AZG vraagt de aandacht voor 10 vergeten crisissen
In het kader van haar nieuwe campagne wil AZG de aandacht van het Belgische publiek vestigen op tien “vergeten humanitaire crisissituaties”. In sommige van deze landen moeten de inwoners van hele dorpen op de vlucht slaan, worden vrouwen en jonge meisjes aangerand, sterven kinderen van honger en ontvangen zieken geen enkele medische verzorging. En toch is in onze hypergemediatiseerde wereld het lot van deze mensen vaak volledig onbekend bij het grote publiek, en wordt er door de internationale gemeenschap totaal geen aandacht aan besteed.
AZG is soms de enige humanitaire organisatie die deze bevolkingsgroepen ter hulp blijft komen. Ter plaatse bieden de Artsen Zonder Grenzen hen medische verzorging of psychologische bijstand, proberen ze hun noden met betrekking tot proper water, voedsel of onderdak te lenigen.
Om deze verschillende acties in goede banen te leiden, heeft AZG absoluut de financiële steun van de bevolking nodig. Om onze operaties in deze tien landen te kunnen bekostigen, hebben we voor het jaar 2005 alleen al twaalf miljoen euro nodig. Met dit geld kunnen we bijvoorbeeld de toegang tot de gezondheidszorg verbeteren voor de ontheemden in Chocó, een arm en door iedereen vergeten departement in Colombia, waar onze projecten enkel door onze eigen fondsen gefinancierd worden. “Onze financiële onafhankelijkheid geeft ons de vrijheid om noodzakelijke programma’s op te starten, die niet altijd de interesse van de internationale financieringsorganismen wegdragen”, verklaart Peter Caesar, Directeur Communicatie bij AZG-België.
Daarom willen we vandaag de aandacht op deze “vergeten mensen” vestigen, door middel van een nieuwe campagne. Deze zal de vorm zal aannemen van televisiespots en advertenties in de geschreven media en zal van 22 november tot 12 december aanstaande gevoerd worden. “Het zullen aangrijpende advertenties zijn die zonder twijfel niemand onberoerd zullen laten”, vervolgt Peter Caesar. “Dat hopen we alleszins! We willen immers dat deze campagne veel stof zal doen opwaaien. Dat de mensen erover spreken. Zodat de ontheemden in Ingoesjetië, de slachtoffers van de burgeroorlog in Colombia of in Indonesië, de kinderen in Soedan, Liberia en Ivoorkust en vele anderen eindelijk de aandacht krijgen die ze verdienen. Met de goede hoop dat hun ontberingen op de agenda van de machthebbers gezet zullen worden.”