AZG vreest dat toenemende onveiligheid humanitaire noodhulp in Ituri in het gedrang zal brengen
De voortdurende onveiligheid op de wegen en in de buurt van de ontheemdenkampen, blijft humanitaire bijstand in het gedrang brengen. Op 24 februari 2005, bijna twee weken nadat de hulp voor de getroffen bevolking van start ging, zag AZG zich gedwongen haar activiteiten in de kampen van Iga-Barrière en Tché tijdelijk stop te zetten, als gevolg van de intense manoeuvres van gewapende groeperingen in het conflictgebied.
Sinds het begin van dit jaar sloegen tienduizenden burgers op de vlucht voor de heropflakkerende vijandigheden tussen de strijdende partijen. Verscheidene dorpen in de streek van Djugu werden getroffen. Recente confrontaties dreven minstens 20.000 mensen uit hun huizen in Ituri. De bevolking, die al erg verzwakt is door het conflict dat sinds 1999 de regio teistert, was genoodzaakt de omringende bossen in te vluchten en haar weinige bezittingen in de handen van plaatselijke plunderaars achter te laten.
Ondanks recente inspanningen en initiatieven om de regio te stabiliseren, wordt er extreem geweld tegen de vluchtende burgers gebruikt. Talrijke gruweldaden werden gerapporteerd, waaronder fysiek geweld, verkrachtingen en moord. Vooral vrouwen en kinderen hebben erg te lijden onder het brutale gedrag van de strijdende partijen. Er staken opnieuw etnische spanningen de kop op, en eens te meer heerst er angst in de streek.
Dit alles gebeurt op een ogenblik dat de plaatselijke gemeenschappen hun velden zouden moeten verbouwen. Als de veiligheid niet snel hersteld kan worden, zou de voedingssituatie kunnen verslechteren en ernstige ondervoeding veroorzaken bij de zwakste leden van de bevolking. In enkele van de getroffen streken vertoont één op vier kinderen nu al tekenen van matige of zware ondervoeding. Toch worden momenteel aan het grootste deel van de ontheemde bevolking, die in het grootste van de tijdelijke kampen werd ondergebracht, voedsel en andere noodzakelijke voorwerpen uitgedeeld. Er zijn geen aanwijzingen dat deze families naar hun dorpen zouden willen terugkeren, omdat de onveiligheid blijft voortduren.
In de kampen van Tché en Kakwa en in het dorp Gina is AZG begonnen de kinderen jonger dan 15 jaar tegen mazelen in te enten, om zo een epidemie te vermijden. Minstens 10.000 kinderen zullen baat hebben bij deze vaccinatiecampagne. AZG biedt eveneens algemene medische bijstand in Tché en Kakwa. Hier wordt zowel melding gemaakt van een groot aantal gevallen van seksueel gerelateerd geweld tegen meisjes en vrouwen, en van ondervoeding bij de kinderen. Alle patiënten die een chirurgische of gynaecologische behandeling nodig hebben, worden doorverwezen naar het AZG-ziekenhuis in Bunia, de hoofdstad van het district Ituri. AZG zorgt tevens voor de bedeling van drinkwater en de installatie van sanitaire voorzieningen, zoals de bouw van latrines in het kamp Kakwa, aan de oevers van het Albertmeer.
AZG is sinds juni 2003 actief in het district Ituri, in het noordoosten van de Democratische Republiek Congo. Ze verlenen bijstand aan vluchtelingen uit de door conflicten geteisterde gebieden. Momenteel bieden 20 internationale vrijwilligers (waarvan 9 voor deze noodhulpactie) en meer dan 300 plaatselijke personeelsleden hulp in het ziekenhuis van Bunia en door middel van mobiele klinieken.