweld, angst en stress. AZG biedt psychosociale zorg om hen weerbaarder te maken.
De sloppenwijk Complexo do Alemão in het westelijke deel van Rio de Janeiro, bestaat uit 13 gemeenschappen die worden gekenmerkt door geweld en armoedige levensomstandigheden. De bevolking heeft er bovendien amper toegang tot gezondheidszorg.
Sinds oktober 2007 biedt AZG psychosociale zorg om de bevolking te helpen bij problemen die gerelateerd zijn aan het geweld, zoals angst en depressie. AZG verrichtte meer dan 1300 consultaties bij patiënten van alle leeftijden, maar voornamelijk kinderen en adolescenten. De Colombiaanse psychologe Milena Osório, projectcoördinator in Brazilië die al meer dan 10 jaar voor AZG werkt, vertelt over het project.
Hoe belangrijk is de psychosociale dienstverlening in een project als dat van Complexo do Alemão?
Milena Osório: Het mentale aspect komt wellicht het meest tegemoet aan de noden van de bevolking. Uiteraard zijn er ook vele medische noden, maar het psychosociale programma is een private, vertrouwelijke en neutrale ruimte waar mensen gehoord worden zonder dat ze veroordeeld worden. Het is een plaats waar ze kunnen zitten en hun problemen bespreken met psychologen die hen kunnen helpen hun eigen weerstandsmechanisme tegen stress te verbeteren. Dit is volledig nieuw voor deze gemeenschap omdat de mensen het gewend zijn te wantrouwen. Ze moeten voorzichtig zijn wat ze zeggen en tegen wie ze het zeggen. Met iemand anders praten over een gewelddadig incident, kan bijvoorbeeld onterecht geïnterpreteerd worden als een afkeuring. En dit zou een impact op hun persoonlijke veiligheid kunnen hebben. Vaak willen ze niet praten met familieleden, om hen niet ongerust te maken. Het is erg moeilijk.
Wat is volgens jou het meest dringend?
Er heerst hier een cirkel van stilte die de mensen moeten in stand houden om te overleven. Het is een zeer onderdrukkende stilte. En die moest verbroken worden. Het was erg belangrijk om de bevolking de kans te geven te uiten wat ze tot dan toe hadden binnen gehouden. Er is ook een probleem met de kinderen: veel mensen wilden hulp voor de kinderen. Ze doen het niet goed op school, hebben gedragsproblemen en lijden aan angsten en incontinentie.
Hoe werkt de dienst?
We hebben een team van twee psychologen die elk 5 tot 15 sessies begeleiden. Het gaat om een korte therapeutische sessie, erg objectief, omdat AZG niet het soort hulp wil verlenen dat mensen afhankelijk maakt. Het doel is de mensen te helpen beter om te gaan met hun problemen, omdat ze keer op keer met dezelfde moeilijkheden zullen worden geconfronteerd. Dat is heel anders dan het begeleiden van een patiënt die slechts één traumatische gebeurtenis heeft meegemaakt. Als je een negatieve ervaring had, is het erg moeilijk om dag in dag uit te leven op een plaats die je herinnert aan die ervaring. We moeten op zo’n manier werken dat mensen zelf een oplossing of een alternatief vinden.
Verwijzen jullie door naar andere gezondheidsstructuren, zoals voor de medische consultaties?
Als we merken dat iemand een langere opvolging nodig heeft, verwijzen we de patient door. Adolescenten verwijzen we door naar partnerorganisaties die activiteiten aanbieden als capoeira of graffiti. Maar dat alles is afhankelijk van het individuele geval, aangezien het Braziliaanse basisgezondheidszorgsysteem niet kan voldoen aan de vraag. Helaas kunnen we de patiënten in veel gevallen nergens naartoe sturen. Tot dusver is het gelukt met de Medische Gezondheidsposten, maar zij zijn vaak volgeboekt.
Was de psychosociale dienst al gepland bij de start van het programma?
Dit project is geïnspireerd op andere projecten van AZG in contexten van stedelijk geweld, zoals Haïti en Colombia. Daarom was de component Mentale Gezondheid al gepland. Het soort van ondersteuning dat we zouden bieden, was echter nog steeds een open vraag. Toen we in 2007 een evaluatie uitvoerden, deden we enige research om de noden te achterhalen. Daardoor konden we een geschikte benadering uitwerken en vorm geven.
Hoe is het om deze dienst uit te bouwen in een gespannen omgeving waar mensen voortdurend wantrouwig zijn?
Na de evaluatiemissie leerde ik de gemeenschappen en de geïnterviewde mensen binnen die gemeenschappen kennen. We vroegen hen of ze graag een soortgelijke dienstverlening wilden en kregen altijd positieve reacties. Tijdens de eerste maanden zagen we elke dag 3 à 4 patiënten. De mensen probeerden onze diensten uit. We hebben in totaal al meer dan 1300 consultaties verricht.
Wat zijn de grootste problemen in een gewelddadige omgeving?
Het fysieke, psychologische en sociale geweld dat de bevolking van een achtergestelde gemeenschap moet ondergaan, varieert van een verwonding tijdens een confrontatie tot stigmatisering en andere vormen van geweld. Er zijn zeer veel stressgerelateerde problemen die kunnen leiden tot fysieke problemen zoals hoge bloeddruk, paniekaanvallen, kortademigheid, hartkloppingen enzovoort. Er zijn ook veel depressies bij mensen die een familielid hebben verloren. De mensen kunnen er niet over praten, of over hoe het gebeurd is, ze raken de zware last van iemands dood nergens kwijt. Op die manier zijn rouwperiodes erg negatief. Het is heel droevig wanneer iemand een kind verliest, geen betere toekomst heeft of mishandeld wordt.
Hoe wordt binnen het project omgegaan met getuigenissen?
Het is erg belangrijk voor het succes van het project dat alles wat onze patiënten vertellen, vertrouwelijk blijft. Het aantal patiënten is toegenomen, juist omdat ze weten dat we het menen met deze vertrouwelijkheid. We weten dat getuigenissen erg belangrijk zijn en we overwegen sommige gegevens te gebruiken in de toekomst, terwijl we de belofte van vertrouwelijkheid tegenover onze patiënten nooit zullen schenden.
Hoe werken jullie met de kinderen in het project?
Met kinderen werken is niet gemakkelijk, omdat we ook met hun ouders moeten werken. De ouders zijn vaak ook bang en weten niet hoe ze met de situatie moeten omgaan of hun kinderen kunnen helpen. We moeten hen ervan bewust maken hoe kinderen reageren op angst, op geluiden die ze niet graag horen. Het is dan ook een van de moeilijkste onderdelen van ons werk.
Hoe past het psychosociale luik binnen het medische programma?
Ze gaan altijd samen. Wanneer een patiënt op de medische afdeling een emotioneel probleem blijkt te hebben, krijgen ze ook psychologische noodhulp. In dit geval doet de arts een beroep op de psychologen om deze patiënten te ondersteunen. Er is ook een andere procedure waarbij het medisch team de patiënt doorverwijst naar de psychologen. Wanneer een patiënt een medisch onderzoek ondergaat en de verpleegkundige of arts zich realiseert dat het probleem eerder psychologisch dan medisch is, wordt de patiënt doorverwezen naar de psychosociale dienstverlening.